Zoonlief nam Amaryllis voor me mee. Twee uitgesproken bloemen in wit met rode randjes en een rood hart met twee beloftevolle knoppen erachter. Zomaar, uit het niets. Wat een fijne geste. Op die manier had ik meteen een uitgelezen onderwerp voor het schilderen á la George O’Keeffe. Bloemen als model, waar ik normaliter niet zo veel mee heb en dan in haar stijl is een dubbele ‘Out of the comfortzône’, maar goed voor het gestel. Ee beetje uitdaging moet er zijn.
Ik haalde ze uit de mooie karaf en wikkelde ze weer in het cellofaan. Op het atelier viel de grootste bloem topzwaar van haar knop af. Ze had de reis niet ongeschonden overleefd. Op een theekop uitgewaaierd was ze toch in staat om als model te dienen. We waren met vieren, het atelier was aangenaam leeg, wat veel ruimte opleverde voor op afstand kijken naar de resultaten.
Er waren enorme fuchsia’s, opgeblazen Oost-Indische kers, Een hortensia en een, voor mij ondefinieerbare, bloem, maar wel kunstig neergezet. Opzetten is het probleem niet, maar hoe verder je vordert hoe moeilijker het wordt. Het blijft natuurlijk een statisch object. Detail pakken en uitvergroten is ook een ding op zich. Ik laat me toch weer verleiden tot bijna de hele bloem. Alleen maar, omdat ik het hart erbij wil. De allergrootste doeken heb ik in de auto gelaten en dat is in dit geval toch beter.
Titaanwit, citroen en aquamarijn, kraplak liggen in klodders op het palet. Lekkere dikke penselen om de opzet te maken. In eerste instantie gaat het goed. Bleke Betjes die bloembladen dat wel, maar subtiel en dansend. De achtergrond, ik verzin aqua met titaan, te mat, dan volle aqua. Daardoor verdwijnt de kracht van de bloem. Ik zet het rood nog wat aan. Ploeterdeploeter. Achter me hoor ik Fuchsia zuchten, staand op een stoel om het grote doek te kunnen behappen. Het schurken van de penselen over het doek heen met twee tegelijk. Het wordt gefilmd met geneurie van mijn kant erdoor. De sfeer is fijn, wat alleen maar ten goede komt aan de resultaten. De Hortensia van de hoek, opgeblazen tot een krachtige stamper en blad blaast ons omver. Eeen van ons zet de eerste schreden op het pad van de olieverf. Voorzichtig, vertwijfeld en aarzelend soms. Hoe breng je structuur, diepte, waar let je op bij de vorm, kleurentechniek. het is veel in een avond. Veel informatie op een avond. Ze schildert dapper door.
Verf in mijn haar en bij een ander op de handen, op het gezicht. Concentratie let niet op deze details. Fuchsia staat in haar kekke outfit van een dag vergaderen te schilderen, trekt ten leste wel een schortje aan. Ik had me ook niet omgekleed. Anders was de puf om te gaan, overspeeld.
Het resultaat roept twijfels op. Eerste laag, niets aan de hand, volgende week weer een dag. we gaan het zien en beleven. Bij het naar huis rijden trekt de vermoeidheid langzaam door tot mijn schouder. De afrit is dicht en met een mijl op zeven rij ik het dorp uit de andere snelweg op. toch nog laat thuis. Er is een mail van de overbuur van de tuin. Hoe blij hij was met de dag in Voorlinden. Wat fijn om te weten Een bijzondere dag, dat was het. Volgende week wat Voorlinden in de bloem brengen, Georde O’Keeffe bestuderen. Als ik haar doeken bekijk, zie ik dat ze veel gladder te werk gaat met nog meer sierlijke dansende lijnen. Volgende week de stampers en een andere achtergrond wellicht.
Amaryllis gaat mee naar huis, wat schetsjes maken en kleurkeuzes bepalen. Het juiste palet maakt of breekt de bloem. De afvallige gaat in een klein jeneverglaasje. Ze houdt het wel als model.
Een gedachte over “Ze houdt het wel als model”
Reacties zijn gesloten.