De vrouw lag ongemakkelijk op haar zij en ondersteunde het hoofd met haar linkerarm. Er lagen twee kussens. Een, die van thuis kwam, en een van het ziekenhuis. Ze greep mijn komst in het kamertje dankbaar aan om uitgebreid een praatje te maken. ‘Je kan het hoofdeinde ook hoger zetten’. tipte ik. Ze gaf aan dat ze dat niet wilde. Teveel pijn anders. Ze ratelde haar leven in een kwartier bij elkaar, omdat ze, op het moment dat ik binnen kwam lopen, aan haar hondje moest denken. Er volgde een schrijnend verhaal over haar man met vasculaire dementie op te jonge leeftijd, haar eigen ziekbed, de mantelzorg die niet meer mogelijk was. Laconiek had ze direct ervoor gezorgd, dat manlief drie maanden in een verzorgingshuis kon blijven. Als het niet gelukt was, had ze hem met scootmobiel en al op het grasveld gezet en mocht de familie het oplossen. Dat klonk hard, vond ze, maar er waren nu grotere problemen te tackelen, nu het haar gezondheid betrof. ‘Mantelmoe’, bedacht ik me. Zo weggecijferd dat de koek op was, nu ze zelf aan het tobben ging. Ze lichtte een tipje van de sluier op over de ernst van de verwardheid van de man. Schrijnend als er slechts een schim van de liefde overblijft en hoe je dat dan overleeft.
Het echtpaar had er een rit van twee uur opzitten. Het herfstweer, regen en vallend blad, had in de duisternis voor lange files gezorgd. Ze kwamen uit de Betuwe. In hun eigen ziekenhuis was deze behandeling niet mogelijk. Hij keek zwijgend omhoog naar de twee zakken met vloeistof, die langzaam druppelend soelaas moesten bieden. ‘Het is mijn tweede keer’, zei hij. Als een dief in de nacht waren de kankercellen weer binnengeslopen. Hij keek er berustend bij en wist hoe de molen zou draaien deze maanden.
Ze kwamen binnen en mochten in de Viproom, zoals we de kleine kamer noemden op de dagbehandeling. Ze keek sipper dan anders en de man was niet met zijn eigen kwalen bezig, zoals gewoonlijk, maar leek bezorgd en week niet van haar zijde. Ze had haar best gedaan op het uiterlijk. Zelf gehaakte sjaal om de hals, prachtige blauwe kleur, die matchte met haar ogen, haar bloes en haar hoofddoek. Ze zag er mooi en breekbaar uit. Ze deelde haar zorgen met de koffie mee. Haar wimpers en haar wenkbrauwen waren aan het uitvallen. Nu had ze wenkbrauwpoeder van haar dochter gekregen en daarmee had ze het dunne lijntje boven haar ogen aangezet. Bescheiden maar voldoende. ‘Gelukkig draag ik een bril’, zei ze, ‘dan valt het niet zo op’. Een blauwe, zag ik. Het haar op haar hoofd kwam in stekeltjes weer terug, dat was dan weer een opsteker. Haar man had het laatste oude vlas weggeschoren. Met haar woorden kwamen de beelden van Turks Fruit naar boven en die aandoenlijke scène. Elke verandering betekende een aanslag op de emotie. Er wordt wat losgewoeld, als het hele leven op scherp staat.
‘Terima kasih banyak’ zei de man en nam zijn koffie in ontvangst. In zijn ogen zag ik het Indische verleden. Ik was vergeten wat je dan hoorde te zeggen. Ooit, met de Wijze, speelden we met het Maleis, leerden woorden uit ons hoofd, telden tot tien en lazen Multatuli en Couperus, met tussen de regels door een vleug van zijn voorvaderen. Ahhh Tempo Doeloe. Alle woorden waren als sneeuw voor de zon verdwenen.
Eer ik het in de gaten had was de ochtend om. Een kleine druppel op een gloeiende plaat. Buiten omarmde de wind mijn losse gedachten.
Berna, hoe mooi jij dit neerzet, maar ook hoe mooi dat jij je inzet voor een lach, een hand, een blik. Het zal de mensen die er zijn zo goed doen!
LikeGeliked door 1 persoon
Dat het betekenis geeft, merk ik op alle fronten. Niet alleen voor de mensen, maar ook voor mezelf. Het relativeert. Dat werkt goed bij mij.
LikeLike
Wat jij betekent voor die mensen is een heel erg grote druppel op de gloeiende plaat!
Hoedje af.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank Lieve, maar ik ontvang daar ook zoveel voor terug. ❤ Ze zijn me allen lief. ❤
LikeLike
Ooit hoop ik dit ook te kunnen/mogen doen. Nu is er nog wat koudwatervrees.
LikeLike
Elk gemeend woord is goed Lieve. ❤ Jij hebt ze in huis ❤
LikeGeliked door 1 persoon