Ach, wat een klein heerlijk oud stukje Utrecht zijn de drie straten achter de Oosterkade toch. Het kleine Maria Pallaes hof aan de Wulpstraat ligt er in alle rust en stilte midden in een bloemenparadijs van rozen, anemonen en grote struiken hortensia’s. De kleine blauwe prins stond bij Tolsteeg en het was een stief kwartiertje lopen naar het Louis Hartlooper maar op deze manier geen straf. In een opwelling had ik snel nog de paraplu uit de auto gegrist en dat was een helder inzicht. Vanuit het niets, eerst nog een zonnetje, huilde de hemel loodrecht naar beneden op het laatste stukje van mijn route.
In het bioscoopcafé was het druk maar er viel altijd nog wel een plaats te bemachtigen. Ik zat tussen twee stelletjes, die elkaar klaarblijkelijk aan het verkennen waren. Innig verstrengeld en fluisterend, giebelend en zoenend. Ach ja. Door het gouden kalf heen keek ik naar buiten en ving een glimp op van vriendin. We hadden nog een half uur en de thee smaakte best. Koekje en chocolaatje erbij. De verwachtingen waren hoog gespannen. We hadden gereserveerd op rij vijf. Dat bleken meer mensen te hebben gedaan want in no time zat de rij vol en was de zaal nog half leeg. Naast me had een stel pinda’s meegenomen in een papieren kraakzak. Iemand in het midden van de rij zocht zijn toevlucht naar voren, waar hij het rijk alleen had. Eigenlijk hadden we hetzelfde moeten doen.
Wat volgde, in Birth of the Cool’ was een indrukwekkend verslag van het leven van de man die alles maar dan ook alles kon spelen omdat hij met ziel en zaligheid elke noot zuiver naast de andere plaatste. Zijn rauwe raspende stemgeluid, door de acteur Carl Lumbley voor deze documentaire geimiteerd, vertelde een deel van het verhaal. Nadat een goedaardig gezwel aan zijn strottehoofd was verwijderd, was die stem de bonus, die Miles er aan had overgehouden.
We werden getrakteerd op een muzikale conversatie van het Miles Davis Quintet. Vraag en antwoord in een virtuoos samenzijn. Op zijn ongedwongen tijd in Parijs met de prachtige Juliette Greco en de allesomvattende vrijheid, die hij daar genoot als muzikant en als mens. Terug in New York City besprong hem het racisme en viel het rauw op zijn dak. Nooit had hij het schrijnender gevoeld, als na het warme bad overzee.
Zijn leven verliep grillig met diepe dalen in de relationele sfeer en met zijn verslaving aan coke en alcohol. Het drukte een stempel op zijn sociale en muzikale leven en later ook op zijn optredens. Er waren periodes bij dat hij niet in beeld was. We kregen een overweldigende hoeveelheid aan informatie en dat beet zich vast in een overdracht, die net zo snel wende en keerde als zijn noten klonken. Ontzag voor de mens Miles met zijn gouden trompet, in alle opzichten waar het de muziek betrof en verbazing over de man Miles, zijn omgang met vrouwen en zijn zelfdestructie. Toch krabbelde hij iedere keer weer op om iets verheffends neer te zetten. Van tree naar tree, als in de liefde. Hij keek niet om maar op.
Naast mij kraakten tot twee keer toe andere noten tenenkrommend en toen een vriendelijk verzoek om compassie met het muziekgehoor van anderen niet werkte, werd een tweede keer afgestraft.
Er was ruimte en plaats genoeg in het hoge lichte café met zicht op de buitenplaats. Buurkat bracht afleiding. Ze mocht eigenlijk niet binnen maar bedelde dapper om kopjes en meer. We doken het leven van de jazzgeweldenaar nog eens in, schuurden die aan onze ervaringen en schaafden zijn vele misstappen bij. Iemand die zo vernieuwend kan blijven gedurende zijn eigen tijdpad is een hele grote. De regen kletterde koud op het glazen plafond, maar binnen was de warme vriendschap voelbaar..
Na het tweede rondje namen we afscheid met de belofte aan herhaling. Buiten klaarde de lucht en speelde haar eigen lied.
Een gedachte over “En speelde haar eigen lied”
Reacties zijn gesloten.