Uncategorized

Niet meer dan niets

Terwijl het nog donker is in huis, staan alle ramen wagenwijd open. De zware gordijnen wapperen zowaar. Door de vensters heen gloort het licht en als ik naar buiten loop, ontdek ik dat een zus gevlucht is naar het terras. Daar ligt ze heerlijk in haar lakentje gevangen, te slapen op de wiegende schommelbank. In het oosten kleurt de hemel al. Eigenlijk wil ik koffie maken, maar de waterkoker zou de andere slapers niet sparen. Dan maar met een handdoek omgeslagen op het terras op de eerste rij om de zonsopgang te bewonderen. Langzaam ontwaakt het dal. Hier en daar pinkelen nieuwe lichten. De wassende maan heeft een omfloerst Halo, de sterren zijn allang verbleekt. De bomen ruisen en de eerste hanen kraaien. Ergens blaft een hond in de verte.

Gisteren begon de dag aanzienlijk bedaarder, sloom bijna. In de eerste ochtendzon vond ik uit dat de weg hierachter lang langs een hoog maisveld voer en het uitzicht danig belemmerde aan de linkerzijde. Rechts lag het dal. Veel gites die allen waren verhuurd, getuige het aantal auto’s ervoor. Het was windstil. Hoog boven op een lantaarnpaal zat een buizerd, vermoedde ik. Thuis, als de foto kon worden uitvergroot, zou ik het pas zeker weten. De verrekijker lag in de Bernagie.

Bij thuiskomst was iedereen wakker. Het zwembad lonkte. eerst zwemmen en dan ontbijt. Een van ons ging hardlopen. Paadje op en paadje af in de herhaling bij gebrek aan de kennis van het netwerk aan dorpse wegen. Chloor en longen doen het samen niet goed. De deur kon echter wagenwijd opengeschoven en de zon zinderde een Hockneywaas over het azuurblauwe water. Vandaag neem ik het fototoestel mee. Je kon overal staan in het bassin. De gewichtloosheid in het water tilde me op en het voelde lichter. Met de andere twee baantjes trekken, afwisselend schoolslag en uitdrijven op de rug. Bij de paar slagen borstcrawl floot het vege lijf me terug. ‘He, he he dame, het zijn de Olympische spelen niet.’ Oké. met ons vieren was het bad vol.

Meesters zijn we in het ongepland plannen. Met een heerlijk ontbijt achter de kiezen, jus en vers gekookt ei, zwaaiden we via Saint-Andre, foto voor de kinderen, de naam van de vader, af naar Verviers. In mijn beleving en van jaren terug was dat een mooie en ruime stad, maar hier had de herinnering toch wonderen gedaan en het verval gemaskeerd met zoete dromen. Na een mislukte koffiepoging, wat winkels met kleding for sale, een sjaal voor zus en een parkeergarage met onooglijke en smalle bochten, waar de afgescheurde aluminiumfolie verbrand in het trappenhuis lag, kwamen we uit in het centrum. Een plein met een bonte stoet aan volk, scheurende stinkende Dominoscooters in het lawaaierige vangnet van verkeer. We streken neer, haast bevangen door de hitte, die bleef hangen in de straten. Veel mooie Afrikaanse jurken, junks, haastige mensen, kuierende toeristen, hangende jeugd en ouderen.

De gerant verontschuldigde zich. Er was een ramp gebeurd in de keuken, waar het onze bestelling betrof. De kaaskroketten waren ontploft. Helaas en sorry, sorry, ze moesten vervangen worden voor iets anders van de, op het bierviltje haastig neergepende, kaart. Het werd de croque madame, met extra aardappelcroquetjes en frieten.

Op de tocht terug liepen we een onverwacht mooi beeldenrijk binnen in de kleine kerk en in het kijkje ernaast waren er op de muren de mooiste tags en muurschilderingen gemaakt, gedichten op de muur en in een schilderij de golf van Hokusai met de mannen van Magritte. De tekst: ‘ Ceci n’est pas un Magritte’, wekte de humor en toonde de kracht van een gemeenschap. Verviers, stad om snel te vergeten. Toen we eruit reden zagen we het schonere deel met wat majestueuzere gebouwen, de kleurige vlaggen van Don Bosco, de brede lanen.

Op de terugweg een supermarkt, de hitte in plakken op de schouders bij het verlaten van de airco. Een korte siësta ter compensatie van de slenterpartij en een bezoek aan de boomgaard beneden, waar het rottende fruit een bedwelmend zoete geur verspreidde. De dag gleed in een verstikkende nacht met mug en weinig zuurstof.

IMG_4175

Ter compensatie is de wind er en de zon geheel ontwaakt net achter het huis, het zicht op de volledige opgang ontnomen. De lucht is geklaard. Hier en daar een veeg wit en roze. De wind is bijna koud te noemen, met 36 graden in het vooruitzicht beloofd het weer een warme dag. Een verkoelend beekje lonkt. Rustig aan het water en niets, niet meer dan niets.

Een gedachte over “Niet meer dan niets

Reacties zijn gesloten.