We zaten in een grote kring en ik moest veel te vaak waarschuwen. Steeds weer liepen er kinderen van hun plek of waren ergens mee aan het frotten. We zaten om de stad heen, die het hele lokaal besloeg. Er waren bruggen en wegen, al wat huizen, wat verkeer, maar er moest nog veel meer bijkomen. Toen de onrust bleef, besloot ik aan het werk te gaan met ze en met dezelfde vrije hand stuurde ik er een op pad om te kiezen. Hij kwam huilend terug. Voordat ik wrevelig kon worden, werd ik wakker.
Pfff, wat een malle droom. Terwijl ik de slaap uit mijn ogen wreef, wist ik onmiddellijk wat ik verkeerd had ingezet. Ik stuurde ze doelloos op pad. We hadden het niet gehad over wat er allemaal ter aanvulling mogelijk was, huizen van Lego of karton, het ontwerpen van auto’s en hoe je die staande kon houden, mensen, die er woonden in de stad enzovoort. Nu, met lege handen en een even leeg hoofd, hadden ze niets te kiezen, want het was te onoverzichtelijk voor ze.
Ooit hadden we op school ‘Het land van wirwar’ gemaakt, als voorloper op een project van Kunst Centraal. Het werd iedere dag groter en er kwam steeds meer bij. Op het laatst moesten we uitwijken naar de gang. De stad was van de watertafel af gegroeid. Uren konden ze ervoor liggen en spelen met de zelfgemaakte auto’s, de fietsers van ijzerdraad en papier, de papieren poppetjes. achter de huizen kwamen gordijnen aan draadjes wol en werden mensen geplakt. Het was een groot feest dat weken duurde. Het wegennet zat goed in elkaar met een rotonde en zijstraten, park en groenstroken waren niet vergeten.
Later kwamen er nog huizen bij van melkpakken en nog veel meer verkeer. We waren er achter gekomen dat we ze speelbestendig konden maken door ze te tekenen en op de blokken te plakken. Ook verzonnen we onze eigen ge- en verbodsborden, zoals ‘Je mag hier hinkelen’, ‘verboden op handen en voeten te lopen’ of ‘alléén achteruitlopers toegestaan’. We moesten ontdekken hoe het verkeer in elkaar stak, dus dat werd een tocht langs de drukke baan waar de school aan stond. Tegenliggers hebben we daar ook bekeken. Bij ieder auto riepen ze ‘Weer een tegenligger voor de andere kant’. Dat moesten we testen op het schoolplein, eerst met twee groepen tegenover elkaar de chaos nabootsen en kris, kras over hollen, dan orde scheppen door een onderbroken streep te trekken en netjes op de eigen helft te blijven.
In de zandbak ging het feest verder. Wegen aanleggen, tunnels uitgraven, funderingen maken en huizen bouwen. Een van de jongens had zich opgesteld als opzichter en gaf aanwijzingen, stuurde bij, had een oplossing voor opdoemende problemen.
Zo werd de hele omgeving ‘stad’ en hadden we alle facetten bekeken en elke situatie nagebootst en uitgespeeld. In de reflectiekring van iedere dag kwamen ideeën te over rollen om de volgende dag weer mee aan de slag te gaan. Precies het tegenovergestelde als in de droom gebeurde. Zo kan een simpel gegeven tot een ware nachtmerrie leiden, als je anders gewend bent.
Ik weet wel waar het vandaan komt. Ik ben op zoek naar de ingang voor een verhaal en dat kan ik nog niet vinden. Over het onderwerp is maar weinig bekend. Nu ik dit opschrijf, weet ik ineens, dat ik met de Swifterbandcultuur aan de slag moet. Dat is het volk uit het mesolithicum, die vooral leefden van de visvangst en de jacht. Ava en Inge zijn een vrouw en een baby uit die cultuur, waarover het verhaal zal gaan. Ava betekent vogel, leven, kracht. Ze zijn gevonden in het oudste babygrafje vorig jaar in Nieuwegein. Een beetje dromen, een beetje mijmeren en het begin van een nieuw project is geboren. De vogel zal als rode draad het verhaal sturen. Het ei is gelegd.
Een gedachte over “Het ei is gelegd”
Reacties zijn gesloten.