Uncategorized

De tas kan dicht

Pluis is de hele morgen al onrustig. Ze heeft me al een paar keer wakker gemaakt. Ik weet dat het komt omdat ze eten wil. Zoonlief heeft haar op rantsoen gedaan. Sinds die actie is ze veel speelser en slaapt ze niet meer het grootste deel van de dag. Zo, het bakje is weer gevuld met brokken. Het levert kopjes op, zachtjes langs mijn been gestreken.

Naast me staat mijn oude vertrouwde zwarte valies. De semi-leren weekendtas, tot aan de nok gevuld. Maar ik zal haar weer leeg moeten halen. Met drie warme tropendagen in het vooruitzicht is het blotebenenweer. Korte broek moet mee en wijde losse lange broeken, hemdjes en een vest. Dat zal volstaan. De zwarte jurk met lange mouwen mag er uit. Die met korte mouwen zal ik nog snel door een sopje slaan. Zon, die de bomen van bladgoud voorziet, schittert één grote belofte.

In mijn boek gaat Monet eveneens op zoek naar het licht en naar een nieuwe manier van kijken. Het wordt bewerkt door een gelaagdheid aan kleuren dat de ruimtelijke impressie versterkt. Het is boeiend om de ontwikkelingen te volgen. Ondanks zijn vele werken en dankzij de aversie van de gevestigde orde gaat de verkoop niet over rozen. Een bijtende kritiek van de schrijver Louis Leroy door het doek ‘Impression, Soleil levant’ in 1973  te vergelijken ‘met behang’ en ‘niet meer dan een impressie’. Het leverde wel de geuzennaam op voor de groep ‘Onverzettelijken’, zoals ze zich zelf noemden. Vanaf dan noemden ze de stijl ‘Het Impressionisme’.

010-2.jpgMonet: Impression, Soleil levant

De trailer, van de biografie ‘I, Claude Monet’ toont aan hoe het hem lukt om het licht in zijn werken te brengen.

Buiten zingt de merel haar hoogste lied en valt uitgerekend samen met het lezen van een citaat van Monet op de achterzijde van het boek. ‘Ik zou graag schilderen zoals de vogel zingt’. Toeval bestaat niet. In de trillers van de merel hoor ik de harmonieuze schoonheid die Monet wil vangen, maar bovenal de bezieling waarmee de kleine zwarte gieteling het lied brengt. Ik kom de vakantie wel door, want hierna ligt het boek van Cézanne klaar.

We gaan naar het Plateau van Herve met de glooiende groene heuvels. Daar was het ook, dat we met de vakanties in Hombourg het zinkviolenveld ontdekten. Een zijbeek van de Geul stroomde langs het grote gele kleed van zinkviolen. Eindeloos konden de kinderen dammen maken in het koude riviertje met de kiezels van de oever.  Het waren de zorgeloze dagen van weleer. Zo’n veld is uitermate geschikt om vast te leggen. Aquarelverf, penselen, pen en schetsboek mee, het wordt een vakantie in woord en beeld.

Nu eerst de tas weer. Inpakken, uitpakken nog eens inpakken. Besluiteloosheid overboord gooien en spijkers met koppen slaan. Zeven dagen van een beperkte keuze en toch van regen tot zonneschijn. ‘Laagjes’, hoor ik mijn moeder fluisteren. ‘Wat je aan kan en ook weer uit’. Vanuit een ooghoek zie ik de witte Trevira vestjes weer lopen, op een blauw geplooide Terlenka-rok, de steunkousen en de ‘makkelijke’ schoenen, stevige stappers. Mijn moeder en mijn tante, arm in arm op een dag vrij reizen.

Voor elke dag een setje. De tas kan dicht.

 

 

Een gedachte over “De tas kan dicht

Reacties zijn gesloten.