Zondagsrust met Tony de wees van Freinet, de tuin en het Maximapark. Het boekje is bijna uit en wil zich maar niet ontdoen van de lijdzame toon. Toch staat het ook vol met vergeten nostalgie. De armoede is vertaald in een homp droog brood en knoflook en een te zacht bed van hooi. Het lijdzame schikken van de kleine jongen is bijna vroom te noemen. Het gaat over hoeden van de geiten en de ossen, het dorsen en oogsten, het kleine dorpse leven compleet met een boeman en een wijze herder, die zijn leermeester wordt. Maar ook over het ontzag van zijn vrienden omdat hij al treinen en auto’s heeft gezien, in een stad heeft gewoond en zij nooit de berg af zijn gekomen. Die hierarchische ladder ligt overal op de loer.
Het weer is wisselvallig maar weerhoudt me niet van een bezoek aan de tuin. Gras maaien is de eerste handeling, daarna kan de ontdekkingstocht beginnen. Hè, de stokroos staat heel laag in bloei. Heeft zich verstopt achter de welig tierende geraniums en de moerasandoorn, die tot aan de bloei overal mag staan, omdat je haar zo weer uittrekt. Ze verstikt niet. Daar zijn ook de kleine leuke witte bloemetjes weer, waarvan ik maar steeds niet de naam ontdekken kan. De rozemarijn een beetje vrijwaren en de bieslook, die dapper probeert te wedijveren met de lange grassen, die sterker en overheersend zijn. Voor de lathyrus krijg ik van de buuf een ingenieus hekwerk en van vriend de bamboestokken en het ijzerdraad. De Oostindische kers aan haar voeten bloeit al.
Spoorslags naar het park, waar de parkeerplaats zich ontfermt over mijn kleine blauwe en de waterlelies zich onderweg naar het restaurant uitvoerig laten bewonderen. Op het asfalt bij binnenkomst en in de sloot aan de linkerkant. Prachtig wit en roze en uitbundig in bloei. De reservering was wat moeizaam gegaan, uiteindelijk had de gerant me een uurtje later gemanoeuvreerd, waardoor de helft van de familie was afgehaakt. Buiten bleek echter plek genoeg. De Franse opa en oma genoten met volle teugen van de kinderen en van het park. De kinderen speelden met een vluchtigheid die kinderen tegenwoordig eigen is en dolden van hot naar haar. Had de oudste nog niet kunnen lopen vanwege zijn dikke enkel, hier was zijn kwaal als bij toverslag verdwenen. De jongste dribbelde het hele park door met het accent op ‘Help mij het zelf te doen’. Eigenzinnig en niet bang ging hij op ontdekkingstocht.
In de speeltuin bekroop me de nostalgie. Met de groep hebben we hier ooit verjaardag gevierd. Het was zo’n dag waarop de zon al vroeg hoog aan de hemel stond en niet wilde wijken. Schaduw was er nauwelijks. De kinderen hadden de dag van hun leven. Helemaal toen de waterstralen in de kuil gevonden werden. De natte spullen waren in een oogwenk droog in de stralende zon. Het waren zeldzame verjaardagen waarbij het vooral om het genieten van het genieten ging. Er waren kinderen bij die nauwkeurig lang en uitgebreid stil konden blijven staan bij de kleinste elementen. De werking van de pomp, een mooie gladde kiezelsteen, zand dat door je vingers glipt.
Het waren leerzame momenten zowel voor hen als voor mij. Steeds weer zien hoe verwondering tot leven komt is rijkdom, pure rijkdom.
De Apéro zoals de Fransen het aperitief noemen werd uiteindelijk op het terras geserveerd en niet in de loungehoek. Het maakte niets uit. We waren in goed gezelschap. Een ouderwetse bittergarnituur met kaasloempia’s volgens kleinzoon 2. Ik reken het goed. Internationale kost met een Engelse serveerster. Op de terugweg blies een zwaan zich groot en joeg een paar grote Canadeze ganzen over de kling.
De Franse lelies hielden zich koest.
Een gedachte over “De Franse lelies hielden zich koest”
Reacties zijn gesloten.