Er was genoeg plek op de eerste verdieping van de parkeergarage bij het ziekenhuis. De kleine blauwe schudde dan ook vergenoegd, terwijl ik inparkeerde dicht bij de nooduitgang. Het is een vast plekje, maar doorgaans pas op de derde of de vierde verdieping vrij. Achter ons scheurden de andere auto’s met piepende banden, een oorverdovend lawaai.
Op de afdeling was het stil en ik liep eerst aan de wachtkamer met het loket voorbij omdat het luik nog hermetisch afgesloten was en ik het zo niet herkende. Vanuit de ruimte klonk mijn naam met verbazing in de stem. Ik keek op. Daar zat iemand die ik hier helemaal niet verwacht had en die ik doorgaans tegenkom in het IJsselsteinse circuit van Sprokkelhorst, koor en theater. Ik gaf haar een zoen op de beide wangen en na de verbazing volgde het waarom van dit ontmoeten op deze vervreemdende plek.
Last van de maag had ze twee weken geleden gehad. Ze was naar de dokter gegaan. Ze dacht zelf aan een maagzweer. Onderzoek, maagkanker en straks moet de maag eruit. Als een donderslag bij heldere hemel. Daar zaten we in die kale ruimte met de dichte balie. Nagenoeg even oud. Ze moest er tien over half acht zijn, inmiddels was het kwart voor acht. De sfeer was onwerkelijk. Er liepen genoeg mensen heen en weer, een buitenlandse arts met een grote glimlach, jonge verpleegkundigen of laboranten, secretaresses, broeders en overal de bekende gele waarschuwingsbordjes. Straling. Ze moest voor een PET-scan.
In mijn tas brandde het warme broodje kaas, snel gehaald bij de restauratie, die nog aan het ontwaken was. Ter plekke werd een homp brood afgesneden, plak kaas ertussen en klaar. Ik dacht aan de rommelpotterij van binnen, maar besloot het te negeren. Als de angst regeert, is de ondergang nabij. Waar had ik me die ochtend in godsnaam druk om gemaakt. Hier zat ik met net zo’n jong leven als ik, kinderen, kleinkinderen. Gelaten, omdat alles zo onwerkelijk was, en dapper. Ze ging ervoor. Twee vrouwen die elkaar herkennen zonder te spreken. Ze werd gehaald. Ik zag twee echtparen binnen komen en een man alleen.
Ik had het boek van Roos Schlikker meegenomen en las voorin de handgeschreven boodschap: ‘Omdat iedereen een beetje van glas is, Liefs. Roos’. De net verkregen tijding las mee en zorgde ervoor dat ik struikelde over de zinnen. Opnieuw en nu de concentratie op één verhaal. Herkenbaar aan de ene kant, de zorg van het kind om haar moeder, de beschermende voorwaarden van de omgeving, het leven op het Friese platteland vroeger in schril contrast met het leven in Amsterdam Noord. Aangrijpende verhalen, die er voor zorgden dat mijn eventuele obstakels onderuit gleden door de ontzetting om deze andere wereld. Wat een eerlijk en onverbloemd verslag, wat een breekbaar leven. Er zaten kleine juweeltjes van poëzie tussen de vlot geschreven zinnen, woorden die recht het hart vonden. Na de val kwam het gemis en alles wat dat had los getrild.
Tussendoor moest er van alles. Het infuus voor de radioactieve vloeistof. Het eten van de boterham en het drinken van de chocola, het wachten, maar ook weer het boek. Lang wachten, want het was druk. De wachtkamer liep vol. Mensen, wachtend op wat komen ging. Ze werden weggeroepen en kwamen met een verband terug, gingen weer en kwamen weerom. De ruimte op de nucleaire afdeling droeg haar naam met verve. Hier kon je alleen maar wachten tot je van binnen verlicht genoeg was om op de foto te mogen. Een half uur durende scan. Benen werden losse onderdelen, die ik gebood te ontspannen. Ik dacht mezelf vrij, terwijl ik daar lag, met de camera zwevend en zoemend boven me, die het hart gevangen hield in haar gouden greep. Daarachter het verhaal van de vrouw en die van de vrouwen uit het boek. Kwetsbare mensen, maar oneindig wilskrachtig en overlevers vanaf het eerste uur.
De kleine blauwe stond trouw op me te wachten en bracht me naar huis, waar ik met de koffie de rommelbuik weer toeliet en mijn benen, o zaligheid, optrok. Zover als mogelijk.
Ik ben er stil van, Berna. Wat naar om op die plek een bekende met een ‘zwaar’ verhaal te ontmoeten. Ook jij sterkte en hopelijk een goede uitslag van de scan of mri.
LikeGeliked door 1 persoon
Het was totaal onverwachts en indringend
Maar ook relativeerde het mijn eigen sores weer❣️
LikeLike
Zoiets komt inderdaad nogal ‘binnen’, zelfs bij mij die deze vrouw niet kent. Jij mag gerust last hebben van je eigen sores, niet altijd gemakkelijk ermee om te gaan…geldt ook een beetje voor mijzelf xx
LikeLike
Stil .in mij……
LikeLike