Juist op hemelvaart, als je ze nodig hebt, kraaien beide hanen niet. Maar om vier uur was ik al klaar wakker, dus gaf het niet. Bovendien hadden we met dit gure weer niet de intentie te gaan dauwtrappen. Mijn moeder was trouw in dat soort tradities. Iedere hemelvaart trok ze er, weliswaar met de fiets, op uit. In het begin nam ze ons nog mee, maar later ging ze fietsen naar degene die het verst weg woonden. De Bilt, Nieuwegein of Houten. Er zat altijd iets lekkers in de tas en de koffie was voor onze rekening. Amelisweerd was ook geliefd of wandelen langs de Kromme Rijn over het jaagpad aan weerskanten, de ene kant heen, de overkant voor terug.
Natuurlijk namen we de gewoonte mee naar onze eigen gezinnen. In alle vroegte de warme kinderlijfjes uit hun bed pellen, voor en achter op de fiets en karren door het doodstille Jutphaas, waarheen de wielen ons maar brengen wilden. In de tas zat het ontbijt. Met vier was dat te ingewikkeld. Nu kwam de auto om de hoek kijken maar daarmee kalverde het echte dauwtrappen af. Als je niet de stilte ervaren kan van een dorp in diepe rust en de eerste zonnestralen op je snoet dan is de beleving minder intensief.
Uit die begintijd stammen ook de fietstochten langs de kersenboomgaarden. Rode tong van de zoete meikersen, oorbel aan je oor met de tweelingkers en ergens, waar dan ook, vlekken in je kleren en steevast een bruine zak vol heerlijkheid mee naar huis. Soms viel de hemelvaart samen met de oogst. Ergens is me ontschoten of we dat vaak gedaan hebben. Het zou even zo vrolijk kunnen dat we maar een of twee keer op zo’n tocht zijn gegaan en dat het diepe indruk heeft achtergelaten, waardoor de frequentie er automatisch bij gedroomd werd. Alleen ging ze later wel trouw elke hemelvaart.

Gisteren heeft lief trouwens de arme dichtgegroeide fluweelboom voor het grootste gedeelte bevrijd. Dat bezorgde de boom en mijn gemoed een hele verlichting. Ik kreeg het al benauwd als ik al dat dichtgegroeide struweel zag. Nu mocht er weer licht en lucht tussen de stammetjes stromen. Zo fijn. De Wisteria had zich als een liaanplant om elke tak geslingerd. Door de starheid en de zwaarte zou de boom zelf bij een beetje stormwind afknappen als een luciferhoutje. Bij toeval, omdat ik een andere naam zocht voor ‘fluweelboom’ die dus ook azijnboom wordt genoemd, ontdekten we dat ‘sumak’ de gemalen bessen zijn van een struik uit de fluweelbomenfamilie. Het is een heerlijk zurig kruid, dat ik vooral ken uit de Perzische keuken. Over de gekookte rijst gestrooid staat het garant voor een hemelse smaak. .
Het zijn hopeloze herfstdagen en vooral het gebrek aan blauwe lucht en zon zorgt voor een hang naar een warm huis, dikke truien, sokkenvoeten in de sloffen en hete koffie of thee in de kom. De vrouw in het boek van Jaap Robben drinkt vooral anijsmelk. Iets wat bij die nostalgie van het dauwtrappen hoorde. Dat heb ik jaren gedaan. In de kast stonden altijd drie langwerpige doosjes de Ruyter anijsklontjes. Mijn moeder bezwoer dat je daarna sliep als een roosje. Ik vond het alleen maar lekker. Sinds de kinderen sliep ik in de nacht matig, niet alleen door hen, maar ook te wijten aan de nachtdiensten, 7 nachten op, 7 nachten af, die ik na de opleiding een lange periode gedraaid had. Bovendien hoorde ik in die dagen elke zucht en elke kraak.
Nu horen mijn dove oren alleen nog selectief. Tussen de hoge pieptonen, die er altijd zijn, klinken alleen de uitzonderlijke geluiden nog door, afwijkend in frequentiehoogte van dat wat er altijd is. Ik negeer het geluid aan de binnenkant. Dat is noodzaak, anders wordt je horend gek. Zo voegen we ons langzamerhand naar de kwalen, die zich in het geniep aandienen. Als je ze niet kan verslaan, dan moet je ze benutten, in variatie op een thema.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.