Hanengeschrei hoort er bij. Tenminste hier, terwijl we in ons eigen warme nestje liggen, worden we steevast elke ochtend gewekt door de twee hanen, een aan de linkerkant en een aan de rechterkant. Twee die ons wekken, in variatie op een thema. Ik doel op dat liedje over de waakzame engeltjes in de nacht, iets van heel lang geleden toen God nog op een gouden troon zat en trompetgeschal de hemel kleurde.
Vannacht moest ik ineens op zoek naar kanten bloesjes. Iedereen in de straat moest een kanten bloes aan, dat was de ‘dresscode’. Een gegeven dat vooral de laatste tijd in mijn omgeving op sluipersvoeten wordt gehanteerd. Voor de bruiloft van de broer van lief luidt het ‘casual smart’. Daar kan een mens wel alle kanten mee op. Het mag slordig slim zijn of functioneel slim, als je de vertalingen mag geloven. Officieel is het woord casual, casueel en dan weet je nog niets.
Dan duikt het dilemma op van de keuze. Wat doen we. Rijden we naar Pecs om ons in het winkelende stadsgewoel te storten of duiken we de kledingkast in op zoek naar een passende combinatie. Ik kies voor het laatste en kom tot de verrassende ontdekking dat er meerdere casuals in de kast hangen. Haha, kwestie van goed combineren. De of-white culotte met de wijde zwarte flodderjurk en het lange vest in dezelfde kleur als de broek werkt fantastisch en het groene enkellange hes, ooit in een opwelling uit een rek getrokken maar nooit aangehad blijkt met een beetje bloes erbij ook een fantastische mogelijkheid.
Het enige wat nog roet in het eten kan gooien is het weer. ‘Laagjes, laagjes’, zingt mijn moeder op de achtergrond en zo is het. Het vest kan uit, dan zijn er nog wat bleke betjes als blote armen, maar met de zwarte sjaal valt er heel wat te draperen en te bedekken. Lief heeft nog een mooie lichte zomerbroek en een prachtige donkerblauwe denim bloes, met een t-shirt eronder is hij het baasje. Hij moet sowieso om mijn gedub lachen. Als het maar lekker zit, toch.
Dochterlief belde om afspraken te maken over hun komst. Daar hebben we allebei heel veel zin in. Ze zal een lijstje maken van artikelen die we meenemen vanuit Nederland. Er zijn pas dingen die je echt gaat missen als je ze in de schappen van de supermarkten, ook al dragen die dezelfde naam als in Nederland, niet kan vinden. Belegen kaas bijvoorbeeld, drop natuurlijk en stroopwafels, maar ook de vegan-en-de-toko producten, al kom je met Japans nog een heel eind. Maar misschien ook tekenbladen en tekengerei, zeker een aantal boeken en nog zo wat.

Lief ‘breidt’ verder aan zijn paadjes. We maken een dwaaltuin, overal verschijnen geheimzinnige doorgangen, tussen de kleine fruitbomen, langs de schaduwtuin, voor de bellen van de hop langs, over het citadel en langs het bastion, om de dame heen, die straks hopelijk met haar voeten in de Oost-Indische kers staat. Natuurlijk mogen daar de dwaallichten niet ontbreken. Er zweeft een verhaal doorheen, dat straks vanzelf gestalte krijgt als de kinderen hun eigen salamander-speurtocht inzetten of als de kleine filosoof zijn plannen gaat uitvoeren om alle dieren die hij tijdens de reis tegen gekomen is, te boekstaven. Er kan zo maar eens een dwaallicht op eigen houtje gaan dwalen en wie weet wat die allemaal tegenkomt. De verrekijker ligt al klaar en voos fruit gaan we vast en zeker gebruiken om de vlinders mee aan te trekken. Er zijn hier zo veel soorten. Van oranje-tipje tot de koningspage en zijn koningin. Onder de bomen vallen juveniele kers en morellen, als die straks wat rijpen brandt het los. Een dwaaltuin met vlinders en vogels, salamanders en slangetjes om Freek Vonk te mogen spelen. Een klein paradijs.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.