Overpeinzingen

Een volgende ronde

Tjonge tjonge. Half twaalf en bij wijze van spreken al een halve marathon achter de rug. Om zes uur ging de wekker in huize ‘Diepe Rust’. Even laten snoozen en dan toch eruit. De telefoon is al langer in bedrijf merk ik. Een app van zoonlief of zijn broer hem naar schiphol zou kunnen brengen. Onder de deken klonk een stem vol slaap, die benieuwd was hoe laat hij dan present moest zijn. “Uhhh nu…’

Zo, alle basisenergie is present. Snel wat hete koffie erin en op pad. Bij zoonlief bedelt het kleine moppie, aangekleed en wel, om een tekening van oma. Baloe, die scheefgezakt tegen haar bordje hangt, is een dankbaar lijdend voorwerp. Er mogen regenbogen, gras en bloemen bij en, onmisbaar om een dag vrolijk in te luiden, de zon. Het afscheid van verloopt daardoor vlekkeloos. We lezen samen nog een boekje over de aarde, het heelal en de zee en dan is het tijd om de schoenen aan te doen. We moeten de kinderen bij de achterdeur brengen en het is niet de gewoonte om nog even aan te schuiven met een werkje. Ouders blijven voor het raam staan zwaaien. Ik denk aan de televisieserie en neurie in gedachten ‘Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent’.

Er komt een Pinkie kleine Batman langs stuiven, het postuur herken ik wel, het gezicht gaat schuil achter een masker, schoonzoon loopt er bedaard achteraan. Dribbel heeft me niet eens gezien en gehoord. Zodra hij in de buurt van school en zijn vrienden komt heeft de buitenwereld afgedaan. De twee zitten bij elkaar in de groep. Een en al gezelligheid.

Dochterlief vraagt of ik even een bakkie kom doen. Nu meteen maar, dacht ik. Spoorslags naar Utrecht en een uurtje bijkletsen en schilderen met de lieve kleindochter, die geheel op eigen wijze haar te knutselen zwembad dirigeert aan mams, die helpt het te verwezenlijken. Nog een aquarelletje van mij en van haar en klaar. Tijd voor de koffie thuis.

Het belooft heerlijk weer te worden. Dat was gisteren wel anders. Zuslief en ik hadden afgesproken te gaan wandelen en reden richting Langbroek. Hier en daar was er nog een waterig zonnetje, maar allengs nevelde het zelfs wat. Koud was het ook. Kouder dan de dag ervoor. We zouden de kastelenroute van Langbroek doen, maar kwamen bij kasteel Sandenburg uit dat oogverblindend wit was en daarmee prima als baken kon dienen. Auto in de berm, de oude schoenen aan en gaan over de klompenpaden, door een weiland, over een stuk weg naar een autovrije laan, waar we het bos weer in konden.

Vinken en roodborst hipten voor ons uit, Hier en daar was het modderhoppen. Aan het begin van de weg stonden de veelbesproken herten in deze dagen, die officieel regeringswijs het bos in zouden moeten. Even verderop stonden een paar bruin/zwarte mottige dikke-vacht-schapen sop hun schijnbare breekzame pootjes kalm te malen. Een vrouw van betamelijke leeftijd stiefelde met haar harige vriend over het pad en wees ons de weg. Terug bij het kasteel kwamen we haar nogmaals tegen. Beide hadden we een rondje in tegengestelde richting gelopen.

Veel wel en een klein beetje wee kwam langs en na vijf kilometer wandelen hadden we een afzakkertje verdiend. In het gemoedelijke wijk bij Duurstede was er nog plaats in de herberg. De frituur was helaas al uit. De bitterballen waren voor een volgende ronde.