Overpeinzingen

Krant spellen, puzzelen en Rumi

De bloes was voldoende op een stemmige plisee broekrok en met een zwart jasje erover. Met was lichte aanmaningen tot versnelling kwamen we op het nippertje aan bij de Bethaniekerk in Lunteren om de doopdienst van kleindochter mee te maken. De kleine blauwe liet zich geduldig inparkeren op een miniem plekje, precies voor de ingang. De grote suv’s en andere auto’s van formaat hadden het voorbij moeten laten gaan. Klein heeft zo z’n voordelen.

Het was al vroeg bijna helemaal vol. Heel veel kleintjes zaten her en der tussen het publiek. Het werd dan ook een dienst die een hoge mate aan kinderstemmetjes produceerde. Er was veel afwisseling. Veel gezang, opstaan, zitten, de doopkaars werd aangestoken, er werd gepreekt. De voertaal was Ambonees, met een voorganger die slechts drie maanden geleden hier naar toe was gekomen en die daarnaast heel behoorlijk onze taal machtig was. Er waren foto’s op de twee schermen te zien met onder andere de regenboog, het ontwerp van ons lieve kleinkind voor het boekje met teksten. De doop werd gehouden bij een klein doopvont middenvoor met haar Papa Ani, een broer van mijn schone dochter. Ze zagen er allen als een plaatje uit. de kleine in het tule, de schoondochter in fluweel en haar broer in een stemmig zwart.

Cadeautjes

Na de dienst was er een hapje en een drankje in het huis van Omi en Oops. Het werd volle bak De hele kumpulang van de familie was aanwezig plus de goede vriendinnen en vrienden. Loempiaatjes, Bapao, soep voor de inwendige mens. Aangenaam kouten, drukte van jewelste in de keuken, gekrioel van de kleintjes, terwijl de oudste kinderen op de trap achter hun schermpje hingen, cadeau’s, heel veel cadeaus voor het feestvarken en zoonlief die overal zoveel mogelijk de helpende hand bood. Trots op de lieverd.

Opeens was er de benauwdheid. Ik voelde het opkomen als een snelle razende tornado. Nu moest ik weg, begreep ik. Later bleek dat er inderdaad niet veel zuurstof was met al die mensen. Het kon ook zijn dat iets van wat ik gegeten had, niet goed was gevallen en hoogstwaarschijnlijk had ik te weinig gedronken. Het afscheid was wat overhaast maar kon op dat moment even niet anders. Een surrealistische rit met verergering van de symptomen was het gevolg. Thuis wilde ik liggen en later beter maar naar bed. Door het hoesten wat erbij hoorde, had ik vermoedelijk ook in de lies een breukje veroorzaakt. In ieder geval werd ik me gewaar van alle gewrichten, spieren, organen die levensgroot boven de pijn uitstegen. Alles klopte, boorde en klotterde. Griepje hoogstwaarschijnlijk, was de nuchterheid waarmee de angst werd weggevaagd. Diep ademhalen en het uitzingen. Niet kunnen slapen maar dan maar luisteren naar de diverse oprispingen en pijntjes en de draai proberen te vinden die verlichting bood. Het emmertje bleef bij de hand.

In de ochtend met hazenslaapjes tussendoor zakte een en ander. De rust deed goed. De koffie herstelde enigszins het unheimische gevoel. Lang geleden dat ik me zo had gevoeld. ‘Het gaat wel weer over voordat je een jongetje wordt’ zei onze moeder vroeger altijd bij elke kwaal. Het is hier in huis een gevleugelde uitspraak geworden. Daarbij vond zij, dat je maar weer snel in het normale ritme moest zien te komen. Een overlevingsstrategie die ik tot nu toe altijd wel voerde. Dat gaat straks ook gebeuren. Opstaan en de dag ergens in de middag beginnen. Maar nu eerst die zalvende rust. Krant spellen, puzzelen en Rumi.

8 gedachten over “Krant spellen, puzzelen en Rumi

Reacties zijn gesloten.