Overpeinzingen

We zijn benieuwd

Na regen komt zonneschijn en na de dichte mist van de ochtend kwam nog een stralende dag. Wat een mazzel We reden na de boodschappen nog even door naar het gebied achter ons dorp. Dat weggetje had ik eerder gereden tot aan de graansilo’s maar nu reden we door, kwamen door twee arme dorpen heen en zagen een oude schaapsherder die zijn kudde, compleet met een indrukwekkende bok, aan het hoeden was.

Voor ons uit reed een soort van SRV-man die zijn waren vanuit het zijraam in een bestelbus verkocht. De weg was Hongaars-slecht, stoplappen overal. De kleine blauwe reed dapper voort, kuilen en butsen zo veel mogelijk vermijdend en schuddend vervolgden we onze weg. Tegen de glooiende heuvel stonden kleine huisjes op een terp met erachter een veldje met wijnranken, sommige waren opgeknapt, anderen vervallen en soms werden ze niet het hele jaar door bewoond. Lief vond het weer net zo prachtig als ik, omdat hij door mijn blik op de schoonheid van de eenvoud van het gebied gewezen werd met als altijd de verademing van het weidse groene land, zo ver als het oog reiken kon.

Terwijl ik aan het gesprek denk van gisterenavond met het onderwerp asielzoekers, omdat een van ons daar vrijwilliger was geworden, is het juist de ruimte in elk land dat me bezig houdt. Zoveel plekken op aarde, waar mensen zouden kunnen wonen, een nieuw bestaan op zouden kunnen bouwen, zoveel stukken akkerland hier, vrij in de natuur.

Lief leest een artikel uit de Groene van James Bridle, een kunstenaar en schrijver van het boek ‘Ways of Being: Beyond human intelligence’. Af en toe komt er een stelling of opmerking langs. Hij is het vrijwel in alles met de schrijver eens en deelt de mening hoe bevrijdend het is om te weten dat wij niet de belangrijkste soort van leven zijn. Dat alles wat leeft van waarde is en zelfs van een grotere waarde dan wij kunnen bedenken. Zo zijn er planten in het Pindusgebergte in Griekenland die kunnen leven op vervuilde grond en de schadelijke stoffen in hun bladeren en stengels opslaan. Naast het leveren van zeldzame metalen, onder andere nikkel, saneren ze de bodem, waardoor deze geschikt wordt voor de teelt van andere gewassen en door koolstof vast te leggen in hun wortels. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden van die deze James in zijn boek heeft vastgelegd en dat zeer de moeite waard is om tot het besef te komen dat de natuur voor alles wat wij uitgevonden hebben allang zelf iets en vaak veel ingenieuzer had bedacht.

De bewustwording ervan is belangrijk. Als je ergens van overtuigd raakt bij het lezen van het boek is dat je niet langer over de natuur heen moet walsen maar dat je tot een interactie zou moeten komen zodat het respect voor al wat leeft alleen nog maar kan groeien. Hoe nietig, hoe klein is de mensheid. Er zijn andere manieren om de wereld te kennen en ernaar te handelen door bijvoorbeeld ook onze eigen leefpatronen te veranderen en deze kennis te omarmen. Het doet me denken aan het boek ‘Briljante planten’ van Geert-Jan Roebers, waar deze werkzame eigenschappen van de natuur speels en treffend worden beschreven. Dit zijn de inzichten die onze kinderen verder kunnen helpen.

De Google Meet van gisteren was goed gelukt. 1400 kilometer van ons cluppie verwijderd kan ik moeiteloos volgen wat er allemaal te voorschijn kwam aan gevoelsbeleving bij het lezen van het boek. Boeiend om te weten dat we allen op een na het hadden uitgelezen en de jij-vorm waarin de schrijver de hoofdpersoon laat vertellen voor drie van ons een meerwaarde was. Het was een boeiend gesprek, maar door het ingespannen luisteren en de minder scherpe beelden ook vermoeiend. Toch hielden we het vol, mede dankzij de persoonlijke ervaringen naar aanleiding van ‘Wat je van bloed weet’ van Philip Huff. Het nieuwe boek dat unaniem gekozen werd en volgens mij ook een aardige uitdaging is, is ‘Berg’ van Ann Quin. Enkele treffers ‘Anarchistisch, bedwelmend, humoristisch en donker’. ‘Een klassieker uit de naoorlogse Britse Avant-Garde’, aldus the Telegraph. We zijn benieuwd. .