Overpeinzingen

Ware vrijheid

Na gisterenavond hier op de veranda de regen te hebben omarmd, werden we verblijd met de muzikale Hongaarse klanken van een feest hier aan de overkant van de grote doorgangsweg. Met het ritme van de regen op het dak van het overdekte terras extra feestelijk en gezellig.

Op Facebook komt er een link langs met daarin een artikel over Liesbeth Woertman. Ik ga naarstig op zoek naar artikelen van haar en kom uit bij de volgende quote: ‘Je voelt je niet op je mooist in de narcistische bewondering, maar juist in het aangeraakt worden. Je wordt gemaakt in de fysieke aanraking, en je voelt je geweldig door de bevestiging en de nabijheid. Mooi zijn heeft te maken met momenten waarop je met jezelf samenvalt. Met uitzinnig dansen, of een zoen op de fiets. Juist als je niet met je uiterlijk bezig bent, ben je op je mooist.’

Het is zo waar wat daar staat. Het is wat ik persoonlijk ondervind nu wij elkaar opnieuw gevonden hebben. Het vertrouwen was er al, blind zelfs wist ik nog van onze eerste acht jaar samen, maar nu sterker dan ooit. Samen oud worden en er voor gaan is een stap, waarin we beiden nauwelijks meer geloofden, maar wat een meerwaarde heeft het ons gebracht. Dat spiegelt zich in alles waar we mee bezig zijn. Mogen zijn wie je bent op alle fronten is om te koesteren, een groot goed. We herkennen het in de rust die over alles heen filtert, de glans in de ogen, het ontspannen gelaat, de groei in het elkaar vinden en de veranderingen die het brengt. We bespreken het en komen tot de conclusie dat het leven goed is voor ons beide, bekroond met dit samenzijn. Zonder sentimenteel te worden overigens, maar wat er is mag benoemd worden.

Gisteren kregen we bezoek. Het echtpaar met hondje, waar Lief, tijdens hun reizen naar Nederland, iedere keer weer op had gepast. Beiden gepensioneerd. Hij had jarenlang in allerlei landen als consul gewerkt en zij ging met hem mee om hem daarin te steunen en vrijwilligerswerk te doen voor organisaties en waar dat nodig was. Ze hadden in verschillende culturen gewerkt en geleefd, het nodige meegemaakt en veel gezien en gehoord.

Het werd een geanimeerd en boeiend gesprek. Heerlijk om mensen te ontmoeten uit een andere leefwereld. Koekjes bij de koffie en over en weer niet uitgepraat raken, dat was zo ongeveer de strekking. Het vriendelijke hondje snuffelde en bedelde zijn behoefte aan aandacht bij elkaar. Beloven elkaar gauw te zien, de volgende keer als we hier zijn en uitwuiven, lekker ouderwets. Aan beide zijden de armen uit het raampje. Dag, dag.

De natuur heeft zich voorgenomen om dit uitgedroogde stuk land eens goed te doordrenken. Er komt geen einde aan. Wij lezen en schrijven ons er doorheen en ervaren het niet als een bezwaar. In tegendeel. In mijn hoofd speelt het rampjaar 1672 op, het verhaal voor de scholen moet gaan over dat stukje geschiedenis. De vraag is wie ik als hoofdpersoon opvoer. Een fictieve molenaarsdochter of een boerenzoon. Het wachten is op die ingeving die altijd en overal komen zal.

Lief leest De Keuze van Edith Eva Eger en is in het vooroorlogse Hongarije. Ik reis met Marten Toonder af naar Amsterdam, waar de belegering een feit is en er allerlei wegen gevonden moeten worden om door te kunnen blijven werken. Verguizen of omarmen daar komt het op neer. Moeilijke keuzes allemaal, maar om met Edith te spreken, die is er wel. Samen bespreken we bepaalde passages en toetsen het aan onze leefwereld. Wat zou jij doen in dezelfde omstandigheden. Die zijn zo verschrikkelijk dat het nauwelijks voor te stellen is. De belangrijkste zin is die van haar moeder aan haar: ‘We weten niet wat er gaat gebeuren. Maar onthou, dat niemand dat wat je in je eigen gedachten hebt van je af kan pakken’. In dat advies huist ware vrijheid