Als mijn moeder haar wolk aan het poetsen is, dan doet ze dat grondig. Eerst vannacht die huilende woedende wind om de nok en daarna kletterende regens. ‘Het ritme van de regen op het zolderraam’, bedacht Lief poëtisch. Maar er was geen touw meer vast te knopen aan dit atonale geweld.

Het etentje gisteren werd een groot succes. De stoofschotel aubergine ging schoon op. Een Turkse salade met ultradunne uienringen, heerlijke zoete trostomaatjes, citroen, olie en sumak completeerde het geheel. Libanees brood om mee te dippen. Zo harmonieus als de maaltijd was, zo waren ook de gesprekken. We hadden veel uit te wisselen en zaten direct, vanaf de eerste thee op gelijke hoogte, de diepte in eigenlijk.
Verhalen over de relaties over en weer, hoe hard je er aan kan blijven werken en hoe belangrijk dat is. Samengestelde gezinnen en de problematiek rondom, het accepteren van de rugzak van elkaar en daar weer een eigen weg in zoeken. Vriendinlief haalde een boeddhistisch gezegde aan: ‘Diepgaand luisteren en liefdevol spreken’. Op dat niveau aangekomen werd het alleen maar boeiender. Er was ruimte om ieder het bewandelde levenspad te laten delen met elkaar en evenzeer om dat liefdevol te ontvangen.
Tussendoor vlogen als vanouds de kwinkslagen over de tafel, anekdotes uit het gezamenlijke verleden. Soms om te verkneukelen, soms om te schateren. De dood schoof ook nog aan door de lege plekken die hij hier en daar had achtergelaten en die er steeds weer hadden ingehakt. Onze generatie is aan de beurt om dergelijke klappen te incasseren en de ene keer valt dat zwaarder dan de andere.
Intussen heeft de felle regen plaats gemaakt voor af en toe een blauwe lucht en voorbij zeilende wolken, afgewisseld met de onstuimigheid van harde wind en het grote grijs. Geen weer om veel te ondernemen. Een dag ‘pas op de plaats’ is prettig. Dat de buurman het gemijmer verstoort met zijn drilboor minder leuk. Te hooi en te gras lees ik wat artikelen, waarbij het interview in Zin-magazine met de schrijver Marieke Lucas Rijneveld intrigeert. Hij vertelt over een huilend kind dat gevallen is op straat en pas ophoudt met huilen als iemand de armen om hem heen slaat. Zo is hij ook, dacht hij. Zijn pijn moet gezien worden, daarna kan hij verder. Daar spreekt de schrijver die de woorden heeft om die pijn te vatten. Hoe vaak stoppen we de pijn niet weg, vegen het onder het tapijt. Als je er niet over kletst is het er niet, is de makkelijkste weg. Dat het jaren later tot een confrontatie met jezelf kan komen, is evident, want onverwerkt.
Ooit zat ik bij een bijeenkomst van Landmark waar ik door een collega voor was uitgenodigd. Nieuwsgierig als ik ben dacht ik, ik wil weten waarom er bij mij aversie is tegen deze organisatie, die prat gaat op haar zelfverbeteringscursussen. Al gauw was ik er achter, dat het inderdaad niet mijn kopje thee bleek te zijn. Er was echter een sessie bij waar mensen ten overstaan van alle anderen, een zaal vol, te biecht gingen over hun diepste geheimen. Daarna werd ons gevraagd de ogen te sluiten en een poosje over die van ons na te denken. Eer ik het in de gaten had, stroomden de tranen over de wangen, langdurig en niet te stoppen. Onverwerkt verdriet lag daar in besloten. Vanaf dat ene ogenblik nam ik me voor om over alles wat er in mij huisde, open te zijn, daar waar het er toe deed. In die zin had het weekend me toch wat goeds gebracht, al was mijn aversie tegen de handelswijze van deze turbulente manier van het omwoelen van de diepste gevoelens alleen maar groter geworden.
Landmark en ik zijn nooit meer vrienden geworden. Ik en mezelf daarentegen wel, tot in elke vezel.
Mooi beschreven dat diepere allemaal. Wat een wegen leggen we toch allemaal af in het leven.
LikeGeliked door 1 persoon
Zeg dat wel 🤭
LikeLike