Overpeinzingen

Onverbloemd vertellen

In de nieuwe ‘Zin’ beschrijft Stef Bos zijn ontmoeting met Henk Serfontein in de tweedehands winkel die hij zo beeldend ‘Het museum van Onvertelde Verhalen’ noemde. Achter elk voorwerp gaat wel een verhaal schuil. Dat grijze verleden behoorde deze Henk toe, de beeldend kunstenaar bleek oude handen hartstochtelijk en tot in het detail in houtskool te vangen.

Mijn eerste bewuste kennismaking met oude handen kan ik me tot op de dag van vandaag herinneren ook al is het meer dan 63 jaar geleden. Iedere week kwamen mijn opa en oma aangewandeld vanuit de Laryxstraat, de straat die recht tegenover ons huis liep. Van verre zag je de twee al aankomen. De kaarsrechte figuur van mijn opa met de hoed op zijn hoofd, de voorovergebogen kromgetrokken gestalte van mijn oma, zwaar leunend op de zwarte wandelstok. Als ze waren aangekomen, zat opa op de vertrouwde plek aan de keukentafel en trommelde met zijn vingers mee op de maat van de denkbeeldige muziek, want hij was stokkedoof, maar kon aan het licht van de radio zien dat die aan was.

Als kind zat ik graag bij hem in de buurt. De vertrouwde geur van oude mensen, een zweem sigaar, wat kamfer er doorheen, de geur van scheerzeep en pommade snoof ik met kinderlijke liefde op. Als de ene hand werkloos in de schoot lag, plukte ik aan zijn velletje, dat zo makkelijk te bewegen viel en waar nieuwe plooien van te trekken waren, naast de dikke aderen die er altijd bovenop lagen. Handen, fascinerend en vertrouwd, werkmanshanden ook met eelt en knoestig, die van de vaardige timmerman die hij ooit geweest was.

Ooit was er een opdracht van een fotocursus om een hele week uitsluitend handen te fotograferen. Net als de handen van Henk Serfontein kwam ik natuurlijk uit bij mijn eigen oude handen, waarbij het fotograferen met een hand soms tot bijzondere plaatjes leidde. Maar ook de handen van mijn Wajang Golek moesten er aan geloven. De neveneffecten met spiegel, raam en water daarbij beloofden een aparte weergave ervan. Zo bleef ik de hele week zoeken naar die staketsels. Het is een verruiming van de geest als de focus ligt op een onderwerp. Wat er dan allemaal niet te zien valt.

Stef refereert aan die ouderdom en de verhalen die elke lijn in die handen vertellen, levensverhalen. ‘Als ogen de spiegels zijn van de ziel dan zijn de handen het boek dat het verhaal van onze levens vertelt’ zegt hij en hij voegt er aan toe, ‘tenminste als de handen door Henk zijn vastgelegd in houtskool.’ Alles is er in af te lezen, ‘kwetsbaarheid, verdriet, geluk, kracht’, dat wat een leven met zich meebrengt.

Toen mijn moeder plotseling overleed, nu dertig jaar geleden, zocht ik maanden naar haar, overmand door het verdriet en vooral door het abrupte van dat verlies zonder afscheid te kunnen nemen. Ik vond haar in de gelijkenissen die me troffen bij andere mensen. Haar haren, haar hals, haar stem, een oogopslag. Terwijl ik stond te wachten op een Chinese maaltijd, trof ik haar handen die net een verpakte maaltijd aangereikt kregen. In een oogwenk vloog het moment voorbij.

Handen, de persoonlijke foliant van een ouder mens, dat te lezen valt voor de buitenwereld als een goed verstaander maar een half woord nodig heeft. Om te koesteren en te spelen met de losse vellen die die bladzijden onverbloemd vertellen.

6 gedachten over “Onverbloemd vertellen

Reacties zijn gesloten.