Soms kom je iets tegen, dat rechtstreeks de kern raakt en waarvan je hart opveert. In het hoofdstuk Winter uit ‘Winteren’ van Katherine May komt de volgende passage voor: ‘ Je moet het leven leiden waardoor je je goed voelt, niet het leven dat andere mensen willen’. Degene die deze raad aanhaalt is Dorte, een vrouw met een bipolaire stoornis. Ze krijgt dit advies na tien jaar tobben aangereikt door een, haar onbekende arts, die waarneemt voor zijn collega. Vanaf dat moment neemt ze het heft in eigen hand, daarbij vooral geholpen door de dagelijkse winterse zeeduik, toen ze merkte dat ze zich beter voelde bij kou, dan bij warmte. Daar moest ze eerst wel naar toe werken in kleine stappen met volharding en groot succes. Iets om heilig ontzag voor te hebben, dat je de realiteit naadloos durft aan te passen aan het ‘Zijn’. Er was oefening voor nodig, maar uiteindelijk baarde het kunst. De schoonheid van het doorgronden. Een zo’n passage is voor deze ochtend al genoeg. Wijsheid ligt soms verborgen of duikt plotseling en onverwacht op, als je de ogen er maar voor opent.
Gisteren kwam mijn verwacht bezoek een uurtje later. De tijd is aan ons in deze stille dagen, dus maakte het niet uit. Een grote verrassingsdoos, die ik pas na de boodschappen uit zou pakken. Thee en heerlijke winterse chocolaatjes van mijn andere werkgever waren voorhanden. Gemoedelijk gekout over het wel en wee. Een nieuwe zilveren dwarsfluit als opsteker van de dag, een eeuwige liefde voor het instrument wat al heel vroeg duidelijk was en af en toe, in de verlegen blik, mijn lief klein meisje van ooit. Alweer 12 jaar. De tijd vliegt voorbij. Erasmus werd met vriend besproken en het was fijn om dat te mogen delen. Naar aanleiding van mijn blog was het boek besteld en lag het straks onder de kerstboom. Zelf was het kind van pas geleden nu Geronimo Stilton aan het lezen, de muis, die kinderen door de tijd laat reizen en ze meeneemt naar Homerus zijn Odyssee en het Rome van Dante bijvoorbeeld. Gek op lezen, wat haast niet anders kon, met boekminnende ouders en juffen.

Het gesprek kabbelde voort en sloeg een uur stuk. Tijd om een deur verder te gaan. De doos bleef onaangeroerd tot na de boodschappen. Maar daarna kon het feest beginnen. In feite was het een groot filmpakket bij elkaar. Een te kiezen film, popcorn zoet en zout, zoetigheid, frisdrank, en een kaaszoutje met dip. Dubbel feest door het Vrijwilligershuis. Pluis vond het maar zozo, zonder kattensnoepjes.
Vriendlief is weer in het land. Gebroken door de lange reis, een tikkie ‘weltfremd’ hier in het westen, maar heelhuids. Van de week ga ik poolshoogte nemen. Vandaag word ik bijgepraat, of liever, bijgeschreven, daarna zijn er stappen te ondernemen, verwacht ik.
Zoonlief had de Zonnewendemaan onder zijn leden en liep al vanaf voor vieren te spoken, sapjes te brouwen en roffeltjes op de trap ten beste te geven. Zonet nog probeerde ik in slaap te vallen, maar eenmaal aan het malen stoppen de radertjes in het hoofd niet meer zo vlug.
Iemand schreef, ik zal de musea zo erg missen. Mijn eerste neiging was het te beamen, maar ik ben zeker twee maanden niet in het museum geweest. Ik vrees dat we dát niet zozeer missen, maar meer het idee, dat we er niet in vrijheid over kunnen beschikken. En is dat niet met alles zo. Iets om over na te denken.
Een gedachte over “Iets om over na te denken”
Reacties zijn gesloten.