Uncategorized

Pas dan weet je waarover te klagen valt

Plukken blauw in de lucht, afgewisseld met slierten wit en grijs. De vraag van mij aan de quarantaineliefjes, is er nog behoefte aan aanvullende voorraad. Prompt volgt er een lijstje met een aantal ‘O ja’s’ er achteraan. O ja, ook nog kaas en O ja, ook nog…Als het dat is, ga ik eerst op pad om alles te verzamelen. Het brengt getalm en gedub met zich mee. Nee, deze kaas lijkt me klein voor een gezin toch, voor mij alleen is het groot genoeg. De biologische eieren waarschijnlijk. Speculaaskruiden. Waar zijn die te vinden. Bij de kruiden of bij het meel en de vanillesuiker. De wereld van de supermarkt weer als ontginnend terrein. Prijzen zien, waar je nooit op let, omdat je die middelen zelf niet gebruikt. Dochterlief en de kleine filosoof staan al aan de deur, met een vinger op de lippen. Stttt, de kleine meid slaapt. Boodschappen op het bankje voor het raam gezet, zwaaien naar de bleke betjes bij de deur. Dag lieverds.

Op de tuin spreek ik een van de tuinders van over de sloot. Hij heeft net een infarct achter de rug en twee stents gekregen. Het werd ontdekt dankzij zijn eigen vasthoudendheid. Een zeer herkenbare situatie. Het schept een band. Er hangt een sombere lucht boven de sloot. Af en toe miezert het fijne motregen. Als een milde schoonheidsdouche voor de huid van het gelaat. Bril in de mist, want ze beslaat.

Langs de tuin van dochterlief en langs de achterkant van het complex door naar mijn tuin. Mijn lieve trouwe atelier staat kaal en fier te wachten, veel bloei is al in winterslaap, maar toch zijn er altijd de dappere laatbloeiers, die onverdroten door bikkelen. Volgende week wordt het kouder en verwacht men de eerste vorst. Maar de helleborus staat fier in knop. De grote tros met bloemen opgeheven. Het is de eerste keer dat ze weelderig de winter inzet.

Half achter de moerbei verscholen ontdek ik een gewone witte smeerwortel, prachtig in bloei en laat voor haar doen. Tuin zit vol verrassingen. De Vlaamse Gaai vliegt verschrikt op en verdwijnt in vlucht de sloot over. Merel pikt hier en daar wat in het gras. Op de voederplaats van de ouwe dartelen pimpel-en koolmezen een uitgelaten gebed bij elkaar, dankbaar voor de snoeren pinda’s, een overvloed aan wintervoer.

De eerste wilgknot wordt ingezet. In eigen tempo, met rustpauzes ertussen. Wilg en brandnetel, dat wat nog rest van de laatste, zijn de pineut. Maar verder dan één en een beetje, behalve de dikke takken, die anderen eruit moeten zagen, kom ik niet. Minder moe dan vorige week, minder hoesten ook, daar in het vrije veld op deze rookvrije zaterdag. Mondjesmaat vooruitgang. Het logboek kan bijgeschreven en dan is het tijd om te gaan. Het miezeren zet er inmiddels een tandje bij. De deur gaat dicht, de grendel ervoor, dag lieve tuin.

Thuis mis ik aanvankelijk sterren op het doek, maar kijk het terug. Als ik naar bed wil, start de VPRO een film, ‘Capharnäum’ geregisseerd door Nadine Labaki. Door de aandoenlijke jonge Zaïre blijf ik in starthouding om te gaan, nog even zitten. Gevaarlijk, want ineens grijpt de film me volledig bij de kladden en kan ik me niet meer los scheuren. Als je denkt te moeten klagen, dan is de remedie deze film. Kijk naar de arme Zaïre die zijn ouders aanklaagt, omdat ze hem op de wereld hebben gezet en bezie de rauwe werkelijkheid van de armen in Beiroet. Pas dan weet je waar over te klagen valt.

5 gedachten over “Pas dan weet je waarover te klagen valt

  1. Cadeautjes in de tuin, dat is genieten! De helleborus, prachtige bloem! Ik verheug mij om er weer een paar te kopen voor onze nieuwe tuin! De titel van de film in mijn boekje, later kijken, dank voor de tip, Berna ♥️

    Like

Reacties zijn gesloten.