Heel de stad had bedacht de laatste zonnige zondag in het park met de kinderboerderij door te brengen. Groot en klein struinden door de dierenweides, aaiden de koeien, liepen de geitjes achterna, kakelden om de kippen heen. Dochterlief en de oudste kleinzoon hadden me al gezien. Snel loodsten we ons het paadje naar de bloementuin in. Daar huppelden slechts twee kinderen door het struweel. Een oase van rust temidden van de drukte.
Kleine Dribbel had zijn dag niet en was overal iBooks om. Misschien was het toch frustratie dat hij niet goed uit kon leggen wat hem dwars zat. Hij werd in het Frans toegesproken door zijn vader en speelde deemoedig de schuldenaar. Zodra papa met jeune homme schermde, waren de rapen gaar. Maar achter zijn rug om mepte hij de waterfles, die tussen ons instond, vliegensvlug omver. Zo’n kleine ondeugd.
Voor de middelste van de drie was het park een groot walhalla. Hij kwam langs sjezen, terwijl hij een rood fietsje met twee jongetjes erop voort duwde. Glimlach van oor tot oor. Overal en nergens was er wel vermaak te vinden. Dan weer bij de dieren, op het voetbalveldje, bij de waterpomp, door het zand. Dribbel had eindelijk afleiding gevonden in een kleine stellage waarop je kon balanceren. Vanaf ons rustige plekje sloegen we hem gade. Over de bomen en de kinderstemmen heen ruimde het lawaai van de kermis, iets verderop. De oudste was er met zijn vader naar toegelopen, omdat hij niets kon doen met zijn arm in het gips. Weer niet voetballen, nog niet spelen en niet fietsen. Een hard gelag. Alle levenslust verdween in het spel op zijn telefoon.
De vermoeidheid van gisteren, die heerlijke cursus en alle opgedane nieuwe indrukken, zong nog na in het hoofd. Vandaag was het een lome dag, waarbij het bezoekje aan het park even een frisse snuif zuurstof beoogde en even een glimp van het kroost. Meer puf was er niet. Mijn andere liefjes hadden een eerste nacht in hun caravan geslapen.voor de eerste keer. Daarna waren ze naar de domkerk gegaan, die eindelijk weer open was en kleindochter vroeg of ze de kaarsjes mocht uitblazen, na voor de eerste keer een kaarsje te hebben aangestoken voor opa op zijn wolk. Toen dat niet de bedoeling was zong ze maar ‘lang zal ze leven’. Het leverde een lach en een traan op.
‘S Avonds zag ik de aflevering van Maud & Babs. Babs werd gespeeld door Loes Luca. Een vergeetachtige moeder en haar zorgzame dochter, die daardoor voor bemoeizuchtig werd versleten. De kleine veranderingen die steeds gevaarlijker vormen aannemen zorgen ervoor, dat dochter Maud in een tweespalt terecht komt met haar werk en haar gezin. Daarnaast speelt de achterdocht van haar moeder een grote rol. Ze speelt haar vergeetachtigheid weg met veel gesus, niets aan de hand of een felle boosheid om die vermeende bemoeizucht.
Het blijkt een serie te zijn en vanmorgen keek ik deel een terug. Aandoenlijke beelden. Een prijskaartje aan een badpak tijdens het zwemmen, een pijnlijke schouder opgelopen bij een val, die ze verzwijgt, bij het opwarmen van een maaltijd de ovenfunctie aanzetten in plaats van een magnetron, een deur vol memootjes, kattebelletjes voor het gebruik van apparaten, een auto willen openen met de voordeur sleutel. En dochter maar opspringen en wegrennen uit haar eigen verantwoordelijkheid om alles weer te effenen. Ziedaar de grote zorg van een mantelzorger.
Geen opwekkende gedachte, wel herkenbaar en reëel. Zo kan het gaan, zo gaat het ook in veel gevallen. Mijn oom had zijn dementerende schoonmoeder in huis genomen, maar haar achterdocht en haar beschuldigingen werden te erg. Het verdriet is dubbel groot als het niet lukt, als het als falen voelt. Terwijl er situaties zijn die niet op te lossen zijn met extra zorg.
Zoonlief zit inmiddels op de toppen van een berg met vriendinlief, eeuwige sneeuw, tegen het vriespunt, maar een onvergetelijk uitzicht. Alles heeft zo z’n voordeel.
Herkenbaar, die levendige dribbelende ventjes😉
LikeLike