De blauwe prins stond nog niet koud voor de deur van de maisonnette van dochterlief of de deur beneden ging al open met de kleine grote man, afwachtend en stuiterend van de spanning, al in de deuropening.
‘Ik dacht al, hoe laat komt oma‘ riep hij al van verre. Officieel zouden we om drie uur met de familie zijn verjaardag dunnetjes over doen vanaf drie uur. Zijn grote oom en tante waren tijdens de lunch al langs geweest en met één gezin op vakantie, een hoogzwangere tante, nog niet ingeënt en met Coronavrees, en een jongste oom die later in de week zou komen, werd het een heel karig feestje. Hij wilde pokémonkaarten voor zijn verjaardag.
Dat leverde, nu er niemand meer zou komen, een retourtje naar het speelgoedparadijs, waar kinderen verlekkerd door al het moois heen struinden als Holle Bolle Gijs door zijn rijstebrij. In het schap van de kaarten hing de boodschap die we al vreesden. Uitverkocht en bij de klantenservice beaamde een vriendelijke vrouw ons, dat dat landelijk zo bleek te zijn. Er zat maar één ding op. Feest maken in, de voor oma’s meest verafstaande, goeie ouwe rood met gele bekendheid.
Die in mijn stad dan maar, want hier op die futuristische Wall leek het wel een Bijenkorf van in en uitzoemende mensen, die nog nooit van afstand houden hadden gehoord. De juiste keuze. De hele weg wilde de jarige job mee in mijn auto. Geschrokken bedacht ik me dat het zitje thuis lag in de schuur. Het leverde een daverend lachsalvo van de ouders op. Hij was natuurlijk allang die jaren voorbij. Eenmaal uit de kinderen, dan raken dat soort zaken sleets en vaag. Voor we bij de winkel waren was de spraakwaterval van de kleine onderzoeker niet te stuiten, maar na het lege schap zat er een bedremmeld stil jongetje naast me dat de wereld aan zich voorbij liet gaan en waar, achter de peinzende oogopslag, zijn kaartenhuisje een nieuwe voedingsbodem nodig had.

‘Blijven lachen, lieverd, het komt vast goed’. De verrassing, Franse frieten en hamburgers, maakte de zuurste druiven zoet en zijn vader speurde na de maaltijd internet af. Het bleek dat er weer net op dat gelukzalige moment nieuwe kaarten waren gelanceerd. Het stuiteren nam opnieuw vaart. Ik zwaaide een auto vol blije gezichten uit, helemaal jarig, een dag met een strik erom. Dag lieverds.
Straks moet ik toch eens zoeken naar de map van de jongste, met kaarten uit de jaren ‘90, die ik nergens meer kan vinden. Als ik kleinzoon mag geloven zijn we dan de hemel te rijk, een vermogen zijn ze waard. Het zou ook zo maar kunnen, dat ze in de opruimwoede verdwenen zijn naar de kringloop. De troost is, dat dan een ander jong hart sprongetjes heeft gemaakt bij het vinden ervan.
Thuis keek ik nog een deel van ‘ De Eeuw van mijn Moeder’ van Eric de Vroedt terug, dat zo meesterlijk werd neergezet door het Nationaal Theater. Ontroerend einde met een scène waarin de zoon zo dicht mogelijk bij zijn moeder mocht zijn toen ze in elkaar stortte en ontdeed van alles wat knelde en te warm was. Zijn zorgende zwager interpreteerde de situatie volkomen verkeerd toen hij beide in een omhelzing op de grond zag zitten en walste met zijn goede bedoelingen het langverwachte verlangen van de zoon in één tel plat.
Die kenmerkende effecten van het goed bedoelen en daardoor geen ruimte laten. Het is de emotie van totale verbijstering die een eigen leven leidt en reddende engelen laten handelen zonder inzicht of begrip, door wat ze op dat moment als schokkend ervaren. Indringend en ingrijpend, deze prachtige marathonvoorstelling, nu opgeknipt in drie delen. Iets wat een goed idee was, want na iedere voorstelling viel er veel te verwerken en overpeinzen. Het graaft in familieverhoudingen, de relationele sfeer, gedachten malen over waarheid en verdichting van herinneringen. Het raakt heel diep van binnen, tot in de kern van de ziel.
Het is me wat met die Pokémonkaarten. Bij onze kleinzonen wordt ook de halve wereld afgezocht.
Als ik het goed begrijp, word jij binnenkort weer oma? Heerlijk vooruitzicht.
LikeGeliked door 1 persoon
En dat is het. ❤️
LikeGeliked door 1 persoon