Een magische vinger op de knop en pffffft, als sneeuw voor de zon verdwijnen de zinnen in een oogwenk en zijn op geen enkele wijze meer te achterhalen. Lyriek, vers van de pers, onverdroten door het afvoerputje gespoeld. Naarstig speur ik de historie af, maar weg is echt weg, foetsie, verdwenen. Zuchtend om wat al lang gezegd is, in de herhaling dan maar.

Het was al zo’n onrustige nacht. Aan de overkant van de flat hielden de nieuwe bewoners een inwijding van hun huis. Alsof de plaatselijke voetbalvereniging het zegevieren en de overwinning van het eerste uitbundig vierde of alsof een echtpaar tijdens een bruiloft onder luid gejoel op de schouders werd gehesen. Ze hadden wel een feeërieke verlichting voor dat tuinfeest, want de maan stond in alle glorie en volheid als een romige Goudse kaas te schitteren. Nog een reden om wakker te zijn. Bovendien is het deze maand ook nog een ‘ blue moon’ , die morgennacht tot volle wasdom komt.
Vandaag nam ik de benenwagen om de boodschappen in huis te halen. Een beetje beweging doet een mens goed. De stappenteller sprokkelde een ruime drie kilometer bij elkaar. Iets van het ‘ luie’ zweet eruit en nieuwe energie erin. Onderweg kwam ik een moeder van school tegen. Ze liep met haar man achter een kinderwagen en groette enthousiast. Of ik wist van welk kind haar kleindochter was. Naarstig begonnen er puzzelstukken in mijn hoofd te schuiven, maar een naam zat er niet bij. Ze noemde enthousiast de naam van haar zoon, waarachter ineens zijn olijke toet verscheen toen hij bij mij in de groep zat. Ik zocht naar een kuiltje in de wang, de blauwe ogen, het blonde haar. Alleen de ogen waren een match in dat lieve kale koppie. Heel het leven in een notendop werd uitgewisseld, terwijl het puzzelstuk met haar naam maar niet op z’n plek wilde vallen. Nu pas, tussen flarden van gedachten, onder het volle maanlicht, wist ik het weer. Een prachtige Franse naam.
Met de lieve groeten voor iedereen vervolgden ze hun weg, het tunneltje in, waar ik, even daarvoor, de prachtige tags op de wanden had bewonderd. Twee mannen waren flink met een heel arsenaal aan spuitbussen in de weer. Het was tot dan toe een naargeestige doorgang, maar nu viel er veel aan schoonheid te bewonderen.
Net voor de bui zat ik hoog en droog op de bank. De buurman bracht een zakje met pruimen. Hij had kennelijk een goede oogst gehad op zijn volkstuin. Met heimwee dacht ik aan mijn oogst. Nog een dag of tien, dan kon ik er hopelijk weer tegenaan, in ieder geval er wel naar toe. Buur was ook nieuwsgierig naar de pols en vol verbazing over de locatie waar de breuk was opgelopen. Er volgde een kleine litanie aan treurige kwalen, maar toen werd het voor zijn rug te zwaar om langer te blijven staan en slofte hij terug naar zijn eigen deur.
Pluis kwam me wakker maken uit een korte inhaalslag aan slaap en keek me vragend aan. Haar bakje was leeg. Brokjes afgewogen, deur op een kier gezet en toch nog even verder gesukkeld met de meest wonderlijke dromen, over een tandeloze zakkenroller, die mijn portemonnee niet terug wilde geven, een protestactie met gekruisigde jezussen en een voorstelling die allesbehalve op rolletjes liep. Er viel geen chocola van te maken.
De zon schijnt, de voorspellingen zijn goed voor een Middeleeuws vermaak. De iPhone is opgeladen. Op naar de mooie plaatjes. Edelman, bedelman…
Een gedachte over “Edelman, bedelman…”
Reacties zijn gesloten.