Zonder vader kan je je maar al te makkelijk vergissen. Ik wenste alle vaders in mijn gezin en die ene op zijn wolk een heerlijke vaderdag toe. ‘Volgende week pas’ appte dochterlief. Oeps. Vaderdag thuis was de dag van de pakjes zware shag en de jonge jenever, het enige cadeau waarvan we zeker wisten dat het altijd goed was. Zelfs Sinterklaas bracht vijf pakjes shag gewikkeld in vele lagen papier, of met briefjes die naar het pakje leiden en hem eerst het hele huis doorstuurden. Hij bleef trouw meespelen. Ruim 25 jaar dezelfde oubollige grap, maar verbazing spelen en meelachen om tere kindersnoetjes vol verwachting niet teleur te stellen.
Volgende week dus, maar tijdens de lunch bij het gezin van dochterlief met de Franse oma en opa erbij vierden we het al dunnetjes, omdat het volgend weekend kleinzoon een verjaardagsfeest bij een vriend had. In koeterwalen-Frans en met handen en voeten, naast de rappe vertaling van dochterlief, ontspon zich een gesprek over corona, over waarschuwingen voor de ernstige variant, over de kinderen en kleinkinderen, over bevallingen, gezondheid en lichamelijke ongemakken. Ik luisterde ingespannen naar het samengetrokken Frans, ving soms ineens een volzin, vergat bekende woorden, brabbelde ‘alle Fransen’ waar ik ‘het Frans’ bedoelde. ULO-Frans weggezakt naar het nulpunt. Af en toe proestte dochter het uit. Babylonische spraakverwarringen ten top.
Dribbel deed een aanval op de gekookte eieren, die hij reuze lekker vond, komkommers zijn bij de oudste jongens niet aan te slepen. Er was ruim voldoende. Na een heerlijke warme thee op het eind werd het tijd om een deur verder te gaan. De verjaardag van Zwager. Gelukkig was de inpandige slijter van de supermarkt open. ‘Ouzo 12′ had zuslief ingefluisterd en dat klopte als een bus. Het perfecte cadeau. De zussen kwamen en neef met zijn gezin. Zijn kleintje had grote kraalogen waarmee hij elke potentiële oma en opa onbewust om zijn kleine garnalenvingers wond. Vier oma’s om je bezig te houden, dat is boffen.

Dan was er ook nog dat andere gezin. Een pimpelmezenpaar met kleintjes in het nestkastje aan de muur. Af en aan vlogen de ouders, aarzelend, argwanend maar dapper, ondanks de drukte. Er werd heel wat afgevoerd door die twee. Er moesten beslist aardig wat kroost in het kleine kastje zitten. Soms wel tot elf kleintjes, had zwager gelezen. ‘Net als bij ons vroeger ‘grapten wij. Ook elf in dat kleine arbeidershuis. Haringen in een ton, maar zo heeft het nooit gevoeld. Er was immers ook dat grote buiten, waar we een groot deel van de dag vertoefden.

De kleine kraaloog had het fonteintje ontdekt en speelde met het water. Vingertje op de straal, vingertje op je neus en het aloude vers: ‘Mijn neus, jouw neus, boterneus, poepneus’. Schaterlachtend in de herhaling. Zus liet hem op de piano en we zongen een deuntje mee, terwijl zij de melodie tussen het gejengel doorspeelde. Kortom een feest van lering ende vermaeck in overvloed.

Een regenboog op de schoenen onder de tafel wisten we te vangen. De pot met goud was dit genoeglijke samenzijn, na zo’n lange tijd eindelijk weer mogelijk.

Pa en ma pimpelmees zullen opgelucht geweest zijn met die ingevallen stilte na het vertrek. Thuis wachtte Pluis en de voetbalwedstrijd. Oranje speelde bij vlagen fraai voetbal en het was spannend genoeg om de hele wedstrijd uit te kijken, iets wat normaliter maar zelden lukt. Al met al een enerverend dagje door het lome en het gelanterfanter, waarbij de vermoeidheid van een ander kaliber is dan een dag hard werken in de tuin. Zodra het hoofd het kussen raakte, zakte ik weg in vergetelheid en een droomloze slaap.
Wat een variëteit aan feestjes. Hier in België was het de voorbije zondag wel vaderdag.
LikeLike
Zeg dat wel. Een tikje vermoeiender dan de tuin. Haha.
Misschien droomde ik over België, knufffff 😀
LikeGeliked door 1 persoon
Klinkt als een heerlijke dag. Daarvan ben je graag moe!
LikeGeliked door 1 persoon