
Wat heerlijk als de zon schijnt waar je storm en tegenwind verwachtte. Alles krijgt kleur, wat vliegt dat dartelt, het jonge groen licht op, instinct ontwaakt. Ook bij Pluis, die smachtend naar boven kijkt, waar zich het vermeende nest bevindt, van waaruit het zwarte gevederte smalend rakelings haar blik doorkruist. Dichtbij, maar o zo ver weg. Het is Lente.
Er is iemand die de lente zo jubelend bezongen heeft, dat het hele lied lang, de beelden over elkaar heen buitelen, haarscherp opgedist. De kleinkunstenaar Maarten van Roozendaal hield me met zijn markante trekken, zijn haast overdreven articulatie en beklemtoning, in de ban en zijn overlijden bracht een schok teweeg. Ik plaats hem met liefde op het podium achter een van de deuren in mijn hoofd, naast Bram Vermeulen, Jeroen van Merwijk en Robert Long. Omdat ze me raakten met hun teksten en de manier waarop ze de verbeelding konden wakker schudden. Bij elke nieuwe lente komt het lied en zijn vertolker tot leven. ‘Ik ben goddank nog een keer een jonge lente waard’ zong hij vol verve, maar in de zomer van 2013 viel het doek.
In de Volkskrant van vandaag wordt ook over verbeelding gepraat in een interview van Bo van Houwelingen met Joke van Leeuwen over haar nieuwste boek met de fascinerende titel ‘Mijn leven als mens’. Het eerste wat ze tikte bij het schrijven van dit boek was ‘Gisteren ben ik doodgegaan’, en dat is van meet af aan zo gebleven. De hoofdpersoon, de 18-jarige Dinka kijkt vanuit het hiernamaals naar haar jeugd op aarde. Joke van Leeuwen vertelt dat ze wars is van hokjes. En met het gegeven dat Dinka dood is, ‘ziet en weet ze veel meer dan een levend personage, dat nog opgesloten zit in zichzelf’. Zo’n zin alleen al. Die proef je haast. Zijn wij wel in staat om zonder hokjes te denken. Bewust zijn van alles, iedereen echt zien. Vroeger wilde ik het alziend oog hebben. Dat leek me machtig interessant of helderziende. Aan de andere kant was het ook beangstigend, want stel je voor dat je het onheil kon zien voltrekken alvorens het voltrokken was.

Ik vroeg gisteren aan zoonlief hoe hij tegen mij aan zou kijken als hij me tegenkwam op straat. Malle vraag, meende ik in zijn blik te zien. Het was eigenlijk mijn bedoeling om te vertellen niet op uiterlijkheden af te gaan. Dan kon je je namelijk nog wel eens grondig vergissen. Niet dat hij dat doet, integendeel, maar ik moet mezelf bijsturen als bijvoorbeeld angst of vermeende dreiging hun aanwezigheid van mijn ivoren torentjes blazen. Hokjes heb ik inderdaad altijd verafschuwd, maar door wat ze hier in dit interview te berde bracht, sloegen de radartjes in de bovenkamer aan. Het waren niet alleen de geijkte begrenzing die langszij kwam, maar het zat ook in het, op het oog zo onschuldige, woord. Een opmerking die gemaakt wordt, alleen voor een man of een vrouw te kiezen terwijl liefde universeel is, de ideeën waarmee we zijn opgevoed, het komt allemaal aan bod.
De kracht van Joke is dat ze in het hoofd kan kruipen van ieder die haar boek bevolkt. Daarom valt het haar niet zwaar om Dinka neer te zetten met al haar eigenaardigheden, een logisch gevolg als je het verhaal kent. Het mooie in haar boeken is de milde wijze waarop ze haar thema’s vorm geeft, de balans tussen zwaar en licht. Daar heeft ze een term voor gevonden in het boek ‘Zes memo’s voor het volgende millennium’. van de Italiaan Italo Calvino, die het over ‘nadenkende lichtheid’ heeft. De wijze van het beschrijven van ernstige zaken met een lichte ondertoon, zodat de boodschap wel overkomt en voelbaar is, maar ook tot denken aanzet. Een kenmerk van een goed boek is, dat het je beeld verandert. ‘Stelt het je in staat de wereld anders te bekijken of bevestigt het slechts alles wat je weet’. Zoals ook dit interview deed en de mens achter dat interview. Inspiratie, gewaar worden, bewust zijn, met stof tot nadenken.

De reis om de wereld in 80 dagen ging dit keer naar India.
Recept van de vegetarische Biryani:
bloemkool /400 g Basmatirijst/ 3 el Griekse yoghurt/ 2 tl gerookte paprikapoeder /1 tl kurkumapoeder /1 tl komijnzaad • handje rozijnen/ 4 kardemons/ 4 cm gember/ 3 knoflook tenen /1 tl korianderpoeder /3 uien/ 5 tomaten/ 1 el tomatenpuree/ 1 Spaanse peper • Zonnebloemolie • zout /10 sliertjes saffraan/ 4 el melk/ 2 tl garam masala • bosje koriander • bosje munt
Ingrediënten yoghurtdip 150 ml (Griekse) yoghurt • verse munt • verse koriander • halve komkommer • ½ citroen 1 teentje knoflook • komijnpoeder • zwarte peper 2 rode uien Ingrediënten rode ui op zuur 100 ml water 200 ml appelazijn 2 piment korrels 1 laurierblaadje 3 el suiker
Bereiding:
- 1 Kook de basmatirijst. Maak de bloemkool schoon en snij de roosjes er vanaf. Marineer de bloemkoolroosjes met de Griekse yoghurt, gerookte paprikapoeder en de kurkumapoeder.
- Verhit een ruime pan met wat plantaardige olie en snij ondertussen de uien in ringen. Bak in de pan als eerste kort de komijnzaadjes en de kardemom. Vervolgens fruit je de uien mee. Snij de tomaten in partjes en voeg deze toe. Hak de knoflook en gember fijn en bak deze mee. Voeg de gemarineerde bloemkool en de rozijnen toe, roer het goed door en blus het af met een scheutje water. Laat het met de deksel op de pan 3 minuten opstaan.
- 3 Week de saffraan in de melk. Snij de koriander en munt fijn. Verwijder de pan van het vuur en verspreid de helft van de rijst op de bloemkool. Schenk daarop de helft van de melk met saffraan en wat koriander, munt en 1 theelepel garam masala. Deze handeling herhaal je nog een keer. Vervolgens doe je de deksel op de pan, plaats je de pan op een laag vuurtje en laat je dit 4 minuten opstaan.
- 4 Dan ga ik verder met het maken van een heerlijke dip van yoghurt (raita), komkommer en munt voor bij de biryani. Schil de komkommer en snij de komkommer doormidden. Verwijder de zaadlijst en rasp de komkommer fijn. Meng in een bakje de yoghurt, komkommer, munt, koriander, het citroensap, 1 uitgeperste teen knoflook, de komijnpoeder en een snufje zwarte peper door elkaar.

Een gedachte over “Stof tot nadenken”
Reacties zijn gesloten.