Het was niet alleen de juiste dag na twee weken bijna alleen maar rust nemen en binnen zitten, maar het was ook nog eens het meest uitgesproken uur. De perfecte omstandigheden om het wandelen rond de zuil uit te breiden met wat kilometers buiten. ZouweBoezem had als muziek in de oren geklonken. Dichtbij, een wandelpad van ongeveer anderhalve kilometer, zon, wind door mijn haren en het eindeloze geklok van eenden en ganzen en ander watergebroed. Wat ik nog niet wist, maar wel zo bleek te zijn, met oevers vol riet en een observatie’hut’ er middenin met, als bonus, geluk op mijn pad..

De dag deed haar best en kleurde de lucht in blauw competatief met de kleine blauwe prins, maar voegde witte wolkenflarden toe, die uitnodigend in stralen uiteen vielen. Een rijtje geparkeerde auto’s markeerden het begin van een smal pad. Met het fototoestel in de aanslag stapten de voeten doordacht voort en was de blik op de horizon gericht, speurend naar kiekendief, buizerd en blauwe purperreiger, die hier ook voorkwamen.
Langs de kant lagen grote opengebroken zoetwaterschelpen op een hoopje, een emmer met nog meer hing aan een soort wigwam van wilgentakken. Het waren de schelpen van de zwanenmossel. Ze moest zich hier in dit waterrijke gebied erg thuis voelen. De zwanen aan de overkant van de sloot lieten ze links liggen en wapperden hun vleugels wijd.
Wilgen te over in dit vlakke land. Mooie ouwe nog niet geknotte knoesten met takken van een jaar oud. Af en toe was er een doorkijk gemaakt en kon je speuren naar de slobeend, de krakeend en de smient. Mijn bril reikte niet ver genoeg even als het oude fototoestel in mijn koude handen.

Dan ineens eeen pad naar rechts dwars door het riet en daar lag, tot mijn grote voldoening, een zwerfsteen. Achterop stond -te houden/ of door te geven-. Een vrolijke blauwe met twee hartjes als lippen. Een verdwaalde zoen van een medereiziger. Veel waard in deze tijden van gemiste lijfelijke genegenheid. Ze verdween diep in mijn zak. Warm van binnen vervolgde ik mijn pad, dat recht toe, recht aan door het hoge riet naar een vlonder met een houten scherm leidde, waar observatiegaten in zaten. Daar lagen nog een paar zwerfstenen in de kieren en hoekjes verstopt, met grappige tekeningen erop, maar niet zo’n officiële als de blauwe. Een kleine zwarte met een aandoenlijk figuurtje met hart op een zwart fond nam ik mee en ik beloofde om zelf een nieuwe steen te schilderen om ergens neer te leggen. Voort wat, hoort wat. Achter het scherm de eindeloosheid van de moeras-en rietvelden met talrijke watervogels.

Het waren de kleuren, goudgeel, waar scharlaken en sienna doorheen schemerden, soms bijna violet, het groen van het kroost in de kleine beek onder de blauwe koepel en de stralende wolkenvegen, die alle dagen thuis tussen vier muren snel deden vergeten en me dubbel lieten genieten. Zet een mens op dieet, want als dan de teugels vieren, is het feest twee keer zo groot. Het was de roep van het land, verweven met de stilte. Geen kiekendief of purperreiger te bekennen en een belofte om terug te keren in het broedseizoen.
Het kleine rietpad weer terug naar de landweg en door tot aan het huis, beloofde ik mezelf, of nog ietsje verder. Het kleine huis middenin bleek een natuurhuis te zijn en was voor de verhuur. Fietsen, een bootje en water te over. Links uitgestrekte weilanden vol ganzen, rechts de eendenkooi met haar bijzondere bewoners. Een perfecte schrijvershut of anderszins. Ik sloeg de Kikker op achter het deurtje ‘voornemens’.

In de polder stond een molen en het is hier Nederland op haar best. Het pad liep door langs verdronken land, maar verderop werd de stilte ineens overvallen door een immens geraas van autoverkeer van de snelweg. Of de wind was gedraaid, of het was de bocht, die het pad paralel liet lopen aan de snelweg. Snoeiharde geluiden van motoren. Gestoord in mijn naar binnen gekeerde mijmeringen zocht ik snel de stilte weer op. En warempel, voorbij de kromming luwde het geluid en verdween. Toen ik bij de Kleine blauwe kwam, zaten er 2,9 km in de benen en stond er een ruime oogst op het netvlies. Missie geslaagd.
Een wandeling met enkel moois om je heen. Net toevallig las ik gisteren over de beschilderde doorgeefstenen, ik vind het zo’n leuk idee en ga er hier ook eens werk van maken. Zomaar voor de ander, heerlijk idee.
LikeGeliked door 1 persoon
Het is zo fijn om er een tegen te komen. het vergroot de feestvreugde van het leven ❤
LikeGeliked door 1 persoon
Fijn dat dat weer gaat en dat je dan zulke koninklijke omstandigheden treft.
LikeLike
Het was ook wel boffen!
LikeLike
Bij het vinden van een zwerfkei,voel ik me net een kind.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, ik ook, als mijn knie het had toegelaten was ik gaan huppelen 😉
LikeLike
Een heerlijke wandeling met jou gemaakt, Berna en de beschilderde zwerfsteen is een ongelooflijk leuk cadeautje! Dank dat ik mee mocht lopen ❤️
LikeLike
Ja, die kunne we wel tussendoor maken steeds Ellie. Keien en tijd zat. Verf ook bovendien haha
LikeLike