Uncategorized

Het helpt echt

In de krant de column over de cynische pen van Jeroen van Merwijk door Matthijs van Nieuwkerk. Daar noemde hij een uitdrukking, waar ik de betekenis niet van kende. ‘Des Poedels kern’. En pardoes vloog ik Goethe’s Faust binnen om met de professor mee op te wandelen en zodoende de ware gedaante te leren kennen van de poedel die achter ons aan liep. Het was Mephisto in hoogst eigen persoon. Daar komt de uitdrukking vandaan. Mooi. Dus als je het over ‘des poedels kern’ hebt zeg je in feite dat de ware aard van de zaak boven tafel komt.

Op dit ogenblik is code geel verandert in zonneklaar. Ze staat uitbundig te schijnen en het kleine restje sneeuw vanmorgen, dat nog op de daken en in de goten lag, smolt letterlijk als de gebruikelijke sneeuw voor de zon,, een inkoppertje. Arme lieden die een stormloop veroorzaakt hebben onder de postbezorgers, die allen nog op tijd een arretje voor het kroost moesten brengen.

Het mooist van de sneeuw is wat het losmaakt in de ogen van een kind die het voor het eerst kan aanschouwen. Als het een andere tijd was geweest hadden we vast gisteren in de namiddag een wandeling met het stel gemaakt en dat wonder met eigen ogen kunnen vaststellen. Niets is heerlijker dan een kind te zien die voorzichtig de eerste keer een vlokje laat smelten op het tongetje.

Ik bedenk nu dat ik verzuimd heb om Pluis naar buiten te laten gisterenavond. Twee jaar geleden stapte ze voor het eerst omzichtig met haar pootjes in de witte laag om daarna behoedzaam hoog op de poten haar afdrukken achter zich te laten. Niets aandoenlijker dan kleine voetstappen of de afdruk van poezelige kussentjes in de ongerepte sneeuw. Dat had dit jaar zeker mogelijk geweest. Door de ongereptheid was het best een laagje geworden. Vandaag dan toch de sneuiigheid door de snelheid waarmee dat winterse tafereel was opgelost als een voorbijgegleden droom, een kortstondig geluk. Maar ze kon weer bijgeschreven in de analen. Natuur met haar schilderijenschoon.

Vriendin kon gisteren niet wachten om te jubelen over de op handen zijnde weersverandering. Ze had het bijna naar beneden gekeken en toen het zover was, lukte het van het kleine dunne laagje toch nog een betamelijke sneeuwpop te boetseren met de buurkinderen. Zelfs de heuvel afglijden was bewaarheid geworden. Tijdens het bellen werd haar een potje pindasoep gebracht door een buuf van even verderop. Het voordeel van een kleine en betrokken buurtgemeenschap. Ik kon het ruiken door de telefoon heen en moest denken aan de Leidse Groenoordstraat, de kleien volkswijk achter de Groenoordhallen, waar we in een oud huisje de benedenverdieping wisten te bemachtigen. Toen ik ziek was, werd er ook schuchter aangebeld door een van mijn buurvrouwen, die in onvervalst Leids vertelde dat soep de beste remedie was in geval van nood, waarna ze me achterliet liet met het pannetje en bergen onversneden liefde voor de mensheid. ‘Wie goed doet, goed ontmoet’, vertelde ik vriendinlief met veel meer woorden, maar dat aanvaardde ze tenslotte net als het compliment.

Vanmorgen, met de knie en een stijve schouder, zeker verkeerd gelegen, keek ik Brigitte Kaandorp terug. Wat ik razendknap vind van haar is dat ze met doodnormale gewone ‘voorvalletjes uit een mensenleven’ oeverlooslang kan breien en uitweiden. Vermakelijk, ontroerend, hilarisch soms. Het was een aangenaam verpozen nu de sneeuw onder mijn ogen wegsiepelde en Pluis weliswaar buiten was geweest, maar het nakijken had gehad. De krant belooft nog veel lekkers, dat vandaag genuttigd kan worden. De zwelling is bijna weg, dus het anker, de rust en de zalvende handen, maar vooral die liefde, hebben hun werk goed gedaan. Strooi het met bakken rond vandaag. Het helpt echt.

Een gedachte over “Het helpt echt

Reacties zijn gesloten.