Uncategorized

En nu schapen tellen

De woelmuizen zijn er weer. Ze knagen gaten in de deuren van het verleden, zodat herinneringen en gedachten er door naar buiten stromen het vrije veld in en onbelemmerd in elkaar overvloeien. Zo zit ik samen met de Wijze in Leiden, driehoog in ons torenkamertje en dan weer brul ik tussen Beatle-gordijnen overtuigend mee met Adamo en zijn Tombe la Neige. Het eerste singeltje wat ik destijds kocht. Daarna zie ik een plant vallen juist boven op hetzelfde plaatje en breekt er een stuk uit. Geen nood. Ik kende het al uit mijn hoofd in die tien jaar tijd die er tussen de Beatlegordijnen en de gevallen plant lagen.

Dan ben ik bezig met de make-up voor het optreden met de volksdansgroep en vallen we in een lachstuip bij het draaien van de pony-rol niet van buiten naar binnen maar andersom, die straks onder de Arnemuidens kap uit zal pieken.

Wandelen over het strand met zus en turen naar de zee die een wordt met de lucht. We wachten tot de varende boot samenvalt met de schitteringen van de zon, gevangen in mijn lens neem ik hem voor eeuwig mee, op het netvlies en op een foto. Zus zoekt krabbetjes of daaromtrent en ik schets haar met stramme vingers van de kou, terwijl ik het penseeltje in het zilte water doop, eerder geschept in een schelp en geef vorm door kleur binnen de lijnen.

We lopen door het bos en langszij tussen die hoge verticalen strekt zich een zacht tapijt uit. ‘kom lekker liggen’, roepen ze, ‘het is hier zacht en groen en aangenaam toeven’. Maar we struinen door, de zussen voorop en ik als altijd iets daarachter. Dan verschijnt ineens die zwartkopspecht, dat is een ander bos met donker loofhout, maar onmiskenbaar dat zeldzame paar, vlak bij elkaar waarbij ik er net nog een op de foto heb gevangen.

Ik woel en draai en voel het aangedane been. Het is warm en ik open het raam op een kier. Geen vleermuis te bekennen. Ze winterslapen in de spouwmuren. Af en toe scheurt er een auto door de nacht. Licht in de duisternis.

‘De liefde van de man gaat door de maag’ vertelde men ons vroeger en ik kreeg het grote Libelle-kookboek mee toen ik ging samenwonen. Koken hadden we allang geleerd, van jongs af aan meehelpen in de keuken. Anders dan het meisje dat een kamer lager woonde in dat nieuwe huis en niet wist wat ze met een blik doperwten aan moest. Met ogen als schoteltjes heb ik haar aangestaard. Ze meende het.

De jongen met het haar tot op zijn borst, stroblond, zat in de henna en viel in slaap. Peentjesoranje schrok hij wakker en vloog ik door naar de volgende tijdsspanne. Luxemburg met de rugzakken, ook oranje, daarom misschien. Het kleine tentje, de lange indiajurk, de indiaslippers, de rinkelende banden om enkel en om pols, de vrijheid van het reizen en de vrijheid van het zijn. Aan de oever van de beek de hitte temmen met het waden door de koelte, kleine zilveren visjes schoten uiteen lang voordat het knabbelen aan tenen tot schoonheidswonder was uitgeroepen.

Het mediteren gebeurde vroeger onder de bomen, aan het strand, in een museum, waar de Grauballe-man, zwart van leerlooien huid zijn opgetrokken knie vasthield, het hoofd afgewend, opgeduikeld uit het veen bij Aarhus. ‘Soppa’ was geen soep maar saus. We ondervonden het, terwijl we voor de kleine legertent zonder grondzeil probeerden te overleven. Zeeën vol kwallen en verhalende kastelen.

Dolend in de keuken van het grote huis, waar de oudste op de zolder lag en het in de de winter zo koud was, dat we naar één kamer moesten verkassen met een elektrisch kacheltje, terwijl de luiers als stijve staketsels treurigheid uitstraalden aan het rek aan het Franse balkon. Maar het denken flitst zonder pauze door naar de aankondiging dat het een tweeling was, waarop we het met moorkoppen gingen vieren, terwijl Carole King trouwe vriendschap bezong.

Vriendelijk maar beleefd verzoek ik de kleine knaagvraten weer terug te gaan naar hun eigen krochten, ik wil slapen. Gehoorzaam zijn ze pas als ik beloof het op te schrijven, waarvan akte. En nu schapen tellen.

10 gedachten over “En nu schapen tellen

  1. Een heerlijke mijmering door de tijden en het verleden heen.
    Maar om te kunnen slapen heb je juist ‘denken aan niets’ nodig, daar oefen ik me ook nachtelijks in. Zelfs geen schapen tellen 😉.
    Ik lees Carole King, you need a friend, muziek met pure nostalgie.

    Geliked door 1 persoon

    1. Ja hè, ik heb er de weeën pijn van mijn tweede dochter mee weggezongen, ik zal de link erbij doen. ❤ Ja oefenen in niets, soms lukt het naadloos en soms echt helemaal niet ❤

      Geliked door 1 persoon

  2. Vervelend slecht slapen. Mijn remedie heb ik al verteld? Een saai boek, een miniem lichtje, een stukje lezen en dan bij de eerste tekenen van ontspanning alles wegleggen en weer indommelen. Soms heb ik het 3x per nacht nodig, soms een maand niet.

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.