De beelden stroomden binnen. Het Capitool, bolwerk van de natie, werd overlopen door Trumpianen en ergens hoopte mijn hart dat het surrealistisch bedoeld was, maar niets bleek minder waar. Het zorgde voor een nacht vol hazenslaap en wakkerschrikken, checken en weer verder slapen tot de volgende onderbreking.
De nieuwe ‘Zin’, die met de schreeuwende krantenkoppen in de brievenbus lag had als ondertitel ‘De kracht van de hoop en daaronder ‘Alle ballen op 2021’. Wonderlijke aanvulling, al begreep ik wel wat ze ermee bedoelden. Met de gebeurtenissen van gisterenavond was mijn eerste hoop alweer vervlogen, maar dat belemmerde me niet om hoopvol naar het verdere verloop te kijken. Eens moest het toch wel genoeg zijn en was er een reden om in te grijpen, was mijn huis-tuin-en-keuken-theorie. Het somberde buiten. Een mooie lieve brief uit Verweggiestan, die een diepe vriendschap onderstreepte, bracht warmte. Soms zijn het de kleine dingen die het doen.
De kerstboom legde het loodje. Alle versiering liet zich zonder tegenstribbelen in de doos stoppen om weer geduldig te wachten tot het volgend jaar. Ik had net de laatste naalden opgeveegd toen de bel ging en ik stoeien moest om de deur via het nieuwe ingenieuze kastje met verklikker open te krijgen. Kleinzoon grapte dat er een bijzonder pakketje aan de deur stond. Even later was het huis vol met kleinzonen, Dribbeltje voorop in zijn aanstekelijke enthousiasme, zette dochterlief thee en buitelden de kinderen over elkaar heen door het intens vele binnenzitten. Toen de twee zussen op bezoek kwamen, werd vooral de middelste nog baldadiger, alsof hij indruk wilde maken en begon een luidruchtig duw-en-trekspel met Dribbel. Die liet zich niets gezeggen, omdat hij graag zijn eigen bonen dopt.

Steeds wilder werden de schatjes onder de volle aandacht van ons, dus raapte dochterlief de hele mikmak bij elkaar en ging weer op pad. Mijn aha-erlebnis was die van op bezoek gaan met vier kinderen bij deze of gene, wat altijd voor de gebruikelijke reuring zorgde. De zussen wilden voor donker weer thuis zijn en ik bleef achter in een oase van rust met zeeën van tijd. Dan maar een beetje werken aan de doeken voor zoonlief. De kleine klussen, de randen en de achtergrond.
Gisteren kreeg ik in een antwoord op de blog een fijne terugblik op de film ‘Iep!’ naar het boek van Joke van Leeuwen, over het aandoenlijke vogelmeisje Viegeltje. Bij nader onderzoek ontdekte ik vanmorgen dat Viegeltje een Canadees meisje is, Kenadie Jourdin-Bromley, met primordiale dwerggroei, een zeer zeldzame groeistoornis. In de film is ze zeven jaar oud op het moment van opname. Het is een aandoenlijke film. De kleine vliegeltje, een vogel dat lijkt op een meisje, volgens de vinder, en een meisje dat lijkt op een vogel, volgens zijn vrouw, verwezenlijkt de wensen van dit echtpaar en ze beschouwen haar als hun kind. Als Viegeltje de grote trek van de vogels door haar zolderraam ziet, wordt haar eigen verlangen te groot en vliegt ze, na een aantal avonturen, met haar vogelveren-armen met hen mee.
Ik kreeg de link van de trailer opgestuurd om de iep, die er bij mij in de tuin aan moest geloven. In dit verhaal van Joke is Iep! Het geluid dat het wezentje in eerste instantie voortbrengt. Maar het is de liefde voor de natuur, voor de bomen als broedplaats voor de vogels, en het verlangen om al wat groeit te behouden, die er ook in doorklinken. Net als die eigenwijze loot van mijn iep, die ongemerkt was uitgegroeid tot een boom, waar hij niet hoorde te staan. Als enige troost kon ik melden, dat vele andere loten de tuin zouden overnemen zonder optreden, want de iep is een sterke snelgroeier.
Nu zal roodborst op het kale overgebleven stammetje zitten en haar rijk van grillige takkenbossen bezien, waar ze liever in rondhipt dan in de boom zelf. Laag bij de grond, mijn gevederde vriendin, daar is ze het liefst.
Op zoek naar het boek vind ik wel ‘Een handvol taal’, het boek waar ik gister naar zocht en ‘de genezing van de krekel’ van Toon Tellegen, die somber is. Een gevoel wat, na alle goede raad van de dieren in het bos, uiteindelijk vanzelf weer verdwijnt bij de eerste lentezonnestraal. Een van de adviezen brengt een brede glimlach. ‘Je moet je ‘vergissen”, zegt er een. Dat is voor even de oplossing, omdat Somber zich opkrult in het hoofd van de krekel en in slaap valt.
Als ik ze bij elkaar op de foto zie: Het blad, de krant en de Krekel, valt me de samenhang op van iets waar ik naar verlang. De kracht van de hoop in dat verscheurde land, een depressie die zomaar op een dag bij de eerste zonnestralen verdwijnt door een waarachtig leiderschap. Later, straks, zo spoedig mogelijk.
Weet dat ik alles van je van de laatste drie weken en ook van mijn andere favoriete bloggers heb ingehaald met lezen, maar niet overal op gereageerd.
Ik ben terug, maar nog niet helemaal ☺️❤️
LikeLike
Lieverd, dat weet ik. Net als ik verlang naar jouw stukjes, die altijd inspirerend zijn ❤
LikeLike