Uncategorized

Toen, nu en elke dag weer.

Een aantal dagen geleden gleed er een compliment door de bus in een vorm van een enveloppe met een prachtige en roerende inhoud. ‘Wat fijn dat ik je ken’ was de opdruk van de kaart en binnenin stond een klein epistel. Ik was er even stil van. Het was een oude wijze vriendin, die ik al een jaar niet had gezien door de bekende omstandigheden. Ooit liepen we met raad en daad, soms grappend en grollend, bij elkaar binnen om te vertellen over de kleine kwinkslagen in het leven. Leed werd ons niet bespaard, maar de liefde bleef te allen tijde. Als die in het hart is verankerd, blijft vriendschap door dik en dun bestaan.

De reden van dat lieve schrijfsel was zo mooi, dat ik er beduusd van was. Het heeft de slaap een aantal nachten weg gehouden door het filosoferen over die kleinste dingen, die een leven op een ander spoor kunnen brengen. Dat woorden van jou daar de aanzet toe kunnen zijn en een doos van herinneringen wagenwijd openzet, is een groot compliment. Betekenisvol mogen zijn voor een wending in het leven van de ander, maar dan nu met een bevestiging ervan, voelde bijzonder. Vriendinlief wist wat ze met die herinneringen aan moest en hoe ze er gestalte aan kon geven. Zo was op dezelfde manier het ooit bij mij gegaan. Van lieverlee ontwikkelde zich het een en ander en derhalve sta ik waar ik nu sta. Zo’n vlucht kan het nemen.

Deze week was er vriendinlief die raad nodig had en bergen liefde kon gebruiken in deze letterlijke en figuurlijke decemberkilte. Het is het jaar van de vriendschaps-verwantschappen. Terwijl ik checkte of het woord überhaupt bestond, het begrip was me zonneklaar, stuitte ik op de wijngaard -Um d’n Olden Smid- die naast twee flessen van deze begrippen en twee flessen Naoberschap een cadeau voor deze lieve meiden op een presenteerblaadje aanbood. Zes flessen goedgemoed komen deze kant op. Het onderschreef wat ik al lange tijd wist: ‘Toeval bestaat niet’. In een blog werd een vraag gesteld over het vervagen van vriendschappen in deze vage tijden. Bijzonder, want ik krijg de indruk, juist ook door deze verstrooide aandachtsmomenten, dat ze veel intenser zijn. Ook als we elkaar zien en de behoefte weten om elkaar om de nek te vliegen, in de rekenschap dat een geestelijke omhelzing dieper nog naar binnen glijdt, juist door het gemis. Kaartjes, kattebelletjes, appjes, reacties op posts, ze helpen allemaal mee. Dagen waarin het kleine groter wordt. Iets om je vereerd te voelen.

Hoeveel van deze opstekers kan je gebruiken in de stilgevallen tijd. De behoefte is groot. Helemaal nu alles weer uit handen wordt geslagen door een aangedane knie. Dribbel niet gezien, de kleine Filosoof niet gezien en mijn kinderen nauwelijks. Wel een praktisch gratis tijdelijk abonnement voor vier weken op een nieuwe krant gekregen via schoonzoon. Zo slijten de dagen met veel leesvoer en in berusting. Zondag wacht er, ondanks de knie, het eerste uitje sinds lang, naar een kindertheatervoorstelling in Amsterdam. Auto in, auto uit en een uurtje smullen. Die mooie rondwangige appeltjes van plezier laat ik niet gaan. Er zijn ijzers die je moet smeden als het heet is. De levenslust kan er weer weken mee vooruit. Herman van Veen wist het al in 1970. In zijn jeugdige overmoed sloeg hij de spijker op z’n kop met zijn lied vol met toegestopte vitaminen en het advies er de parels uit te plukken. ‘Pluk de dag’. Toen, nu en elke dag weer.

5 gedachten over “Toen, nu en elke dag weer.

  1. Mooi elkaar (soms) ongewis te hebben geholpen! Pluk de dag, zowel in voor- als in tegenspoed, het ‘moet’, nu en altijd hoe moeilijk soms ook!

    Like

Reacties zijn gesloten.