Het is eigenlijk te druk daar boven. Er spelen wat deadlines een hoofdrol, die de radertjes aan het werk zetten. Dat betekent, want zo werkt het nu eenmaal, dat ik ’s nachts een aantal keren wakker schiet uit een slaap/waakdroom met een idee of een ingeving. Die moet ik vastleggen. PC aan, toetsenbord op schoot en gaan. De woorden komen tot het stokt. Daarna probeer ik opnieuw uit de werkelijkheid te vallen in een onrustige droom.
De laatste droom was er een met theewater. In een soort gewelf, anti-kraak, en een tweepitter op een krakkemikkige tafel, stonden op de plank rare gedeukte pannen, die ook nog vuil waren. Er was een kade langs zwart water, waar ik langs moest om in een volgend pand een pannetje te lenen. Toen ik na eindeloos zoeken er een had gevonden, dat volstond en water kookte, kwamen er allerlei mensen langs. Een had kant en klare soep gebrouwen met mijn water, de anderen hadden er thee of koffie van gezet, maar toen ik koffie wilde maken was het pannetje weer leeg. Ik wacht nog steeds op die koffie.
De droom wordt me zo uitgelegd ( https://www.droominfo.nl/droomwoordenboek/dromen/letter/k/pagina/4 ): Dromen dat je koffie drinkt, suggereert dat je eerst meer kennis en inzicht moet verwerven voordat je een beslissing maakt, of voordat je een project of relatie beëindigt. Je neemt nu misschien te overhaaste beslissingen en je zou even afstand moeten nemen. Een alternatieve uitleg is dat koffie wijst op een behoefte je dagelijkse routine te veranderen.
Het eerste klopt, wat betreft het inlezen in de materie voor de Tijdwijzer en voor de recensie van het kinderboek van Jongen staan er nog twee boeken op de rol: De Doge van Venetië van Beckman en Kinderen van Moeder Aarde. Alleen dronk ik de koffie niet.
Het water langs de kade is een van de krachtigste en bekendste symbolen geeft het boek aan. Het symboliseert je onderbewuste, je gevoel en emotie en staat voor wijsheid, energie, spiritualiteit en verfrissing. Oké, maar dit water was zwart en dat symboliseert nou net alles wat niet wenselijk is. Ik kijk bij verlangen en wensen, de laatste wijst naar verlangen en verlangen ontbreekt. Net als in de droom kom ik geen steek verder. Tijd voor echte koffie, denk ik.
Om afstand te nemen zoals me is aangeraden, zal ik straks eerst het gras gaan maaien. Het is heerlijk zoel weer en droog, dus ideaal. Gisteren had ik een klein rondje gefietst in de omgeving, maar bij het afstappen gutste het water me van het lijf. De luchtdruk was hoog. De dag daarvoor bij de wandeling over het Leersumse veld waren wij zussen, alle drie drijf. Ineens dachten we aan Oma. Toen ze vroeger kwam aanhobbelen vanuit de Laryxstraat, zwaar leunend op haar stok en krom en scheef met, steevast, een grote zakdoek in haar hand. Daarmee wiste ze haar voorhoofd droog. Als ze dan eindelijk de voordeur van ons huis had bereikt, glinsterde haar huid ontelbare pareltjes, het ronde vollemaansgezicht oplichtend, blossen op de wangen. Een schoonheid was ze dan, vond ik als kind. Die schoonheid had ik waarschijnlijk gevat in een feeërieke verbeelding
De kauwtjes in de dakgoot maken klokkende geluiden. Pluis ligt alert onder de sprei, klaar om te voorschijn te springen als het nodig blijkt. Ze schuift steeds verder naar de rand en gluurt vast onder het kiertje door. Malle poes, malle ik. Koffie en de krant. Hup, in de benen.
Een gedachte over “Hup, in de benen”
Reacties zijn gesloten.