De stoelen in het paradijs zijn oude klapstoelen. Ze dragen me en dat was tot nu toe voldoende. Kussentje erop en in wankel evenwicht uitrusten. Meer is er niet nodig, maar als je dan op een mooie zonnige lentedag vier zetels in de schoot geworpen krijgt, door lieve broer en schoonzus eigenhandig, een kilometer lang van de parkeerplaats af, gedragen, dan ben je de koningin te rijk. Een tuinvorstin op een zetel, zo voelde het. Broer sjouwde er twee, een vrouw van een van de tuinen droeg er één ongevraagd mee tot aan de brug. Het waren gelukkig ‘stoelen’, dus kon je onder het lopen stoppen en rusten, genieten van de stilte, de sloot, de bijen, de schapen om je heen. De kussens van klap waren ook goed voor zetel. De gouden bol wol danste om ons heen en dronk water, kreeg voortdurend kleine hondenkluifjes en genoot zichtbaar.
Bol wol met zetel
We zaten onder de scheve appelboom van Vasalis en genoten van de vogels, de vlinders en het kleine zoemende grut. Ze hadden de hielen nog niet gelicht of daar kwam vriendin op de tuin aangelopen. Eerst als stip en steeds meer dichterbij. Zonder omhelzingen, lucht-kussen en zwaaien met de armen. Later ook nog dochterlief, die adviezen kreeg van twee oude rotten in het schoolvak, maar toch zelf met de vraagtekens bleef zitten. Bij dergelijk koffiedik kijken, een blik in de toekomst met vragen van wat-als, zou ik een glazen bol willen raadplegen. Als iets met zekerheid te zeggen was, viel kiezen niet moeilijk, maar nu wel. ‘Doe wat wijsheid is’, hoor ik mijn moeder zeggen. Dan moet je die eerst zien te vinden. Afstrepen dan maar, de voors en de tegens en dan simpelweg tellen.
Het is genieten op dat kleine stuk buiten het stadsgewoel, het voelde, vond vriendin, als een middag vakantie. Niet in de laatste plaats door het meegebrachte Aelberslekkers en het water en natuurlijk niet te vergeten de zetels. Vorstelijk comfort. Ze draaide aan haar ring. Het bleek een hele bijzondere te zijn. Een Möbiusring, de ring als perpetuum mobilé, een oneindigheid. Ze was in 1858 ontdekt door twee wiskundige heren in Duitsland, J. B. Listing en A.F.Möbius. In de Romeinse mozaïeken 200-250 na Christus zijn, volgens Wikipedia, vergelijkbare structuren te zien. Door de vorm en het eeuwigdurende refereert het aan Het Wiel van Karma.
Wat een prachtig symbool en waarom heb ik dat ten enenmale gemist. Ik vind het bijzonder dat het niet eerder op mijn pad is gekomen. Maar deze tuin, waar rust en wijsheid samen komen, is wel de meest uitgelezen plek om dit verhaal te horen. De sfeer is er naar en de verdere middag is ingebed in ontvankelijkheid. Wezenlijk doorgronden is zo mooi als zich dat au naturel ontwikkelt.
De oude brengt druiven uit de kas en wij poetsen ze gnuivend Corona-proef schoon met het prikwater in de glazen. De druiven zijn zoet. Dat was ook de titel van een boek van Ann Rutgers van der Loeff. Zeventien stemmen over het kinderboek, met de mening van, onder andere, Annie.M.G.Schmidt, Miep Diekman, Fiep Westendorp. Daarin werd de liefde voor de kinderliteratuur bevestigd, die al lang gloeide.
Vriendin ging en werd weer stip. Ik gaf de zetels hun vaste plek, wisselde nieuwtjes uit met de Oude, wiedde nog wat na, en knipte de schaduwplek vrij voor twee klapstoelen. Meerder vliegen in een klap. Zwaar beladen met twee zakken wiedsel kuierde ik naar de Kleine blauwe Prins. Na iedere twintig stappen een korte pauze, maar zitten op de zakken was er niet bij. Met een zetel in de hand kom je verder.
Heerlijke blog Berna, en de zetels zijn voor mij echte Berna stoelen. Kussie!
LikeLike
Mooie zetels. En met het extra comfort erbij, ben je de koning te rijk, daar op je eigen plekje. Wat word je verwend💜
LikeLike
Lief gebaar van je broer en schoonzus, zo kun jij prinsesheerlijk uitrusten, genieten na gedane arbeid en je lieverds ontvangen. Ik zou zo wel even willen komen, was het nu dichterbij, mee-genieten van je paradijsje ❤️
LikeLike