Uncategorized

Nu de biceps nog

Malle Pluis wil nog niet naar binnen. Ze is onder een terrasstoel gekropen en loert naar de somberte van de winterplanten op het balkon. Sinds ik het hekje weer tussen ons en dat van de buurman heb vastgeklemd op de rand, laat de witte kat zich niet meer zien. Het is maar goed ook. Pluis krabt haar het vel van de oren en vice versa. ‘Het is mijn balkon’,  hoor je haar denken, terwijl ze alle grijze haren imponerend op zet.. En zo is dat.

pluis in sneeuw Pluis toen er nog sneeuw lag

Gisteren voor het eerst weer naar de fysio geweest. Daar ben ik nog altijd, ook al is de conditie nul, de meest fitte die er tussen loopt. Er is een vrouw die de hele tijd praat, mompelt, roept. Ze heeft het tegen iedereen en niemand in het bijzonder. Ze maakt zich druk over de conditie van de man die van de loopband stapt en bleek wordt, naar zijn hoofd grijpt, gaat zitten. Ze kijkt me in paniek aan, schudt haar hoofd, mompelt ‘Als dat maar goed gaat’. Er staat een fysio en een stagiair bij. Ik vermoed dat het wel goed zal komen. Ze houdt hem angstvallig in de gaten. Er is een vrouw die moeizaam schuifelt van steunpunt naar steunpunt. Het handvat van de hometrainer, de greep van de crosstrainer, de stoel van de legpress, tot ze neerploft op de stoel van de bicepstrainer.

De man van de loopband is ondertussen weer opgeknapt en gaat naast haar zitten. Samen doen ze ups en downs. Ze bespreken ze niet. Een vrouw krijgt bij de ladder een looptraining, een voetbaltraining waardig. Er worden steeds leuke varianten verzonnen, die eerst voorzichtig maar allengs gewaagder worden uitgevoerd. De fysio legt mij vast aan het gewicht om de benen te trainen. De lieve praatgraag schoof door naar de legpress, babbelend over vakanties en wintersport. Ze zoeven in gedachte slalommend met z’n drieën al pratend van de piste af.

pluis sneeuwPLuis in oongerepte sneeuw

Wintersport is iets waar ik absoluut niet over mee kan praten. Ik hou van sneeuw, als ik ervan mag genieten. Maagdelijk wit, ongerept, bomen met hun witte pruikenpracht. Dus langlaufen had misschien nog gekund. Maar een piste, de berg afzoeven, en de after-ski dat alles is niet aan mij besteed. Een berghutje, de stilte en de schoonheid graag.

Ik hou mijn mond terwijl het gesprek verder gaat. Praatgraag is in haar element. Hoewel ze met een stok loopt, komen er glimmers in haar ogen bij de gedachte alleen al. Volgende week gaat ze al. Ze nemen de ultieme theorie door, benoemen haken en ogen en de ontlading bij het afdalen.

Wilskracht doet wonderen, bedenk ik me, als ze even later achter mij langs schuifelt met de stok, terwijl ze zwaar leunt op haar mans arm.

Ziezo, we zijn er weer. Dit jaar is er nog maar vergoeding voor één keer per week fysio. Dan zal ik naar de ‘sportschool’ moeten. Geen opgave. Het blijft daar ook  leuk, omdat er veel te zien is en te overpeinzen valt. Rustig aan beginnen en kalmjes uitbouwen. Vanmiddag eerst maar eens kijken hoeveel spinazie ik erbij moet nuttigen om het ijzergehalte omhoog te vijzelen. De Popeye in mij is wakker.  Nu de biceps nog.

 

Een gedachte over “Nu de biceps nog

Reacties zijn gesloten.