Het raam zit erin. Weer een nieuw venster op de wereld erbij. Nu alleen de spijlen van het hek van het balkon nog en dan is het huis uitwendig weer als nieuw. Zoonlief smeerde de kelen en streelde de harten van de twee jongens die om half acht ’s morgens al voor de deur stonden, door hen direct koffie aan te bieden. Ik ben een hork in zulke dingen. Het hielp, want de mannen werden als was en een en al vriendelijkheid achter het norse postuur met de zwarte capuchons, diep over het hoofd getrokken. Ze waren ruimschoots op tijd klaar. Wat miste ik de spiegel, waar ik mezelf in kon monsteren. Nu moest ik op zoek naar een nieuwe plek. Iets om goed te overwegen.
Gisteren maakte ik voor het eerst kennis met narcolepsie bij een volwassene. Ik zat tegenover de man en middenin ons gesprek vielen zijn ogen dicht, zakte zijn hoofd scheef en viel hij in slaap. Enkele seconden later schoot hij weer wakker. Wat een wonderlijke gewaarwording. Ik repte er geen woord over en ging gewoon door met het gesprek. Normaliter zou ik er naar vragen, maar bij deze man voelde ik dat dat niet de bedoeling was. Het was bijzonder, omdat de tijd en daarmee het gesprek letterlijk werd stil gezet.
Het was de dag van Jan en Jet in het Museum in Vreeswijk. Ik was de teil nog aan het vullen met water toen de eerste kinderen al aan kwamen lopen, met luid gebabbel en gegiebel. Er was iemand ziek geworden, dus ik stond vandaag bij de teil, want de oude man begeleidde de kinderen boven en een ander zorgde voor het hoepelen en teren. Het zeep kloppen, het schrobben met de boender op het wasbord en het spoelen en wringen was leuk. De babypoep in de luier hilarisch. Iemand reikte constant de vieze luiers aan. We maakten er een klein toneelstukje van. ‘Heeft de baby nu al weer een poepluier, tsss’. Sommige kinderen griezelden om het hardst en een van de jongens wist zeker, dat hij nooit kinderen met zijn uitverkoren meisje zou nemen. Een van de meisjes merkte nuchter op dat je ze toch niet meer hoefde te wassen. Dat maakte niets uit. Het feit dat ze er waren, poepluiers, was al meer dan voldoende om kinderloos te blijven.
Na het afsluitende vragenuurtje boven gingen ze weer en van een meisje kreeg ik een spontane dikke knuffel. Mijn hart zong. Wat een heerlijke ontmoeting toch telkens weer. Kinderen die je de hemel in mag prijzen omdat ze angsten overwinnen, initiatieven durven nemen, leergierig zijn tot in hun tenen. De oude man zat op zijn praatstoel en oogste bewondering, omdat hij al negentig was. De tijd vloog.
Nog lekkerder straks, leftovers.
Na de fysio de griepprik omdat ik een dubbele risicofactor was. Gelukkig kon het tussendoor en hoefde het niet op het speciaal ingelaste avondspreekuur. Het gure weer zorgde ervoor dat ik ineens een onbedaarlijke trek in Soto kreeg, de goudgele Javaanse kippensoep, compleet met aardappel, selderij, ei en taugé. De cassiere fluisterde me, met een brede glimlach, ongevraagd een aardappelrecept in, uit Oostenrijk. De soep smaakte zoals ik het me had voorgesteld. Geurig warm en goudkleurig met in het midden de rijst als een witte berg, het ei als de rijzende zon erboven op. Niet alleen heerlijk, maar ook oogstrelend. Een goed besluit van de dag. Selamat Makan.
Weer een open kijk op de wereld. Fijn!
Met een schoondochter met narcolepsie weet ik waarover je het hier hebt.
Een kinderknuffel is goud waard. Een warm gevoel om het WE in te stappen.
LikeLike
Ik kende het wel van wat kinderen op school. Zoals gisteren had ik het nog niet ervaren. Echt middenin een word vielden de ogen dicht. Bijzonder. Ja, de knuffel bracht me weer even terug op school. Ik ben mijn leven verwend geweest met duizenden kinderknuffies. Voeding voor het leven. Fijn weekend, Lieve. ❤
LikeLike