Ik vorder gestaag in het boek ‘Herinneringen aan de Toekomst’ van Siri Hustvedt. Haar verhaallijnen zijn wijd vertakt en het vereiste aandacht en concentratie. De zon scheen uitnodigend en het was niet te koud. Eigenlijk was ze mijn grote verleidster van vandaag samen met de buuf van de tuin. Die had me geappt en gewaarschuwd. Nachtvorst op komst, dus de Dahliaknollen moeten eruit. Het was de eerste keer dat ik Dahlia’s had gepoot en dit was nieuw voor me. Er is niets veranderlijker dan de mens, dus toch even in de benen om mijn dankbare bloeiers te redden. Wat een goed plan bleek dat achteraf. De oude was er. De ruit zat in de kas en alles leek weer pais en vree.
‘Met de riek niet te diep onder de Dahlia spitten en de knol komt los’, was het advies van de buuf. Dat bleek inderdaad voldoende. In mijn schaduwtuintje was er alleen nog zon in de kruin van de wilg bij de vijver. Ik hing de uitgehaalde knollen met de stengels er nog aan, aan de wilgen. Als variatie op een thema van het oude spreekwoord: ‘De lier aan de wilgen hangen’. Een mooie poëtische vergelijking, want er had behoorlijk muziek gezeten in de prachtige en langbloeiende dahlia’s. De buuf en de oude kwamen een kijkje nemen. Op de vraag wat welke kleur had, moest ik het antwoord schuldig blijven. Of nou, de stelen had ik er gelukkig aan laten zitten. Labelen voor je ze afknipt was de wijze raad.
De composthoop en de houtvoorraad waren aan de beurt om gefatsoeneerd te worden. De compost tastte ik wat op, zodat er ruimte was voor de grote oude nicandra’s, die in de weg stonden. Ik kon er nu veel beter bij omdat het groen zich een herfststand had aangemeten. Zelfs nu nog bloeide de Guirlande d’ Amour en de paarse geranium, twee langbloeiers. Het waren dankbare kleuraccenten tussen het afstervende loof, een laatste glimlach van de zomer.
De oude had de tomaten in de kas geslecht en overwinter-ruimte gemaakt. Overal om ons heen waren mensen hun tuinen winterklaar aan het maken. Het maaien van het laatste gras, het omspitten van de grond, wat verlaat snoeiwerk. De geur van de kleine houtkachels en de Turkse theebranders voor in de tuin dreven naar achteren. Roodborstjes, dit keer met twee, hipten over omgewoelde grond. Een vlucht spreeuwen vloog over en liet mij spijtig achter, te laat om een plaatje te schieten. In het zonlicht kleurden ze bijna sepia.
Buuf vroeg om in de laatste zonnestralen nog even bij haar voor het huisje te zitten. De oude had het koud en ging naar huis, maar wij genoten van het laatste zonlicht onder het genot van een welverdiend glaasje witte wijn. Moe maar voldaan voelde het om zo ingewijd te worden in de orde der Dahliahouders. Volgend jaar komen er een paar extra bij en deze zijn ook weer te scheuren. Niet voor niets is de symbolische betekenis van de plant ‘Edel en trots en dat ze je trouw blijft’ . Geen wonder. In het voorjaar haal je er makkelijk weer vijf of zes nieuwe stekken per plant uit. Voor eeuwig de jouwe. Mijn oma had vroeger een Dahliatuin. Het heeft lang geduurd, maar dit jaar heb ik ze weer volledig omarmd.
Het begon koud op te trekken en het werd tijd om huiswaarts te gaan. De Dahlia’s zijn binnen. De tuin blijft als residentie voor wegschietende haas, hippende roodborst en ronddollende woelmuis, wars van winterslaap. Thuis wachtte het boek. Ik ben er klaar voor, dankzij buuf. Laat de winter nu maar komen.
Zoals jij het hier zo mooi en ‘warm’ beschrijft, mag de winter komen.
Maar toch hoop ik eerst nog op wat herfstig zonnige dagen zoals gisteren. Het geel glinstert zo prachtig in de zon. Alles krijgt een gouden rand.
LikeGeliked door 1 persoon
Vind ik ook hoor Lieve
Hier is het nu guur en winderig
Maar de tuin kan er weer tegen
LikeGeliked door 1 persoon
Sfeervol beschreven.
LikeGeliked door 1 persoon