Er staat een vreemde auto onder de carport van het tweede huis beneden aan de overkant van de straat. Als ik beter kijk, blijkt dat de ramen kaal naar buiten stralen, zonder opsmuk. Ik merk het op waar zoonlief bij is en hij zegt, langs zijn neus weg, dat ze dood zijn. Er stond een lijkenwagen voor de deur toen we weg waren. Gek genoeg heeft de onwetendheid ervan impact. Zomaar er tussenuit gepiept. Niet helemaal waar, want ze waren al wat ouder. Minstens een moet zijn verhuisd nadat de ander was overleden. In de straat die in het buurtje van vroeger stond, zou dat nooit gebeurd zijn. Daar had het nieuws een zegetocht gehouden tot ieder ervan gehoord had, over de heg, aan de deur, op een feestje of zomaar op straat. ‘Heb je het al gehoord? ‘ zou er gefluisterd zijn.
Een leeg raam blikt op de straat. De auto behoort toe aan de nieuwe mensen, die het huis gebruiksklaar maken. Poppetjes die verwisseld worden en je weet er niets van af. Je moet het per ongeluk ontdekken. De oude man was keurig gekleed en best nog vief, ze gingen minstens een keer per dag boodschappen doen. Hem herinner ik me wel, maar haar ben ik een beetje vergeten.
De enige die hier alles weet van de buurt is de buurman. Hij heeft een nieuwsgierige aard en maakt graag een praatje met ieder om op de hoogte te blijven. Maar de laatste tijd is hij niet zo goed meer ter been. Soms staat hij nog op de galerij en rookt een shaggie, al is dat hem verboden door de slechte vaten in zijn benen. Die zorgen ervoor dat hij de trap nog nauwelijks op en af kan. En daar stokt de betontelegraaf, in variatie op een thema.
Uit het verleden wordt een scene uit de serie Ja zuster, nee zuster opgediept over het wel en wee van Hendrik Haan, die de kraan open had laten staan. Het werd bij elke roddel groter en groter, totdat de hele stad was overstroomd. Uiteindelijk kwam Hendrik Haan het zelf weer ter ore. ‘Het hele verhaal is zo overdreven, keukenmat een tikkie nat, onverwijld opgedweild, zo gebeurt zo gedaan, hi hi hi hi’ zei Hendrik Haan. De dames zagen eruit als mijn moeder. Sjaaltjes om hun wasch-en-watergolf, regenjassen aan en boodschappentas onder de arm. Misprijzend getuite lippen en meewarig schuddende hoofden. Het lied van de onvolprezen Annie.M.G.Schmidt.

Mijn griep resulteerde in het afzeggen van het bezoek aan zoonlief en schone dochter en de drie kleine belhamels. Nog steeds geen puf om een boek open te slaan. Wel heb ik het tekendagboek wat bij gewerkt. Daar liep ik een paar dagen mee achter.
Lief kwam opgewekt terug van zijn bezoek aan onze vriend. Het was een aangenaam verpozen geweest en het staat op de nominatie van de herhaling. Verleden en heden, gedachten over de wereld, oorsprong, relaties, achtergrond, kennis, langs een tijdlijn van de ene en associaties van de andere kant. Dochterlief zat er te theeën met een vriendin en was helemaal verbaasd om de twee, ze kende vriend ook, samen aan te treffen. Wat is het leven toch verrassend bij tijd en wijle.
Superleuk, origineel en knap, jouw tekendagboek.
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel lieve Lieve❤️🍀🌈
LikeLike