Overpeinzingen

Een nieuw hoofdstuk

De monteur voor de ketel zou in de middag komen. Het zou verspilde tijd zijn om allebei te gaan zitten wachten. Bovendien is het mijn hobby niet om vreemde werkmannen te ontvangen die door mijn huis banjeren. Ze zijn zonder bedoelingen, ik weet het, maar zo heb ik het altijd gevoeld. Een soort inbraak op je privacy. Vaak charterde ik de kinderen als ze oud en wijs genoeg waren voor de ontvangst en nam zelf een vlucht naar wat er maar voorhanden was. Een wonderlijke eigenschap, een erfenisje? Dus spraken we af dat Lief de honneurs zou waarnemen en ik naar de tuin zou gaan om alsnog het middenbed te vrijwaren van haar brandnetels. Engel bij de vijver zou dan in ieder geval een hele poos vrij over haar landgoed kunnen turen.

Twee mensen stonden, een tikje hulpeloos, bij het hek. Ze waren naar binnen geslopen toen het hek open was maar iemand, in hun ogen een onverlaat, had het hek op slot gedaan, omdat er minder dan vijf auto’s op de parkeerplaats stonden. Dat was een geldende regel. De man greep voor de grap met gespeelde wanhoop de spijlen van het hek vast alsof hij in het kachot zat. Hij keek er smekend bij. Ik draaide het slot open en duwde de deur naar achteren. Hij deed het met de andere kant van het hek. Zo konden zij eruit en ik erin. Iedereen blij. Daarna draaide ik toch de deur maar weer op slot, de gulden regel indachtig.

Een paartje hoentjes en drie woerden in de sloot. Nergens een vrouwtjeseend te bekennen. Misschien was ze er vandoor met haar pulletjes of had ze genoeg van de overmacht. In de tuin heerste in ieder geval een oase van rust. Heerlijk. Het weer was precies goed. Niet te warm en niet te koud. Ik maakte alleen de deur van het schuurtje open om handschoenen en schepel te pakken. Het krukje erbij en aan de slag. Gestaag trok ik hele wortelranken vol jonge brandnetel tussen de maagdenpalm, de anemonen, de irissen en de lissen weg. Een kruiwagen vol. Ziezo, die konden weer vrij ademhalen. En onder het gras kwam de kleine vijver weer in het zicht. Roodborst kwam eens even kijken en merel en koolmees scheerden laag over de tuin van boom naar boom.

Halverwege kwam de achterbuuf een praatje maken en ze vertelde dat ze bezig waren met een testament. Iets voor mensen met bezit, denk ik altijd. Ik vertelde haar over mijn wensen op schrift, die bij zoonlief waren beland naar aanleiding van zijn vragen vorig jaar. Daar stond een heleboel in. De aanleiding voor het maken ervan had een wrange reden. Een van hun vrienden was pardoes dood van zijn fiets gevallen. Van het ene op het andere moment. We gingen er even bij zitten en bespiegelden zo het ouder worden en dergelijke onvolkomenheden die dat met zich mee kon brengen. Helaas had ik ervaring met een plotselinge dood, het schrijnende verdriet voor de nabestaanden, die in een luttele seconde alleen achterbleven. Een lijdensweg wens je niemand toe, maar om samen het naderende afscheid te beleven kon als troost dienen, als daar niet teveel lijden aan te pas komt. In ieder geval was het mogelijk om de wensen en verlangens voor de dood in te willigen. Over de dood raak je niet uitgepraat, maar we moesten verder met de tuin. De late middagkou klom al omhoog dus er moest weer bewogen worden.

Het was nu niet veel werk meer van datgene wat ik van plan was te doen. Ik schoot nog snel een foto van de oplevende schoenlapper en haar vrienden, die vurig in bloei stonden. De andere planten waren gelukkig ook goed aangeslagen. Voor de rest van de grassen had ik geen tijd meer. De reuzenhosta kwam er wel doorheen gepiept en ook de pelargonium zou er wel bovenuit klimmen. Daar vertrouwde ik maar op. Op de terugweg dacht ik na over de eindigheid, de wereld en de reis. Hoe een geest alles kan mixen en dat onder het rijden door.

Thuis was de ketel weer gemaakt. De pomp moest vervangen worden. Lief was tevreden en ik ook, door het harde werken aan achterstallig onderhoud. Nu de zuurkool nog voor de einddatum opmaken, evenals de vega kaasschnitzels. En ineens schoot me te binnen dat je met de Hongaars ingelegde groente, de Csalamádé Cipös, natuurlijk ook een overheerlijke stampie zou kunnen maken. Dat wordt het volgende experiment. De Hongaars-Hollandse keuken, een nieuw hoofdstuk.

Een gedachte over “Een nieuw hoofdstuk

  1. En nu kan het lentewarm worden en hoeft chauffage niet meer tot de volgende winter. Wishfull thinking 😉. Maar opgeruimd (tuin) en hersteld (chauffage) staat netjes.

    Geliked door 1 persoon

Reacties zijn gesloten.