Overpeinzingen

De dag kon niet meer stuk

Vroeg begonnen, tijd gewonnen. Dat ging gisteren op, omdat we besloten hadden een bezoek te brengen aan de plantenmarkt op het JansKerkhof in de stad. De kleine blauwe kreeg een zonnige parkeerplek aan het begin van de Biltstraat. Die afstand zou te lopen zijn, ook met de armen vol plantjes voor de bakken op de galerij.

Utrecht op haar best. Een zonnetje, blauwe lucht, de kraampjes aan de voet van de beschuttende kerk. De vroege ochtendrust hing nog tussen de straten en het langzaam opkomende verkeer was daar een belangrijke factor in. Op de markt zelf was het al een en al bedrijvigheid. De kooplui hadden hun waar zo voordelig mogelijk uitgestald. In de bloemenkramen lagen de pioenrozen te kust en te keur uitnodigend opgestapeld. Het roze, rood, paars en wit aan vrolijke bolletjes als een zee van bloemen in een regenboog aan kleur.

We struinden de kramen langs op zoek naar de geschikte bloeiers en zagen eigenlijk te veel. De uiteindelijke keuze viel op een combinatie van langbloeiers en een ouderwetse boerengeranium er tussen. Daarna wandelden we terug door de Nobelstraat en hadden een keur aan herinneringen. Het werd een trip door Memory Lane. Naast de bloemenmarkt zelf stond een groep studenten met slaaphoofden hun eerste koffie te lurken voor Wooloomooloo, al in onze tijd, nu ruim vijftig jaar geleden, een befaamde danstent, waar menig biertje naar binnen werd gehesen. In de Nobelstraat kwamen we nog zo’n klassiek oudje tegen. Het Pandje in volle glorie en geen spat veranderd in haar uiterlijk, temidden van de flexibele etalages van haar naaste buren.

De bomen voor de Stadsschouwburg, even verderop, vertelden hun eigen verhaal terwijl de fontein ervoor sproeide dat het een lieve lust was. De badende dames eronder lieten zich al decennia lang het watergeklater welgevallen. De stoïcijnse acteur, een kant van het gezicht uitgewerkt en de andere kant glad gestreken en onaangedaan, niets verradend van wat er werkelijk in hem omging, keek al jaren naar de gouden muze op de gevel van de Stadsschouwburg. Tot onze grote vreugde was het restaurant Djakarta er nog altijd, waar we in onze studententijd slechts één keer hadden gegeten omdat het te prijzig was voor ons karige budget. ‘Daar gaan we nog eens op herhaling’, beloofden we elkaar. Alles bij elkaar juweeltjes uit ons roemruchte verleden, een ontroerende ontmoeting, die het hart vol jeugdige verliefdheid liet lopen.

Met de buit ging ik thuis onmiddellijk aan de slag terwijl lief de operatieassistent speelde met prullenbak en zware zak met aarde. Binnen korte tijd pronkten nu tot op eenderde van de galerij alle bakken zich eindelijk met bloemetjes. Zoonlief had samen met schoondochter ingeslagen in het tuincentrum. In een ontdekkingstocht tussen het wat verpieterde spul op het balkon ontdekten we een wereld aan zonnebloemenplantjes, nietig in hun aanwezigheid. Ze werden liefdevol verpot en de andere bakken kregen aarde en een leger aan bloemenzaad. Daar tussendoor hipte de familie koolmees vrijelijk en niet bang tussen de takken van de sierprunus van beneden, die ruim tot ons balkon reikten. Alles ademde een sfeer uit van verlangen en belofte. De benjamin had de smaak te pakken en had, terwijl wij naar een optreden van kleindochter en naar de voetbalwedstrijd van de oudste waren, de galerij tot ver voorbij de buren met de hoge drukspuit schoongespoten.

Er was een glorieuze performance van die allerkleinsten, een klaterende overwinning, 4-1 maar liefst, voor de club en bij thuiskomst een hagelwitte galerij met een gevuld balkon. De dag kon niet meer stuk.

9 gedachten over “De dag kon niet meer stuk

    1. Een overdaad aan en de moeite waard, die bloemenmarkt op het Jans Kerkhof op zaterdag. 😊🌺🌸🌷🌹🌻🥀🪷

      Like

Reacties zijn gesloten.