Uncategorized

Een gouden glans over de vrieskou

Het begon met het gebruikelijke wikken en wegen waar we de wandeling zouden gaan maken. Voorlopig zaten we eerst nog warm en knus aan de taart en de cappuccino. Zus één vond een stadswandelingetje voldoende, maar de jongste had net nieuwe wandelschoenen aangeschaft en verlangde naar Michelin-mensjes op het bevroren land met wangen rood als appeltjes en piekende haren onder een muts. Kasteel de Haar, Maarssen, de Vecht, Haarrijnen, de keuze was groot.

Vort met de geit, de eerste dan toch. Dik aangekleed, warme dassen, handschoenen, stevige stappers, grote ruime jassen, vier winterkinderen op pad. Natuurlijk was het kasteel dicht en jammer genoeg ook de prachtige tuin, maar het wandelpad langs de glooiende heuvels van de golfbaan was gewoon open. Zegge en schrijve hadden we een stief uur de tijd.

Het was prachtig buiten. De frisse kou zorgde voor bellefleuren en de schoonheid van de lage zon met haar bijzondere licht weerspiegelde haar hemelse rust op de wandelaars. De rijp op het dorre blad tekende de schoonheid van elk afzonderlijk lijntje. Zuslief wees op de grote wit beslagen kastanjebolsters. ‘Net egels’. We knipten er lustig op los. Zij met haar prachtige toestel, ik met de kleine telefoon. Toen een van ons plots een jong hert zag op het met rijm beslagen veld schoten we allebei haar vliegensvlugge ontsnapping richting bosrand. Mijn hertje was zo klein als een miniatuurbeeldje op een schoorsteenmantel. Een waar zoekplaatje achteraf gezien.

Ook bij de roep van de buizerd veerden we op en zagen het dier met majestueuze vleugelslag tussen de bomen door wegvliegen, evenals een kleine winterkoning die schielijk het pad overstak. Het was voor het eerst sinds al mijn belemmerende kwalen dat er een flinke wandeling in zat. Het was een perfect moment. Zuslief hielp een stelletje uit Singapore aan een foto van hen samen zonder mondkapje. Dankbaar werden we overladen met erkentelijkheid en een Merry Christmas.

Ruim op tijd, nog zeker een half uur te gaan, zaten we weer in de warme auto en stopten bij een streekwinkel, die open bleek te zijn. De winkelbehoefte ging los. Anders hadden we de kringlopen bezocht en nu moesten we het met deze overheerlijke streekproducten doen. De klandizie was groot en de rieten mand van de zussen rijkelijk gevuld. Af en toe moet je jezelf eens kietelen en tegelijkertijd de plaatselijke ondernemer in de watten leggen. Mijn budget was de dag ervoor al opgegaan.

Bij de toko stond onze rijsttafel voor drie personen al klaar. Twee papieren tassen, zuslief sprokkelde nog snel de kroepoek en de emping erbij. op naar huis met de buit.

In de vroege ochtend had ik de tafel aangekleed, niet met het plastic kleed maar met het witte douchegordijn en de aubergine lopertjes. Nu leek het een chique tafel. De wijn erbij, een karaf water, cola voor zus. Alles werd met grote snelheid in mijn kleine Chinese schaaltjes gewerkt. De porseleinen lepels pasten er naadloos bij. Wat een heerlijkheden stonden er. De rendang, de sajoer lodeh, de sajoer toemis, Atjar, saté babi, telor, ajam opor, het waren stuk voor stuk kleine heerlijkheden met grote zorg bereid. Een aanrader deze tante Lien. Al zingend, van kerstlied tot tante Leen, als in de keuken van onze moeder vroeger, werd de afwas gezwind weggewerkt. Verbondenheid ten top.

Ondertussen kwebbelden we honderduit en waren de lange noodgedwongen pauzes tussen onze ontmoetingen op slag vergeten. Zoonlief kwam thuis met een kerstpakket, dat met veel aanprijzen werd uitgepakt. Na de lychee, het ijs en de koffie ging heel het spul weer op huis aan. Ik dook op de bank om met de film ‘A boy called Christmas’ de winterse kou en de sfeervolle kerstwarmte vast te houden. Een gouden glans over de vrieskou.

Een gedachte over “Een gouden glans over de vrieskou

Reacties zijn gesloten.