Een echte woelnacht vannacht. Hoofdzakelijk veroorzaakt door de knie, die ‘bottenmoe’ fluisterde, waardoor het kussen in de rehabilitatie kwam en eindelijk de verlichting bracht. Sommige adviezen zijn er om naast je neer te leggen. Tijd te over in de stille duisternis. Lamp weer aan. Daar slopen de krantenartikelen langs met wetenschappelijke uitleg over de werking van de vaccins. Een laagdrempelige vergelijking met boodschappenbriefjes, die een cel werden ingeschoven, leken me regelrecht voer voor complotdenkers. ‘Zie je wel, zouden ze bij die beeldspraak zeggen, ‘Ze sluizen briefjes je lijf in met boodschappen die ondoorgrondelijk zijn’. Zo werkt de vrije associatie nu eenmaal.

Het boekenkatern met daarin een interview met Marieke Lucas Rijneveld over haar boek ‘Mijn Lieve Gunsteling’. Een verhaal waar ik nog niet aan durf te beginnen. Haar relaas over hoe het tot stand gekomen was, werkte door. Ze benadrukte dat het fictie is. Daarbij schreef ze uit het perspectief van de veearts, die welhaast een verzachtend auro om zich heen kreeg van weldoener, heilzame soldaat, maar ondanks de wetenschap dat het niet klopte, niet te stoppen was. Ze beschreef hoe ze na een tocht op de fiets een scène zag opdoemen en die thuis, op haar zolderkamer aan een Utrechts stadspark, vastlegde. Het was een herkenbaar gegeven. Woorden die hun eigen leven gingen leiden, handen die over toetsen dansten om vast te leggen wat doorsijpelde, het hoorde allemaal bij het proces. Soms bleek het schrijven een eigen weg te volgen, nauwelijks te sturen en dan vroeg je je bij het teruglezen af of het wel zelf geschreven was.
De nacht bracht verder puzzelboeken als afleiding voor die wakkere uren, door domweg, verstand op nul, te verzinnen wat er in die desbetreffende hokjes moet komen om het geheel passend te krijgen, strak omlijnde bedenksels, zonder uitwijkmogelijkheden, laat staan een mogelijkheid om er een beeld op te plakken.
Daartussendoor dat been, die knie en het woord. Dan het uitstapje later op deze dag. Een vlinderbuik vol verwachtingen leverde het op. ‘Wat trek ik aan, hoe laat ga ik weg, wat zal ik gaan zien’. Als een kind in de nacht voor haar verjaardag, dat met pekkende blote voeten op het koude zeil om vijf uur al voor de ouderlijke sponde staat te springen. We mogen weer, weliswaar met alle regels vandien, snoetjes op, op meer dan anderhalve meter, handen ontsmetten, niet meer dan dertig mensen in het geheel, maar toch… Beloftevol popelen.
Ook in de krant, de beeldengroep van Juan Mûnoz, de Spanjaard wiens beelden ik de eerste keer zag in Washington en later in Zwolle, ondersteboven ervan, diep geraakt door de enorme en herkenbare vormen van de duikelaartjes, de Bepkousen, noemde ik ze in stilte, maar het zouden even goed Tibetaanse monniken kunnen zijn, die de stilte in acht namen en hun woorden gedempt vorm gaven. Nu was het beeld ‘Talking to the Ear’ in Voorlinden te aanschouwen. Het luisterende oor, wat in deze dagen zo belangrijk was gebleken. In mijn hoofd werkte mijn eigen boodschappenbriefje voor de kunst en de schoonheid der dingen door. Voorlinden check.
Vanuit de krant rees de vraag of je weleens van mening was veranderd. Dat naar aanleiding van hun interviewreeks 180 graden. Meningsvorming en verandering zijn met name voorbehouden aan de flexibelen onder ons, die niet hechten aan standpunten. Veel standpunten verworden tot nostalgische stokpaarden, die daardoor zich star en onbeweeglijk vastklampen aan wat ooit was. De ruimte om te vernieuwen verzandt op dergelijke wijze in het achterhaald zijn door de tijd. Alles wat ooit gedachtengoed was in mijn jeugdige overmoed, is later onder invloed van situaties, wijze mensen in mijn omgeving, ervaringen, bijgesteld of zelfs van de ankers geslagen. Geen nood. Voor elke gedachte, elke stelling, die geslecht was, kwam weer een nieuwe, al was het maar het idee, om nooit meer een vast standpunt in te nemen, maar gevoelig te blijven voor het openen van de ogen. Schellen moeten altijd mogen vallen in de wetenschap dat je niet van het voetstuk zal tuimelen op zo’n moment. Het betere verversen van het eigen ik, als bloemen in een vaas, opgeschud en op schoon water.
Wat een prachtige blog, Berna, ontsproten aan een slapeloze nacht. Heerlijk om te lezen en in je laatste alinea schudt mijn hoofd ‘ja’ alsof ik het zelf vertel. Ook mijn gedachtengoed ging in de loop der jaren naar andere levels en wat ben ik daar blij mee ❤️
LikeLike
Fijn hoor Ellie, dat we daarmee gezegend zijn. Het brengt zoveel meer. 😉 Waar die slaaptekorten al niet goed voor zijn. 😉
LikeLike