Een prachtig schilderij opende de dag voor mij vanuit het keukenraam. Misschien oogde het blauw imponerender doordat er een loodgrijze dag aan vooraf was gegaan. De donderdag ging gebukt onder miezer en soms meer dan dat. Dankzij Rogier Willems en zijn inspirerende schilderinstructies liep ik in mijn doeltreffende douchegordijn als een grote groene matrone langs de druilerige sloot en ontweek de modderpartijen door van graspol naar graspol te springen. Niemand die me zag want alleen bij de oude en in de tuin op de verste uithoek was leven te bekennen. Twee uur gaf ik mezelf. Altijd goed om grenzen te stellen. Daarna zou ik stram zijn van de kou, die met het sombere weer in overmoed zou nestelen in de gewrichten.
Het derde portret vroeg wat duw en trekwerk. Over het vierde portret kwam de tweede laag. Rogier Willems werkt zoals ik het zo graag zie en vaak ook doe. Hij werkt veelal met een kwast, omdat hij een hekel heeft aan kwasten schoonmaken. Dat vleugje humor houdt hij in al zijn video’s vol. Als zijn palet volloopt met mengingen spreekt hij zich belerend toe ‘Foei toch, zouden mijn collega’s zeggen’. Maar hij is volstrekt trouw aan zijn eigen werkwijze. Je ziet hem de toetsen zetten, aanpassen, opnieuw mengen, weer aantippen, laag over laag over laag. En juist die gelaagdheid geeft het werk een levendige toets. Betekenisvol. De juiste uitdrukking, de emotie achter het oppervel, de ziel in de ogen. Die toetsen zijn vlakken en vlakjes, het ware boetseren van zo’n model, het kneden tot een vorm die spreekt. Het gaat hem niet om de gelijkenis, maar er juist om die bezieling te vangen. Het is een schilder naar mijn hart. Een gevoel van thuiskomen. Bij ieder portret zou ik al een aantal lagen daarvoor gestopt zijn, maar hij werkt door tot het grote gepiel (zijn woorden) begint. Van daaruit laat hij ons weer los met een hartelijk ‘Piel ze’.

Dat deed ik dan ook, zijn woorden en zijn kennis in het achterhoofd. Af en toe een corrigerende tik op mijn eigen vingers. Je mag wel pielen, maar niet smeren. Geen tijd om te eten of te drinken, dat kon daarna weer. Wenkbrauwen aangepast, voorhoofd veranderd, tijd voor de tweede laag van de Oegandese vrouw, het indringende kleine fotootje uit de krant. Altijd lastig om te vertalen naar groot. Zoals vriendinlief schreef: Ja. ’t gepiel en ’t kijken en ’t effect van de dingen. Resultaat is leuk, maar toch echt ’t proces’. Zo is het. Naar volle tevredenheid wandelde ik in mijn felgroene tent naar de kleine blauwe. Morgen is er weer een dag.
Tijd voor thee bij zoonlief en kleinzoon 6, voordat hij alweer fases verder is. Met de bal aan zijn voet, of in de hand, al gooiend en schoppend en rollend, zoonlief deed niet anders toen hij zo oud was, schatert hij het uit bij juffrouw Ooievaar en haar pedante stem. Kijkt me met grote ogen aan als die stem ineens weer ‘bedaard’ wordt, als mijnheer de Uil aan het woord komt. Thee met het zakje er nog in en te laat opgemerkt, laat ik voor de helft wat het was. Het arsenaal aan kinderliedjes, de Olifant met de allerdikste billen van het hele land en helikopter, het vers van het boerenpaard hobbel de hobbel en kriebeltjes in de nek hebben groot succes. Brede glimlach, stralende ogen en gekir en alles mag in de herhaling. Met zoonlief, werkend in het zorgcircuit, is het nog steeds afstand houden. Het gemis van warm omhelzen wordt verzacht door de kleine. Die mag op schoot, knuffeltje hier en knuffeltje daar. Kushanden voor zoonlief.
Het verkeer op weg naar huis laat in lange rijen gelaten het gekletter van de regen op hun glanzende daken toe. Lange linten licht aan de overkant. Thuis is het heerlijk behaaglijk. Met een restje linguini en de benen languit op de bank, Pluis spinnend ernaast. Laat de regen maar vallen, wij zitten hoog en droog.
Een gedachte over “Hoog en droog”
Reacties zijn gesloten.