Uncategorized

Een Koninklijk slotakkoord

De staafmixer ontbrak. Ooit doorgebrand en niet meer vervangen, het gladde mengsel in de ban. Dat betekende dat de pompoensoep een dikke variant zou worden. Een Indiase Dahl van rode linzen en pompoen geserveerd met parathas, een soort flensje van bloem, water en zout. De flessenpompoen van de buurvrouw leverde vruchtvlees voor een gaarkeuken en mijn pannen waren niet meer groot genoeg om alles te bereiden.

Het weer was er naar. Een koude wind maakte het de oproep thuis te blijven niet te moelijk. Lekker aankeutelen is het leukste om te doen. Kokkerellen een uitstekend tijdverdrijf. Huilen bij de uien, pepertje, vijf partjen knoflook kneuzen en snijden, gember raspen, koriander en komijnpoeder in een schaaltje, bouillon, blik tomaat in blokjes, de rode linzen en de geschilde pompoen in stukjes. Alles stond klaar in schaaltjes en het kon achter elkaar de pan in om daarna een uur te stoven. In de tussentijd diepten de parathas beelden van het verleden op, toen de Indiase keuken nog tot de normale gang van zaken behoorde. Zo verfijnd met haar smaken, speciaal voor vegetariërs en veganisten, rijk aan alle stoffen, die nodig waren bij een maaltijd zonder dierlijke eiwitten. We hadden de plantaardige revolutie allang omarmd. Zo, de finishing touch met korianderblad en peterselie, weliswaar in gedroogde vorm, omdat de verse niet binnen handbereik was, maar dat mocht de pret niet drukken. Zonen smulden ervan en wonder boven wonder was de pan leeg op een bakje na voor de volgende dag. Maar het was ook de hemel in een pannetje.

Inktober ‘dizzy’, had me naar het gelijknamige nummer van Tommy Roe gebracht, een zoetgevooisd nummer uit 1969. Een tollend hoofd. Voor de tweede opdracht ‘Coral’ wist ik onmiddellijk dat het de bloedkoralen ketting van een Arnemuidense zou worden en terwijl de pompoen zachter en zachter werd en heerlijke geuren de kamer overnamen, kwamen de twee afbeeldingen in de gebruikelijke snelle schetsen op papier. We zaten al ruim over de helft en ik had nog geen dag overgeslagen. Zo’n lockdown, geheel of gedeeltelijk, was toch nog ergens goed voor. Kaarsjes aan, wat extra warmte, sloffen en een huisvest, kruidige Dahl op het vuur, herfstig knus.

Buiten regent het op het ogenblik pijpestelen. Pluis ligt tegen mijn benen aangekruld. Eigenlijk zou ik even naar de tuin moeten, maar de moed is in mijn sloffen gezakt. Morgen geeft het weerbericht zon.

In de krant een droevig relaas van iemand die op haar bank overleden was en zes weken onopgemerkt bleef. Het was een verslag uit de reeks ‘Poule des doods’, waarin Joris van Casteren verslag doet van zijn ervaringen bij het begeleiden van eenzame uitvaarten. Stuk voor stuk trieste gevallen. Mooi werk, dat eigenlijk niet nodig zou moeten zijn. Er is altijd een dichter bij, die een persoonlijk gedicht schrijft. Minieme aandacht wordt samengebracht met de identiteit en daarmee staat het leven geboekstaafd, hoeft iemand niet naamloos ten onder te gaan. De pastelkleurige illustratie van Merel Corduwener geeft een vermoedelijk beeld van de overledene . Het hok van haar cavia staat in het zicht. Ook het arme beestje had het niet overleefd.

De stank in het portiek van de flat was ondraaglijk, dus de kamer werd geruimd voordat de speurtocht naar haar identiteit was opgelost. Dat er protocollen voor waren wist men niet.

Oorspronkelijk kwam de vrouw uit Zwitserland en was gebrouilleerd met haar enige broer. De ouders waren overleden. Zwitserse componisten werden ten gehore gebracht bij de eenzame begrafenis, als laatste werd het nummer ‘Pavanne, Couleur du temps’ van Frank Martin gekozen. Een Pavane is een oud Italiaans/Spaanse dans, een statig schrijden, hofwaardig. De gedragen klanken begeleiden de kist. Fijn en waardevol dat dit mogelijk is. Ze verglijdt alsnog in een koningklijk slotakkoord.

5 gedachten over “Een Koninklijk slotakkoord

Reacties zijn gesloten.