De nacht valt donker naar binnen als mijn ogen voor de zoveelste keer opengaan. Aan de geluiden buiten te horen kan ik merken dat het tegen vijven loopt. Een eerste scooter knalt voorbij, een paar auto’s ruisen langs. Onrustig was het. Gepieker over keuzes maken en gemis. Dit weekend heb ik de lessen op de school toch gecanceld. Ik dorst het niet aan, of tenminste, met snoet wel, maar dat wil ik de kinderen niet aandoen. Bovendien is het geen werken met zo’n ding op. Zuslief appte. Er staat een bezoek aan het museum vandaag. ‘Zullen we nog wel gaan?’ We zijn vroeg ingedeeld, om tien over tien. Er gaan een gelimiteerd aantal bezoekers naar binnen.Met snoetjes op. Ik durf het in dit kleine museum wel. Het zorgde er wel voor dat ik wakker lag, indommelde, wakker schoot, verder soesde en dat stond in de repeteerstand. Mijn moeder zou zich afvragen: ‘Wat is wijsheid’.

Ik laat het nog even van het gesternte afhangen . Pluis heeft de hele nacht nergens last van gehad. Ze ronkte er tevreden op los en koos af en toe een andere holte om opgekruld verder te dromen. Blijf zitten waar je zit en verroer je niet, was het credo voor mij. De slaap van de onschuld, of van de onwetende. Gisteren maakte de zon goed, wat ze al dagen had laten liggen. De fiets was er klaar voor, het park ook. Het stuk tussen de fietsende schooljeugd door was minder. In slierten van drie of vier op een rij namen ze bezit van de paden en schoven dan net voorlangs opzij. De bomen krulden prachtig oranje op in dit grote park met met haar eiken, beuken, acers en abelen. De wind was fris, maar in de zon veerde de warmte op.
Panta Rhei is nog lang blijven doorstromen. ‘Go with the flow’ is een van mijn basisprincipes. Meebewegen, flexibel zijn, openstaan voor vernieuwing, onontbeerlijk binnen het onderwijs. Maar ook, laat het stromen, geef het ruimte, je moet niet zijn, maar je mag zijn zoals je bent. Dat opent vele perspectieven meer, dan als je je in een keurslijf wringt. Ik denk aan vroeger. Mensen die de eigenaardige gewoonte hadden om zich bij het invallen van de schemering achter de gesloten vitrage op te stellen en kritiek te leveren op wat er vanuit dat standpunt te zien was. Daar was men zelf ook bevreesd voor. ‘Sttt, wat zullen de buren wel niet denken’, werd er dan gesist. Zodra het licht aanging, gingen de gordijnen dicht. Van huis uit was ik dat niet gewend. Het leven in onze wijk lag op straat. De buurt kende haar pappenheimers wel. Je wist precies wie er deugde en wie niet, wie er ‘losse handjes’ hadden, wie op de pof leefde of waar altijd bonje was. Onze ramen waren de vensters van de ziel. Open en ontvankelijk, niets te verbergen. Een valletje bovenin voor het mooi en verder vrij zicht.
Nog altijd ben ik dol op ‘kale’ raampartijen. Een voordeel van het boven wonen is dat je oneindige schoonheid aan lucht voorgeschoteld krijgt. Een ideale entourage om wat te dagdromen en je vrij te voelen als een vogel. Die vrijheid zit van binnen, los van al het andere om je heen en dat geeft lucht en ruimte.
Wijze woorden van je moeder ‘wat is wijs?’. Ik kamp er ook deze dagen, maanden voortdurend mee, en dat drukt op me.
Go with the flow, leef open-letterlijk en figuurlijk- en soepel, buig vlot op, wees soepel. Het wordt moeilijker, en ook dat drukt.
LikeGeliked door 1 persoon
Doe wat je voelt lieve Lieve, kijk naar de lichte dingen en zoek de gaatjes in het systeem. ❤
LikeGeliked door 1 persoon