Gisteren met een lunch op een lommerrijk terras met de zussen en verder niets kwam het lummelen van de coronatijd weer in beeld. Vandaag beloofde het ook zo drukkend en loom te worden. Ik dacht aan de warmte in de auto, die mijn haren zouden laten prikken tegen de bezwete nek, de plakhanden, de make-up die vloeibaarder dan vloeibaar werd. Ik dacht aan het wandelen van de auto naar de tuin met ‘volle’ bepakking, meestal een fles water en wat brood met beleg. Aan het weg sijpelen van de energie in de brandende zon, met een puzzelboek onder handbereik en zelfs het opnemen van de balpoint, een bic, leek me al teveel aan inspanning. Ik zou gieteren en na elke twee gieters, die ik vol liet lopen, steeds dieper bukkend omdat het water lager kwam te staan in de sloot, in de schaduw uit moeten puffen van de hitte. En dan te bedenken dat ik het minstens twaalf keer moest herhalen. Daarna de terugweg nog, eventueel met snoeiafval als krachttraining. Nee. Resoluut werd het hele scenario aan de kant geschoven. Vandaag was het tijd voor wijsdom, voor haar die wijsheid preekt en liefde
.
Om zeven uur spoelde ik de nacht door het afvoerputje en om half acht liep ik tussen drie krassende kraaien, Corvus Corone, die luid misbaar maakten over de inbreuk op dit vroege ochtenduur. De grootste, en oudste naar ik aannam, vloog geagiteerde cirkels boven mijn hoofd om de kleinste, nog altijd de lengte van een onderarm, de kans te geven zich te verschansen in de top van de wilg bij de paddenpoel. Goedmoedig liep ik wat te brommen. Vanuit de ooghoeken zag ik een vogel met een verdacht dunne staart in een snelle vlucht.
De papavers hadden zich net geopend en stonden er prachtig bij. De tuin van mijn moeder schoof ervoor. Bloeiende papavers van haar in de voortuin en haar trotse blik, bij het prijzen van de schoonheid ervan. De tuin lispelde. Waar in de namiddag vaste prik een aantal planten half op apegapen lagen, stonden ze nu te ritselen in de milde ochtendbries, nog fris van de dauw en het nachtelijke zwoel.. Haas trok haastig uit zijn zelfgekozen leger. Winterkoning liet verheugd een jubelende triller horen. Zwarte gieters vulden zich met het bruine slootwater. Al pratend, een tuin zit vol leven, strooide ik liefde en liters water. Ook de bomen, niet rond de stam, maar er ruim rondom en het gras kregen een deel. Rustig bijkomen op het schaduwbankje en voor het echt warm werd, weer huiswaarts.
Bij de buurman op de hoek stond een jonge rode beuk op haar vurigst de zonnegloed te gebruiken om nog mooier en rijker dan ze al was, te pronken. Soms val je door een kleur van je sokken. Wat een streling voor het oog. Bij de uitgang spotte ik de vogel met de lange smalle staart en herkende hem even later aan zijn gekrijs, de halsbandparkiet. Hij alarmeerde in vlucht een aantal anderen in de bomen van de buren naast de parkeerplaats
.
Regeren is vooruit zien. Het zou slim zijn om boodschappen mee te nemen en het vroege ochtenduur te tracteren op croissants en jus d’orange. Meer mensen hadden het plan opgevat om, voor de hitte uit, hun dagelijkse lijstjes af te handelen. Kleppende dames bij het brood, waarbij zelfs geduldig wachten niet aanmaande tot versnellen. Ze bespraken de zin en de onzin van de anderhalve meter en stonden vlak bij elkaar. De uitkomst laat zich raden.
Met het ingenieuze zelfbediendingssysteem slalomde ik om karretjes heen en stond met een kwartier weer buiten. Thuis wachtte de koelte van het huis. Deuren dicht, raam aan de voorkant open en luchtig katoentje aan. Vandaag de rust, de stilte, het doek en de penselen en verder helemaal niets.
Een hitte schrijven, ik voel met je mee, vandaag is ‘te’. De onweders zullen het allemaal lichter, of is het donkerder maken 🙂
LikeLike
Precies Lieve en echt voor de hitte binnen. Nu is het hier heerlijk koel. En ook fijn om weer even helemaal alleen te zijn 😉
LikeGeliked door 1 persoon
‘S Ochtends vroeg…goed dat je het zo hebt gedaan 🍀
LikeGeliked door 1 persoon
Het is nu eindelijk aan het afkoelen. Het duurde lang. Veel dreiging, weinig daadkracht. Wel weer lekker geschillderd.
LikeLike