Het voornemen om tussen de koeien Pasen te vieren viel in het water. Voor mij figuurlijk maar de Hooglanders stonden er waarschijnlijk met hun poten letterlijk middenin. De nacht speelde spelbreker en hield me langdurig uit de slaap. Kwam het door de films op 7. Wat een absurde schifting hanteren ze daar eigenlijk met hun mannenfilms. Het was een spannende welkome tegenhang voor al het eenzijdige gebabbel op de andere netten en verzette de zinnen, waar een mens zo’n behoefte aan kan hebben in deze dagen. Ik wilde niet langer de ideeén van de zoveelste buitenstaander vernemen, waardoor de goegemeente bestookt zou worden met bodemloze voorspellingen. Cijfers zeggen iets, de rest denk ik erbij. Nee. Ik ben niet somber of pessimistisch. Ik geloof in de vooruitgang en de ontwikkeling en weet zeker dat er oplossingen zullen komen, maar echt niet via de goeroes die ons voogeschoteld worden in de praatprogramma’s.
Enfin de film voor mannen werd door deze vrouw verslonden. Lekker ouderwets gekrakeel, ontsnappingen, vliegend staal, doelloze kogels en vuistslagen. Ik ben pacifistisch, maar dan toch, heel even maar. Om de eigen impasse de baas te worden. Er is niets beter dan af en toe uit je dak te gaan, virtueel dan en geestelijk. Los van alle banden, Coronavrij.
\
Ik was, ondanks de nachtelijke uren, redelijk vroeg wakker, maar te moe van al die opgedane indrukken. De dag begon daarom met een hoofdbreker. Twee grote paaspuzzels uit de krant, ook zo’n welkome afwisseling, en het nieuwe boek van Manon Uphoff: ‘Vallen is als vliegen’. De eerste regels riepen al vraagtekens op, maar het devies met de boeken van de leesclub, zo leerde de ervaring, was ‘even doorbijten’. Soms sleurde het verhaal je ineens mee de diepte in en dan viel het boek niet meer weg te leggen. Misschien ging dat hier ook nog gebeuren, al was ik al best ver in het verhaal gekomen en sloeg de schrijfster je om de oren met ‘literair verantwoorde’ aanhalingen van Nabokov, Michael Haneke of Thomas Vinterberg en andere grote helden.
De natuur trekt zich er niets van aan en viert Pasen met de zondagse rust en soms even met die van een autoloze zondag. De kauwtjes vliegen af en aan en het valt me op dat zowel vader als moeder het nest verlaten, als ze achter elkaar uitvliegen. Toch meende ik de kleintjes al te horen. Zoonlief brengt een paasontbijt op bed en ik moet denken aan vroeger toen hij, als man in huis, koffie kwam brengen met zijn kleine krullenkop nauwelijks boven het kopje uit. Hij heeft absoluut de zorgzame aard geërfd en strooit er lankmoedig mee rond. Herkenbaar en wederkerig. Op het bord liggen naast een beschuitje met kaas en een krentensnee met spijs ook een roos uit het boeket van vrijdag geplukt en chocolade-eitjes met karamel en zeezout. Die proef ik en daarom vind ik ze zo lekker, vooral als ze omgeven zijn door zonenliefde.
Over en weer druk appverkeer van gemeende wensen, de kinderen via zoom en alles tegelijk in beeld, met het vrolijke gebabbel, de klanken van een gezellig samenzijn. Straks weer echt, volgend jaar, beloven we elkaar. Met de zussen voor morgen een auto-date en drie tekenopdrachten.
Er wacht nog steeds het doek, waar ik gestaag aan vorder, soms iets verknal, dan weer opnieuw opbouw, op en af, dat is het wel. Vrijdag kan het weg, dan moet het af zijn, had ik me voorgenomen. ‘Vallen en opstaan’ of zoals Uphoff zegt ‘Vallen is als vliegen’. En zuslief prent een nieuwe zin in mijn hoofd, waar ik eerst uitvoerig op kauwen moet, eer ik hem deel, een Afrikaanse wijsheid. Het snijdt hout, denk ik. Men heeft er volksstammen lang over nagedacht. Nu mag ik het me eigen maken. Ach. ‘Tijd in overvloed, geeft de burger moed’.
Mooi stukje, Berna. Beeldend en uit de dag gegrepen! Dank, het geeft moed ❤️
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel, Ellie! ❤
LikeLike