De eerste opdracht is bijna af. De tweede opdracht is een verrassing voor iemand en moet tot in de kleinste details lijken. Juist om die verrassing en vanwege het feit dat de ontvanger mij vreemd is, is het een pittige. Wat op de ezel staat lijkt, maar nog net niet helemaal. Ik boetseer me drie slagen in de rondte en schroom niet om alles te wissen en overnieuw te beginnen.
Vanmorgen liep ik naar beneden zoals elke ochtend om de krant te halen. De lucht was helder, het mooiste blauw van ooit. Een voordeel aan de crisis, met al die autoluwe wegen. Er hing lente in de lucht. De vrieskou was verdwenen. Bij het terug lopen op de galerij, inspecteerde ik de door de winterkou van de afgelopen dagen, zieltogende overgebleven geraniums van vorig jaar. Ze vochten met kleine groen ontluikende blaadjes dapper in een hernieuwde tweede poging om het wintergeweld te overleven. Ik was bijgaand trots op ze. Beneden achter het hek, lagen schots en scheef allerlei maten en soorten takken.
Van de Kauwtjes daarboven, wist ik. Ze hadden hun nest in de goot gemaakt. Ik moest lachen om de slordige haast, waarmee ze de toevoer hadden aangevlogen. Er lag een half nest hier beneden. Ik keek omhoog. Daar zat ze. Parmantig, met een observerend koppie en kraalogen, nam ze mij en de omgeving in ogenschouw. ‘Hoog en droog’ dacht ze vast en zeker en dus veilig. Met al die, zij het wat betrekkelijke rust van de weg er naast, een uitgekiende plek om een nest te bouwen. Waarschijnlijk is het het koppel dat al een jaar of vijf op dezelfde locatie nestelt. Ik hou van hun latijnse naam. Zoveel geheimzinniger dan het plompe kauw. Corvus monedula. De koppels blijven elkaar trouw voor het leven, leert een zoektocht. Het zijn de kleinste leden van de familie van de kraai.
Corvus van de tuin
Op de tuin zitten hun oom en tante, een koppel kraaien. Donkerzwart en glanzend, imponerend groot en aanwezig. Ze hebben de boom van het stuk open veld uitgekozen. Als ik langs loop begroeten ze me met alert gekras. ‘Ik zie je wel, doe geen dingen die je niet kan verantwoorden’ krakélen ze. Onder hen zoemen de bijen in hun korven rond en aan de andere kant van de stam schuren de schapen hun vacht. Ik zie ze voor me en mis de tuin in volle hevigheid. Gelukkig heeft de ouwe, nu hij weer helemaal op de been is, mijn wilgen gesnoeid voor een takkenril naast de plek waar zijn nieuwe glazen paleis moet komen. Zelfs de brandnetels en de oude nicandra takken heeft hij opgeruimd. De oogst van een losbandig leven. Ze waren al woekerend bezig de tuin over te nemen. Het doet me deugd te weten dat hij een beetje voor mijn paradijs zorgt. Met maaien belooft hij ook mijn lapje mee te nemen. ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ is hier meer op zijn plek dan ooit.
Vanmiddag voor het Oma journaal zal ik een ode brengen aan zijn oom en tante, maar dan die van Annie M.G. Schmidt. Haha. Niet die uit Aerdenhout( de kouwelijke oom en tante), maar die uit de eikenboom in Laren. Zo grijpen de schakeltjes weer in elkaar en vormt de dag zich als een goed geoliede machine. Maar we beginnen met het trekken en duwen van de olieverf. Ik ben er bijna. Het gaat om de kleinste details, maar dat is ook het moeilijkst. Even doorzwoegen nog.
Jij houdt je mooi bezig, met kunst, met kauwen en wat een heerlijke buurman heb je, ook al heet hij de ‘ouwe’ 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Haha
Op de tuin is de solidariteit altijd groot
Zo’n fijn sfeertje
LikeGeliked door 1 persoon