Uncategorized

Memento.

Gisteren op een grijze koude bevrijdingsdag brachten zuslief en ik een bezoek aan het museum Voorlinden. Er was, naast de relativerende tentoonstelling van Martin Creed nog ander fraais te bewonderen. Een van die verstilde werken, die mijn aandacht vasthield, waren de ingelijste miniaturen van Louise de Bourgeois.

Vorig jaar ben ik in het leven gedoken van deze kunstenaar en ik kan niet anders dan bewondering koesteren voor haar werk. Je vindt er alle gradaties aan emoties erin terug. Haat, liefde, eenzaamheid, onderdrukking, pijn, angst en alles is geënt op haar haat/liefde verhouding met haar vader. Als ik aan haar denk, denk ik eerst aan groot. Enorme spinnen, waarvan er een veelbetekenend ‘Maman’ is genoemd, grote fallussen, en mijn eigen beeld van dat hele kleine oude vrouwtje met een priemende blik, die een vierentwintigjarige niet zou misstaan.

Ze schrijft met passie in de drie bedrukte teksten over de geur en de kleur van de bloemen uit haar tuin, waar de vruchtbare voedende grond van de rivier voor zorgde. Dwars door de mijmeringen deelt ze verschillende rafels herinnering met ons middels deze kleine doeken, die samen een voorstelling geven van die rijke rivier. Het zijn digitale prints op doek en ze vormen samen haar boek Ode à la Bièvre. 2007.

Dit werk is ingetogen, een kleinood. Het verhaalt over haar ouderlijk huis in Antony, dat aan de rivier de Bièvre grensde, maar meer nog over de rivier zelf. Ze was met haar kinderen teruggegaan om hen deze, voor haar betekenisvolle, rivier te laten zien, maar die was verdwenen en enkel nog de bomen, die haar vader had geplant, doorstonden de tand des tijds. Zo gaat het met meanderende rivieren.

Mijn eerste kennismaking met zo’n echte eigenzinnige rivier was in het Ahrtal in de jaren zestig, waar de forellen in het water sprongen en te vangen waren met je handen. Het was in de jaren zestig. Ik had nooit iets anders gezien dan de sloot langs de Thorbeckelaan met zijn schrijverkens van Gezelle en de minieme bliekjes en voorntjes. Het water was krakend koud, als ijsnaalden prikte het in het bleke benenvel, maar met rode handen, voorovergebogen, probeerden we de zilverflitsende vissen te vangen in een omlijsting van loofhout en geur van het woud.

Een andere herinnering zijn mijn kinderen bij het zinkviolenveld aan de voet van de Ardennen.  Giechelend en glibberend geven ze elkaar dikke keien aan, die uit het riviertje kwamen en bouwden een dam, die de loop van het water zou veranderen. Iedere keer weer ontdekten ze nieuwe sijpelende straaltjes, die met de vette klei werden dicht gesmeerd. Hun stemmen klaterden, de zinkviolen geurden en de lucht was loom en warm, het was een perfecte zomerdag met een picknic aan de rand van het veld. Toen we huiswaarts keerden lachte de kleine rivier met een scheve brede stenen lach ons na.

Het water van de Sèvre stroomde jaren later veel sneller en was goed om zoonlief er platte stenen in te laten ketsen en er een hengel in uit te slaan. Er waren hartenstenen te vinden, dooraderd met oker en omberkleurige strepen en glinsterend mineraal. We wikkelden ze zorgvuldig tussen de kleding als symbolisch souvenir. Nu, jaren later breken ze nog steeds een stukje Sèvre open.

AntonyAntony, return to River Bievre 1999.

Een rivier die verdwenen is, proberen te vangen in beeld, in woord, in beleving. De oude rivier op de foto’s uit het boek in alle grijsschakeringen van het verleden, geeft Louise Bourgeois de kleur terug, de stroom, de golfslag, het deinen en omzeilen, de beweging, en de liefde. Subtiel maar onmiskenbaar in woord, in beeld, in vormgeving. Een ode aan wat ooit was en nooit meer zal zijn, maar altijd zal blijven in dit memento. 

 

Een gedachte over “Memento.

Reacties zijn gesloten.