Uncategorized

Taal heelt

Een van mijn oud collega’s is gaan werken op de taalschool. Ze deelde gisteren een filmpje op Facebook, waarin deze kinderen stuk voor stuk hun dromen vertelden. Deze film zou iedereen in Nederland moeten zien. Alleen al om te begrijpen dat, iedere keer als het woord vluchteling valt, zo’n lieve schat er achter schuilt. Een kind dat haar hoop vestigt op de toekomst en die de donkere zijde van het verleden zo snel mogelijk wil vergeten. Dromen krijgen een extra betekenis als er hoop doorheen fluistert en verlangen. Elk kind heeft ze, waar je ook geboren bent.

Op de Amsterdamse straatweg. Foto: Wikipeida.

Wat wilde ik later worden? Het duurde nog heel lang voor we groot zouden zijn. Vroeger regeerden volwassenen en de tijdbeleving was vele malen trager dan nu. De oorlog lag achter ons en ondanks het geploeter om rond te komen en de grote gezinnen woonden we weer in het land van melk en honing. Als vierjarige wilde je moeder worden of werken bij de Gruyter, waar het altijd zo lekker rook naar vers gemalen koffie. Op de U.L.O waar juffrouw van Harten bij Nederlands de scepter zwaaide, was mijn droom die van redacteur omdat ik bij de schoolkrant mocht, maar ook kinderverhalen schrijfster of dichter. Voor het nut van het algemeen werd het de opleidingsschool voor kleuterleidsters, de Sancta Maria te Amersfoort met sommige nonnen nog in lang habijt en sluiers. Het dromen bleef, door de werkelijkheid die nooit helemaal bracht wat ik ervan verwachtte. Nog steeds spelen verlangens en hoop een rol, maar die allerprilste zouden we  moeten koesteren.

In de groep is het verhelderend om te horen wat kinderen voor wensen hebben. Sommige willen in de dierentuin werken, dokters zitten er altijd bij en de eeuwige politieman, of de stoere brandweerman ook, profvoetballers zijn er nieuw bijgekomen, die waren er in mijn tijd niet.

Deze ‘taal’kinderen uit alle hoeken en gaten van de wereld hebben als enige overeenkomst, dat ze de Nederlandse taal nog niet beheersen. Ze krijgen binnen een tot anderhalf jaar een intensief taal en integratieprogramma en mogen daarna uitstromen naar een basisschool of naar het voortgezet onderwijs. Er is vooral aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Er gebeurt veel met spel om de herinneringen handen en voeten te geven, dat klinkt door in de wensen van deze jonge mensen.

009

Ik heb een Poolse jongen in de groep. Hij is eigenlijk te groot en te oud voor de onderbouw, waar hij nu in zit. Er is een extra moeilijkheidsfactor, omdat hij eerst van Polen naar Nederland kwam, vervolgens naar Engeland verhuisde voor twee jaar en nu weer terug is in Nederland. Hij spreekt heel binnensmonds en ik vang elke bekende letter om er een woord mee te breien, zijn Engels is net zo koeterwaals. De voertaal thuis is Pools. Hij zou perfect passen op zo’n taalschool. Met de dag zie ik, dat we nog niet eens een tipje van de sluier hebben kunnen oplichten van wat er in dit kind aan kwaliteiten schuilt. Taal is zijn grote struikelblok geworden, omdat hij in verwarring is gekomen door drie talen op het meest cruciale moment van de taalontwikkeling.

Ik zou willen, dat er op school tijd gemaakt kan worden voor dit soort bijzondere behoeften. Er valt nu een gat met alles wat wegbezuinigd is, anders hadden we het onderwijs wel passend gekregen. De Remedial teacher, de Intern Begeleider, de logopedist, de fysiotherapeut zijn er niet meer of dun gezaaid qua aantal uren, schoorvoetend komen er hier en daar taalcoaches.

De dromen van de kinderen zijn vrij en vol belofte. In hun hart is de kiem gelegd van de hoop door de mogelijkheden die er zijn. Taal koestert de kiem en geeft hen vleugels voor hun droomvlucht. Wie zaait zal oogsten. Lucebert wist het, taal heelt.

ik ben de stem die geen stem geeft
aan wat al reeds stem heeft
maar die op een pijnlijk zwijgen
het wonderbeeld van een woord legt
en als het dan van alle angst genezen is
weet wat ik met dit alles heb gezegd