Uncategorized

Het leven delen.

We stevenen gezwind af op het einde van het schooljaar. Alles staat in het teken van afscheid en steeds schemert in het achterhoofd dat het een laatste keer is. Een laatste keer verslagen schrijven, een laatste keer portfolio’s plakken, een laatste keer verjaardag vieren, een laatste keer met de kinderen op excursie.

tranenthee van Arnold Lobel.

Afgelopen vrijdag heb ik mijn kinderboekenbijbels uit de kast verzameld en in stevige grote supermarkttassen gestopt. Ik wil ze voorlezen aan de kleinzoons en putten uit de kracht die het lezen en herlezen brengt, mijn leven met Roald Dahl, A.A. Milne, Lewis Carol, A.M.G. Schmidt, Antoine de Saint- Exupery, Arnold Lobel, Toon Tellegen. Kortom, nog even oplopen met iedereen die mij op de een of andere manier wist te roeren. Dat diepe intense gevoel, dat voorbij raken en ontroeren ligt. Dat wat de kiem vormt van het intense beleven.

Elk verhaal dat voorbij trekt, levert beelden op, die als een film in elkaar schuiven, woord en beeld raken elkaar en verankeren. Ze zijn de voeding voor de ziel.

Een van de mooiste vormen van afscheid nemen, ontdekte ik tijdens een nachtdienst. Een vrouw van 98 jaar had zegge en schrijven een tafel, een stoel en een boekenplank met zes boeken. Dat was haar hele persoonlijke bezit. Ze had, vanaf haar zeventigste, alles wat ze bezat, weggegeven aan mensen die het waard waren. ‘Dat voel je, vertelde ze ‘de juiste persoon komt op het juiste uur.’

De man die zichzelf weggaf

Het was alsof ik een kinderboek van lang geleden tot leven zag komen. ‘De man die zichzelf weg gaf’ van Gordon Sheppard gaat over meneer Pomeroy, die zover ging met weggeven tot er niets meer van hem over was en hij slechts voortleefde in alles wat hij aan bezit en kennis doorgegeven had. Ik had mijn eigen mevrouw Pomeroy ontdekt.

Het gaat niet om het bezit van de boeken, maar om mijn onzekerheid over hun toekomst. Het hoogste goed is, dat ze gekoesterd zullen worden. In de ban van de grote volksverhuizing die er staat te gebeuren aan het eind van dit schooljaar moet er heel veel weg. Jaren van intensieve en noeste arbeid, maar ook van herinneringen en gevoelens worden op één hoop geschoven. Alles verwordt tot niet meer dan een stapel papieren.

Met lede ogen kijk ik het aan. Het gevoel erbij stokt van binnen. Die afbraak van de betekenis doet iedere dag weer pijn. Het gaat al een een aantal maanden zo. Hoeveel kan een hart verdragen. Mijn hele ziel en zaligheid zijn verweven met de muren, de middelen, de mensen van deze kleine oude vertrouwde jas. Nu is ze te krap en moet alles wijken in het teken van de vernieuwing. Ik juich een frisse aanpak toe, maar daarom mogen de oude randen nog wel schuren.

Herinneringen waar je op blijft zitten, sterven een zoete doch gewisse dood. Je neemt ze mee in het graf en niemand heeft er meer weet van. Alle laatste keren behoren alleen mij toe, de pijn is iets waarvan alleen ik de kracht en het verdriet ken. Elke beleving ernaast, van mensen die me na staan en daar, op die plek, afscheid van mij aan het nemen zijn, is anders.

006  001

Het wordt tijd om de Pomeroy in mezelf te zoeken, want voor alles gereduceerd is tot een plankje met zes boeken, ben ik heel wat jaren verder.

Van de zes boeken die haar nog restte, waren er twee van Krishna Murti, en een fractie van haar wijsheid en liefde, voor mij. Voor de andere vier heeft ze vast iemand gevonden met hart voor haar lievelingen.

Dat is het leven delen, in de meest ware zin van het woord.

Uncategorized

De eend, de dood en de tulp.

Ik heb een aantal kinderboekenbijbels die een belangrijk onderdeel vormen van mijn leven. Ze hebben grote betekenis voor mijn relatie met de kinderen op school en ze zijn niet in de laatste plaats ook voor mezelf van groot belang. Ze geven me eindeloze uren om na te denken en voegen hun waarde toe aan mijn bestaan. De groten der groten horen daarbij, zoals Roald Dahl, Arnold Lobel, Lewis Carrol,  Antoine de Saint-Exupéry, AA Milne, Max Velthuys, Toon Tellegen, Annie M.G. Schmidt.

Het voordeel van literatuur en theater is dat kinderen er zo meesterlijk door groeien. Onsterfelijke gedachten kunnen worden afgepeld tot de kiem, de strekking ervan. Zo worden existentiële begrippen teruggebracht tot de oorsprong, waar vragen er niet meer toe doen, omdat het eenvoudig zo reëel en aanvaardbaar is, dat ze er zijn. Dood en leven zijn zo met elkaar verweven dat het acceptabel is, net als de bijbehorende gevoelens die het los maakt. De kunst is om de emotie, en in het bijzonder de angst, te scheiden van het geheel.

Vandaag bracht Popova  in haar Brainpickings een boek onder de aandacht, die al weer een tijdje naar achteren was geschoven. Soms gebeurt dat. Ze duikelen achter een randje drukte in je hoofd en je hebt er een kleine associatie voor nodig om ze terug te brengen naar hun oorspronkelijke en verdiende plaats in de rangorde. Het is een boek van de schrijver Wolf Erlbruch, die in zijn oeuvre een paar prachtige nadenkers kent, zoals ’s Nachts, dat ooit als kinderboekenweek geschenk is geschreven en het filosofische boek ‘The big question’, die vragen stelt als die uit onze Katechismus van weleer.

‘Waartoe zijn wij op aarde’ vroeg de meester ons destijds en wij dreunden op: ‘Wij zijn op aarde om God te dienen’, wat we een normaal gegeven vonden en waar verder niet over werd nagedacht. Het was immers die man uit de katholieke beeldverhalen met die grote grijze baard op een troon van wolken, de vader van Jezus, de kindervriend. Het leven was in die dagen vrij simpel en afgebakend met eenvoudige beelden in het hoofd.

Dood was verbonden met het lijden van Christus en het wegvallen van je opa, dood was ook het vagevuur en de hel, maar vaker, als je het boek ‘Luistert naar hem’ mocht geloven, met het aardse paradijs en met kleuren die je onmiddellijk inlijfden.  Het leven had goed geweest, als het vingertje je niet zo op de zonden had gewezen, die helaas op de loer en om de hoek lagen. Iedere dag kon ik er wel een bijkerven in mijn tere kinderziel. Dood werd vagevuur en het zwaard van Damocles.

Hoe anders kan het lopen als kinderen worden groot gebracht met het boek: De eend, de dood en de tulp van Wolf Erlbruch. Dood, die zijn hele leven al met eend meeloopt, wordt op een gegeven moment ontdekt door eend, die schrikt. Als dood haar volgt en samen met haar de vijver in gaat en de boom in klimt en ze blijft leven, verdwijnt  de angst stukje bij beetje. Als de dood het koud heeft, houdt ze hem met haar hele lijf warm en als eend het koud heeft, vraagt ze dood haar te verwarmen, maar dan ziet dood dat het niet meer nodig is. Eend is dood. Voorzichtig neemt hij haar mee naar de rivier en laat haar behoedzaam in het water glijden, vlijt de tulp op haar buik en is zelfs wat bewogen als ze weggevoerd wordt op de stroom. Het is een mooie paradox, Dood die afscheid neemt.

duckdeathandthetulip3

 

Dood is een aandoenlijk doodje, zoals eend met zijn starre lange lijf ook vertederend is en je kan niet anders dan je vereenzelvigen met het verhaal. Ook als kind. Dood en bespreekbaar zijn, dat is waar het om gaat. Angst afwikkelen, de gedachte ontdoen van hemel, hel en vagevuur en dood als dood aanvaarden. Wij hebben, middels hel en verdoemenis, het skelet zijn morbide dreiging gegeven. Erlbruch maakt het beeld weer zacht en heel.