Uncategorized

Exoten

Een aanvaring tussen twee kinderen in de gang als ik het aquarium uitkom, de ruimte, die officieel teamkamer heet. Geschreeuw, geduw, blikken in mijn richting met reactie daarop een nog verwoeder protest. Autoriteit onderschrijft het conflict, bedenk ik me, als ik zie dat ze beiden alle sluizen open gooien. Het is als olie op het vuur.

De kleine wrokkige man haalt onmiddellijk weer uit met messcherpe woorden, zodra ik mijn hielen gelicht heb, maar hij is nog binnen gehoorafstand. Sussen en smoren. Hij blijft de boel traineren terwijl we aan het werk moeten. Tien minuten flitsen. Ik dirigeer hem naar een tafeltje apart om even tot bedaren te komen en ook zodat hij niet steeds geconfronteerd wordt met zijn rivale, die kennelijk als een rode lap op een stier op zijn gemoed werkt.

Onmacht en bevestiging blijkt later. Deze jongen die ik na drie keer een kwartier wel op het netvlies heb, maar nog niet voldoende, pelt zijn ziel onder mijn ogen af. ‘ Zie je wel, krijg ik weer de schuld, ik heb het altijd gedaan.’ zegt zijn onwillige houding. Wrokkig ligt hij met zijn bovenlijf op de tafel, draait zich op. Hij staat op, loopt weg, hoort de dreiging in mijn stem als ik hem waarschuw en heeft me even in de tang. Ik geef de groep de flitskaartjes om zelf te gaan flitsen en pak hem bij zijn pols als hij dreigt weg te lopen, omsluit het met duim en wijsvinger. Boven zijn hoofd verschijnen de heftig knipperende rode lampen. ‘Dreiging, dreiging, dreiging.’

Het kost me moeite met al het verzet, maar we zitten eindelijk op een rustig plekje op de gang, zonder prikkels, alleen hij en ik. Het gesprek. ‘Laat me los.’ ‘Ik  laat je los, als je naar mij wil  luisteren.’ ‘Ik wil niet naar je luisteren. Je bent een vreemde, dan hoef ik dat niet.’ ‘Ik ben geen vreemde, ik ben een juf.’ ‘Je bent geen juf.’ ‘Nee, wat ben ik dan.’ ‘Een ….’ Hij zoekt even. ‘Een mens, een vreemde.’ ‘Nee lieverd. Ik heb je al drie keer in mijn groep gehad toch.’ Er ging een lampje bij hem branden. Ineens wist hij het. Met zijn hoofd nog steeds afgewend en weigerend om me aan te kijken, zei hij. ‘Je bent een stagiaire.’ ‘Dat had gekund, maar zie ik er uit als een stagiaire? Ik ben de invaljuf van je zus en ik ben al dertig jaar juf, malle. Bovendien, ook met een stagiaire valt gewoon te praten hoor, net als met mij. Kijk me even aan.’ ‘Nee.’ ‘Kijk me maar wel even aan, dat lijkt me handiger. Wat gebeurde er nu net. Je had ruzie gehad op het plein bij het overblijven. Ik wilde jullie helpen om het op te lossen, had je dat in de gaten.’ ‘Nee, zij begon steeds.’

actief luisterenIn gesprek, later met beide.

Het duurde even voor hij zo ver was, dat hij kon kijken naar mij, naar zijn eigen houding en rol in het geheel. Hij voelde zich aangevallen en onbegrepen en hij kreeg altijd overal de schuld van(alarmbellen). Hij had ook al ruzie gehad met P. en met de juf, die was komen invallen voor de groep. Hij deed niets en toch kreeg hij steeds de schuld.  Kortom, hij zat gevangen in een onwillige situatie. Zijn eigen vaste juf ziek, andere regels, andere vrijheden, ander stramien. Het was meer dan hij verdragen kon. We kwamen al snel op het juiste level en eindigden met een high five en een low five.

077

Van een afwerend en verstard hoopje ellende masseerde het gesprek hem terug naar de realiteit en kon hij weer transformeren in het jongetje dat hij was. ‘Dag lieverd, tot later’ zorgde ervoor dat hij weer rustig naar de groep ging. Deze voorvallen zijn de vraagtekens, die me bezig houden. Een aquarium vol met de meest exotische vissen, die allen met dezelfde stroom mee moeten zwemmen. Leermomenten als het niet lukt, maar armoe, qua mogelijkheden om aanvaringen te voorkomen. De hoogste tijd om de stroom aan te pakken en niet de exoten.