Uncategorized

Beter een goede buur….

Mijn buurman droomt van bloembakken die zo weelderig zijn als de reclamebladen van de tuincentra doen geloven. Wij wonen met zes mensen aan de galerij in onze maisonnettes. Het klinkt vriendelijker Frans dan het is, maar het zijn grote grijze uit beton verrezen comfortabele woningen, die ondanks welke handigheid dan ook te allen tijde de uitstraling zullen blijven behouden van betonblokken. Hij heeft over de afscheiding van de galerij grote bloembakken gehangen. Ze gapen me iedere morgen zwart en onheilspellend leeg aan. Het weer werkt niet met buurmans droom mee. Ze blijft op alle fronten winter voelen, waar lente wordt gedacht.

 

074

Straks als de kou uit de grond is gaat hij met zijn knoesten de bakken vullen met mooie zwarte aarde en Petunia Hybriden en Pelargonia Peltatum. Hij doet dat belangeloos voor alle galerijbewoners. De bedoeling is dat de planten weelderig het grijze beton zullen maskeren en dat de aanblik ervan zal gaan ogen als de vriendelijke Bauernhofen in de Alpen. Ik vind het dapper. Een Don Quichotte, die onvervaard vecht tegen het grauw van de moderne tijd, met als lans de beloftes der catalogi en als einddoel de hangende tuinen van Nieuwegein.  Waar een droom niet groot in kan zijn.

Niet lang geleden brachten de zussen en ik een bezoek aan Des Jardins Suspendus de Thuin, een middeleeuws dorp in de provincie Henegouwen in de buurt van Charleroi. De muren voor al die hangende tuinen waren er wel, maar weelderige begroeiing was er in de zomerluwte niet te vinden, wel heel veel trappen, die aangaven dat de namen van de hangende tuinen vooral zijn ontstaan door de ligging van de huizen. Schouder aan schouder zijn ze in een wirwar van straten en stegen tegen de berg aangeplakt. De afdaling was een aangenaam genieten, maar de terugtocht liep langs de trap der verzuchtingen. Een weg omhoog, die zich met gemak kon meten aan het beklimmen van de Domtoren door de dribbelpassen van weleer. Van plateau tot plateau vierden we de ouderdom.

Ooit behoorden de hangende tuinen tot de klassieke zeven wereldwonderen. De hangende tuinen van Babylon dragen de fluistering van een uitgestorven beschaving met zich mee, terwijl wetenschappers aanwijzingen hebben dat die tuinen een vierhonderd kilometer verderop lagen in Ninive. Het doet aan het mysterie en de feeërieke fantasie niets af. Ik zou de buurman zijn illusie kunnen ontnemen op grond van het feit dat de zes kleine bloembakken, vorig jaar, bleven pieren. Hij had ze nijver gevuld met goudgele en oranje afrikaantjes, die fier over de rand van de bloembak keken, maar zich niet mengden met elkaar of met de entourage. Gele stippen boven het beton bleven het. Buurman een illusie armer en een ervaring rijker.

Opnieuw vlast hij op een nieuw wereldwonder. Ergens in zijn hoofd zijn die bontgekleurde guirlandes vaste vormen aan gaan nemen. Ze bloeien weelderig naar de toppen van zijn fantasie en zijn de té bescheiden violen, heesterachtigen en afrikanen ontstegen. De Zwitserse Alpenweelde moet de betonnen aanblik bestrijden en zijn coulante zorgzaamheid streelt daarmee het hart van de galerij.

Wij spinnen er goed garen bij als de gapende zwarte bakken de bakens worden van die nieuwe lente. Nu eerst de vorst nog uit de grond, de gierzwaluwen onder de pannen en de zonnegloed op volle sterkte. Vroeger wist men het allang. Beter een goede buur, dan een verre vriend. Als het om bloembakken gaat, kan ik het volmondig beamen.