Vandaag diende de blog zich aan als een vraag op twitter. Wat is het verschil tussen heimwee en missen. Bij het overpeinzen wordt het ingewikkelder, omdat beide begrippen tentakels hebben in het ontbreken van iets. Soms is het een diepste verlangen naar een bepaalde sfeer, die zowel in het verleden als het heden past. Het heeft met omgang te maken, ruimte die je gegeven wordt, woorden die zalven, kwaliteiten die gezien worden en soms is het slechts een warm kaarslicht op een speciale plek. Sfeerbeelden dwalen rond en dienen zich te pas en te onpas aan, omdat een kleine schakel je terugbrengt naar een eerdere beleving.

Afreizen naar het verleden roept herinneringen op, anekdotes. Het komt door die beelden in het hoofd, dat je weer even thuis bent in die setting, met die lieverds, die je allemaal zo node missen moest. Maar het gemis heeft een plekje gekregen en borduurt voort in een nieuwe beleving. Tijdens de verhalen krijgt moe een glans om haar hoofd van zachtheid en liefde, de liefde die we allemaal afzonderlijk en op een eigen manier hebben ingevuld. Bij mijn vader worden scherpe kanten afgeschuurd, omdat de jongere generatie de milde vader hebben gezien en meegemaakt en niet de echte patriarch.

Emoties worden afgepeld, de realiteit komt boven drijven. Hebben we een verlangen naar de periode dat we woonden in het te krappe huis in de Amandelstraat. Geen van ons, denk ik. Maar wel naar het huis, met die malle kelder en die geheimzinnige zolder met het rookraampje. Zeker naar de warme glimlach van mijn moeder, maar ook de koele hand van mijn vader als hij over onze verhitte koortsige voorhoofd streek als onze hele ziel en zaligheid zich binnenstebuiten keerde. Wel naar de perenboom en de forsythia, die we nu gestalte geven in onze eigen aangelegde tuinen.
Heimwee is missen als het om iets gaat dat in een ver verleden ligt of op kilometers afstand is en waarbij je spijt voelt dat het er niet is. Heimwee doet je verlangen naar je eigen bed, naar je knuffel, naar je moeder als je je ontheemd voelt. Je zoekt naar veiligheid en geborgenheid. Ziek kan je zijn van het idee, dat je niet thuis bent maar elders. Dat gevoel kan zich gaan vertalen in nostalgie en een sterke hang naar het vasthouden van hoe het ook al weer was. Het staat groei in de weg en vernieuwing omdat de naald blijft hangen in een weerbarstige groef en het vervolg van de plaat op afstand houdt. Heimwee maakt je ziek van verlangen omdat het verlangen opzwelt en opzwelt totdat het hoofd, het hart, het hele lijf tot in de diepste vezel zich ermee vult.

Missen is voor mij iets wat veel verder gaat. Het is het eerste moment waarop je letterlijk misgrijpt. Een lach, een antwoord op een vraag, de eerste kerst zonder, de lege stoel tegenover je bij de maaltijd van elke dag. Het schrijnt. Het besef van nooit meer wordt allengs groter. Nooit meer samen zijn, nooit meer lachen en huilen, nooit meer hinkstapspringen over de hei. Nooit meer delen met die ene, dat kind of met die geliefde. Dan draait het niet om het missen zelf. Vasalis schreef het al.
‘Zoveel soorten van verdriet
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo’n pijn,
maar het afgesneden zijn.
Dat afgesneden zijn is precies het verschil met de afstand van de heimwee, die te overbruggen valt. Dat maakt ‘Gemis’ zo heftig. De verbeelding gaat er mee aan de slag. Het bedt een wereld in, waar de vele doden hun eigen plek innemen, maar ook het verdwenen huisje op de tuin, het oude huis. Het vervaagt de contouren tot een zacht beeld, dat nostalgie oproept en herinnering. Een leven lang lopen ze mee op, maken hun eigen leven naast dat van jou en verweven de feiten. Zodat uiteindelijk het gemis een deel van het geheel is geworden en het onmisbaar en onwisbaar voortleeft in alles wat je bezielt.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.